'Het GOK-decreet heeft zijn doel gemist'

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
03/02/2011
Vlaanderen legde met het inschrijvingsbeleid in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel geen feilloos parcours af. Onzekerheid, verwarring, gefrustreerde ouders, manke computersystemen, nachtelijke wachtrijen en een voorzitter van het Lokaal Overlegplatform die de handdoek in de ring gooit. “Dit is de erfenis van Paars,” zeggen CD&V-parlementsleden Bianca Debaets en Paul Delva.

H et wordt een belangrijk jaar voor het Nederlandstalig onderwijs. De periode loopt af waarin de Lokale Overlegplatforms (LOP's) mochten experimenteren met inschrijvingssys­temen. De Vlaamse regering zal voor de volgende schooljaren een nieuwe regeling uitwerken. Bovendien wordt het Gelijkeonderwijskansen- of GOK-decreet geëvalueerd. Het werd in 2002 ingevoerd en geeft scholen met meer kansarmen extra middelen. Het geeft ook voorrang aan kansarmen. En precies dat onderdeel is controversieel gebleven. Zeker in Brussel, waar de Franstalige druk op het Nederlandstalig onderwijs groot is.

Hoewel ook Nederlandstalige ouders van voorrang kunnen genieten, hebben ze het niet makkelijk om hun kinderen in te schrijven in de school van hun keuze. Volgens de Brusselse CD&V-parlementsleden Bianca Debaets (Raad van de VGC) en Paul Delva (Vlaams parlement) ligt dat aan het GOK-decreet.

Bianca Debaets: "Het inschrijvingsbeleid dat men de scholen heeft opgelegd onder Paars (1999-2004), is erg complex. Dat is het minste wat je kunt zeggen. Er worden elk jaar regeltjes toegevoegd. Die brengen geen zoden aan de dijk. Integendeel, het loopt steeds meer in het honderd. Daarom zeggen wij: geef weer meer vertrouwen aan de schooldirecties."
Paul Delva: "De vraag is: moet de overheid het inschrijven in de scholen mee aansturen? We zien dat dat niet zo eenvoudig is. Zodra je begint te reguleren, beland je in een straatje zonder eind."
"Het kernprincipe van het decreet op de Gelijke Onderwijskansen (GOK) voor de inschrijvingen is 'eerst komt, eerst maalt'. Ik hoor nu hier en daar dat men van dat principe wil afstappen. Schaffen we dat principe af, dan zijn er twee richtingen mogelijk. Ofwel meer vrijheid voor ouders en directie, ofwel - nóg sturender - het Scandinavische model, waar de overheid de scholen toewijst. Dat laatste wijzen wij resoluut af."

U verwijst naar de paarse regering om het principe van de GOK-inschrijvingen te hekelen, maar CD&V zit zelf sinds 2004 in de Vlaamse regering.
Debaets: "Het GOK-decreet is ingevoerd onder minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten (Open VLD) vanuit een fundamenteel wantrouwen ten aanzien van de directies en onder het mom van: 'We moeten streven naar een zo groot mogelijke sociale mix in de scholen.' Ook wij zijn voorstander van gemengde scholen, maar we moeten wel nagaan of het GOK-decreet die socia­le mix groter heeft gemaakt. Zijn er vandaag minder zwarte scholen? Wij zijn daar niet zo zeker van. In Molenbeek en Anderlecht zijn er nog altijd schooltjes met 98 procent of meer anderstalige leerlingen. Het decreet heeft zijn doel gemist."
Delva: "Het Vlaams regeerakkoord vraagt om het GOK-decreet te evalueren. De kernvraag moet zijn: zijn de scholen gemengder? Ten tweede: stel dat de scholen nu gemengder zijn, waar ligt dat aan? Is dat wel een gevolg van het GOK-decreet?"
Debaets: "Er zijn in bepaalde wijken Vlamingen komen wonen. De kinderen gaan nu naar de schooltjes in de buurt. Die scholen zijn nu misschien gemengder dan voorheen. Maar is dat een natuurlijke evolutie of een gevolg van het GOK-decreet? Ook dat willen we weten."

Nogmaals: u bent erg kritisch over het gevoerde inschrijvingsbeleid, maar zit zelf mee aan het stuur in Vlaanderen.
Delva: "Er zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die wij wél mee hebben goedgekeurd."
Debaets: "We hebben daar samen hard voor gevochten, elk vanuit onze eigen assemblee. Zo is het voorrangspercentage voor Nederlandstaligen opgetrokken. En de verklaring op eer om de Nederlandstaligheid aan te tonen, is vervangen door het diplomabewijs. We komen van ver. Dat was drie jaar geleden ondenkbaar."

Als het van u afhangt, wordt het hele voorrangsidee opgeborgen?
Delva: "We willen de evaluatie afwachten. Als de resultaten beter zijn dan wij verwachten, als het GOK-decreet met andere woorden voor een grotere sociale mix heeft gezorgd, dan heeft het decreet een stevige poot om op te staan. Anders moet het roer worden omgegooid. Er gaat veel geld naartoe, het is ondoorzichtig, en moeilijk voor de directies."

Volgens uittredend LOP-voorzitter en onderwijssocioloog Dimokritos Kavadias zorgt het GOK-decreet hoe dan ook voor meer sociale rechtvaardigheid.
Delva: "Wij zijn ook voorstander van gemengde scholen. De vraag is met welk instrument je dat bereikt."
Debaets: "Voor de invoering van het GOK-decreet, toen de directies zelf voor een sociale mix konden zorgen, waren er nagenoeg geen problemen. En er is meer dan de sociale mix alleen. Als wij vandaag jonge Nederlandstalige ouders vragen waarom ze Brussel verlaten, dan komen twee antwoorden altijd terug: betaalbaar wonen en het onderwijs. Als we de Vlaamse ouders niet kunnen waarborgen dat hun kinderen in de school van hun keuze terechtkunnen, dan bestaat het risico dat ze uit Brussel weg trekken. Dat willen we absoluut vermijden. De hoofdstad heeft die middenklasse broodnodig."
Delva: "Daarmee willen we niet zeggen dat we alleen de belangen van de Nederlandstalige ouders willen behartigen. We zijn ervan overtuigd dat ook anderstaligen baat hebben bij een voldoende Nederlandstaligheid in het Vlaams-Brusselse onderwijs."

De voorbije twee jaar ging veel aandacht naar de discussie tussen Pascal Smet (SP.A) en Jean-Luc Vanraes (Open VLD) over het Brussels Nederlandstalig onderwijs: meer scholen (Open VLD) of meer kwaliteit (SP.A). Waar positioneert CD&V zich in deze discussie?
Delva: "De discussie in de media komt niet helemaal overeen met de realiteit op het politieke terrein. Er kómen scholen bij in Brussel, maar dan op een aantal uitgelezen plaatsen. De gigantische uitbreiding waar sommigen voor pleitten, komt er dus niet. Ook over het feit dat de kwaliteit in het onderwijs niet mag lijden onder de capaciteitsuitbreiding, bestaat een grote consensus. In de richting die het beleid vandaag uitgaat, en die een tussenweg is, kunnen we ons vinden. Gerichte uitbreiding, waar nodig."

Moet de Vlaamse Gemeenschap nog een vijfde van de Brusselse schoolpopulatie beogen?
Debaets: "Het gaat niet over bakstenen alleen. We moeten er ook het onderwijzend personeel voor vinden. Kwaliteit houden in het Brussels onderwijs betekent ook voldoende mensen vinden om hier les te geven. En dan moeten we ook nadenken over methodes om de leerkrachten te ondersteunen: mentorschap, co-teaching. Lesgeven in Brussel is niet hetzelfde als voor een klas staan in Diksmuide of in Limburg. Er zijn tien keer zoveel vacatures in Brussel als in de rest van Vlaanderen."
Delva: "Elk kind in Brussel heeft recht op onderwijs, daarover is iedereen het eens. Nu er zich een demografische boom aankondigt, moet Vlaanderen met de Franse Gemeenschap afspraken maken om die bevolkingsgroei op te vangen. Die gesprekken zijn bezig."

Er zijn verontrustende cijfers over spijbelen: dat wordt in heel Vlaanderen, maar zeker in Brussel een nijpend probleem.
Debaets: "De middelen die het Brussels Gewest in spijbelpreventie pompt, zijn enorm gestegen, maar het aantal spijbelaars blijft blijkbaar ook stijgen. Ik zie ze ook passeren in de gemeenteraad (van Elsene, SVG), die goedbedoelde initiatieven. Ze gaan met die jongeren djembé spelen, of ze gaan naar Walibi. De vraag is of die aanpak loont. Wij geloven sterk in projecten als time-out, waarmee Don Bosco (TSO en BSO) in Sint-Pieters-Woluwe bezig is. Er zijn 180 leerlingen begeleid, van wie er 161 opnieuw naar de schoolbanken zijn geleid. De jongeren worden een tijdje heel intensief gevolgd, en dat werpt vruchten af."
Delva: "Spijbelen is een probleem van de grote steden. In die zin zijn Vlaanderen en Brussel niet met elkaar te vergelijken. En toch zijn er grote steden in Vlaanderen die hier hard in investeren. Antwerpen heeft bijvoorbeeld een spijbelambtenaar. Ook de verantwoordelijkheid van de ouders is van belang, al willen we hen zeker niet zomaar met de vinger wijzen. Opvoedingsondersteuning kan alvast een bijdrage leveren tot een betere aanpak van het spijbelen."

Een vraag over de regeringsvorming. De formatie is afgesprongen, ditmaal op een voorstel van CD&V om de gezondheidszorg te splitsen, weliswaar met een federale sokkel. Wat vindt u als Brusselaars daarvan? Subnationaliteit wordt zo wel heel concreet.
Delva: "Het gaat niet over subnatio­naliteit, maar over gemeenschapskeuze. Dat is een heel ander principe. Voor CD&V is het belangrijk dat er een link blijft bestaan tussen Vlaanderen en Brussel. Daar mag ook concreet invulling aan worden gegeven. Als we moeten kiezen tussen regionaliseren en communautariseren, dan kiezen we om die reden voor het laatste."

Professor Bruno De Wever (UG) zegt in Knack dat niemand ook echt geloof hecht aan de haalbaarheid van gemeenschapskeuze.
Debaets: "Het is nu al zo dat beide gemeenschappen in Brussel andere pakketten aanbieden volgens de bevolkingsgroep die ze bedienen. Er bestaat al een Vlaamse zorgverzekering. En de Franse Gemeenschap, om een ander voorbeeld te nemen, biedt gratis schooltransport aan waarvan Nederlandstalige scholieren niet kunnen genieten. De Nederlandstalige vleugel van het ziekenfonds waarvan ik lid ben, heeft een ander aanbod dan de Franstalige vleugel. Belangrijk bij gemeenschapskeuze is dat de keuzevrijheid behouden blijft. Vlaams kiezen voor de gezondheidszorg en Frans voor het onderwijs, dat moet blijven kunnen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni