Federaal parket eist twee jaar cel voor beruchte wapenhandelaar

Het federaal parket heeft vrijdag een gevangenisstraf van twee jaar gevorderd tegen de beruchte Belgische wapenhandelaar Jacques Monsieur. De 64-jarige Monsieur, die al in Frankrijk, België en de Verenigde Staten veroordeeld werd voor illegale wapenhandel, staat ditmaal terecht omdat hij tussen 2006 en 2009 wapens en militair materiaal zou geleverd hebben aan onder meer Libië, Tsjaad, Pakistan en Iran.

Volgens zijn advocaat is er geen bewijs dat die transacties hebben plaatsgevonden of dat Monsieur er een bepalende rol in heeft gespeeld. Bovendien zou niet eens duidelijk zijn welke wetgeving van toepassing is.

Lottenaar Jacques Monsieur, bijgenaamd "The Fox" of "Le Maréchal", is al sinds de jaren 1980 actief in de wapenhandel en speelde onder meer een rol in het Iran-Contragate-schandaal, de leveringen van Amerikaanse wapens aan Iran tijdens de oorlog Iran-Irak. Hij leverde tijdens de burgeroorlog in ex-Joegoslavië Iraanse wapens aan de Bosnische en Kroatische troepen en bij het Elf-Aquitaineschandaal bleek dat "monsieur Monsieur" voor rekening van de Franse oliemaatschappij in 1997 wapens had geleverd aan Pascal Lissouba. De toenmalige president van Congo-Brazzaville was in het nauw gedreven door de opstand rond huidig president Sassou Nguesso.

Feiten tussen 2006 en 2009
Volgens het federaal parket heeft Monsieur zich tussen 2006 en 2009 ook schuldig gemaakt aan illegale wapenleveringen. Het gaat onder andere om de levering van 100.000 automatische geweren aan Libië, die later een rol speelden bij de Libische revolutie.

Ook is sprake van tien tanks en vijf helikopters aan Guinea-Bissau. Tsjaad ontving een levering van 200.000 automatische geweren, bijbehorende munitie, vier gevechtshelikopters en twee gevechtsvliegtuigen.

Verder gaat het om raketlanceerders en mitrailleurs aan Pakistan en militair materiaal aan Iran.

Dat zou onder meer blijken uit een hoop e-mails die op de computers van Monsieur zelf zijn teruggevonden. "Daaruit blijkt de leidende en centrale rol die Monsieur in deze trafiek speelt", zei federaal procureur Véronique Mélot. "Hij bepaalt de hoogte van de commissies, stelt constructies voor om de deals te financieren, zoekt klanten, woont vergaderingen met verschillende partijen bij en volgt alle dossiers persoonlijk op."

Het parket hecht ook geen enkel geloof aan de beweringen van Monsieur dat zijn activiteiten als wapenhandelaar een dekmantel waren voor zijn spionage-activiteiten. "Dat is een rookgordijn", klonk het. "Anders had hij wel een officiële licentie als wapenhandelaar gekregen. In eerdere vonnissen staat trouwens al zwart op wit dat zijn wapenhandel niets te maken had met enige spionage."

Twee jaar celstraf geëist
Het parket eiste een celstraf van twee jaar en de verbeurdverklaring van alle illegale winsten. Die verbeurdverklaring zou volgens berekeningen van de speurders kunnen oplopen tot 8 à 9 miljoen euro.

Jacques Monsieur zelf verklaarde dat hij weliswaar in de jaren 1980 en 1990 wapens had verhandeld, maar dat dat toen een dekmantel was voor zijn spionage-activiteiten voor de Amerikaanse en Israëlische inlichtingendiensten. "Sinds begin de jaren 2000 hou ik me daar niet meer mee bezig", verklaarde de man. "Ik werd wel nog regelmatig gecontacteerd door oude bekenden en sporadisch heb ik wat hulp geboden, mensen doorverwezen. Een actieve rol heb ik niet meer gespeeld en ik heb steeds geprobeerd binnen de legaliteit te blijven."

Zo zou Monsieur mogelijke kopers hebben doorverwezen naar een Pools wapenbedrijf, dat een vergunning heeft om wapens te verkopen.

Zijn advocaat pleitte dat er geen enkel bewijs was dat de beweerde wapendeals ooit echt waren doorgegaan en dat Monsieur er een bepalende rol had in gespeeld. Ook was niet bewezen dat hij er enige cent aan had overgehouden. Volgens de verdediging baseert het parket zich ook op de verkeerde wetgeving. Het federaal parket baseert zich immers op een federaal koninklijk besluit terwijl de materie van internationale wapenleveringen volgens de verdediging is overgeheveld naar de gewesten. Ook zou de Belgische wetgeving rond vergunningen voor tussenpersonen bij wapenleveringen mogelijk in strijd zijn met de Europese regels rond vrij verkeer van diensten.

Het vonnis valt op 1 juni.