Er wordt meer gespijbeld in de steden, en het BSO scoort slechter dan het TSO en ASO. Dat blijkt uit cijfers die donderdag zijn vrijgegeven minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). Niet zo abnormaal vindt sociologe en onderwijsexpert aan de UGent, Mieke Van Houtte.
'Jongeren worden in steden sneller verleid om niet naar school te gaan'
In Brussel, Gent en Antwerpen liggen het percentage spijbelaars tussen de 5,3 en 6,6 procent. De gemiddelde score in de Vlaamse provincies ligt ruwweg maar rond de 2,5 procent.
“Allereerst heeft dit vooral te maken met te sociale achtergrond van de mensen die in steden leven. Vaak is er veel meer kansarmoede.” Een logische verklaring die velen wel aanvoelen, maar er is meer. “Wat ook vaak in de literatuur wordt aangehaald is, dat er simpelweg meer te doen is in een stedelijke context. Jongeren worden dus sneller verleid om niet naar school te gaan.” Laat Van Houtte weten.
'ASO-leerlingen hebben meer te verliezen'
Dat er in het (deeltijds) BSO meer gespijbeld wordt, zal voor velen ook als logisch aanvoelen. Toch lijken de verschillen exuberant. In het Brussel Hoofdstedelijk Gewest spijbelt slechts 1,2 procent van de ASO’ers in de tweede en derde graad. In het BSO ligt dat op 21,7 procent.
In het deeltijds beroeps secundair onderwijs zitten er zelfs uitschieters tot 92 procent bij.
“Maar ook hier is er meer dan enkel de sociale achtergrond. Leerlingen uit het ASO hebben vaak meer te verliezen door niet naar school te gaan dan leerlingen uit het BSO. Daarom gaan zij sneller de kosten-baten analyse maken en beslissen thuis te blijven.”
Oplossing
Sinds het schooljaar 2016-2017 wordt het CLB sneller ingeschakeld. Vanaf dat een leerling vijf halve dagen ongewettigd afwezig is, wordt er een gesprek opgezet met de school en de ouders. Dit zou er mede voor zorgen dat het aantal spijbelaars al drie jaar min of meer stagneert.
“Dat is een stap in de goede richting. Leerlingen gaan spijbelen om verschillende redenen. Het is een moeilijke leeftijd en soms willen ze gewoon weglopen van hun problemen,” zegt Van Houtte.
“Daarom is het belangrijk dat er een goede band met de school en de ouders is. Zo kan er gepraat worden en geluisterd worden om zo de reden te achterhalen. Het is beter om te luisteren dan te straffen.”
Het feit dat er de laatste jaren minder leerlingen definitief van school worden gestuurd, kan dan ook een positieve invloed hebben volgens Mieke Van Houtte.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , mieke van houte , spijbelen , nederlandstalig onderwijs , BSO
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.