Meer meldingen kindermishandeling en –verwaarlozing

De voorbije jaren is het aantal meldingen van kindermishandeling en –verwaarlozing in Brussel gestegen. Dat maakt het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling bekend naar aanleiding van haar 30-jarig bestaan. "De bereidheid om erover te praten neemt toe", zegt directeur Erik Van Dooren. "maar de groep die hulp krijgt blijft nog te klein."

Van 2010 tot 2015 is het aantal meldingen dat bij het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling is binnengekomen gestegen van 277 naar 432. "Misbruik en verwaarlozing nemen niet toe, maar de bereidheid om te spreken wel", legt Erik Van Dooren, directeur van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, uit aan BRUZZ.

Een positieve evolutie, maar er is nog veel werk aan de winkel. Internationaal onderzoek toont namelijk aan dat drie tot vijf procent van alle kinderen een zware vorm van mishandeling of verwaarlozing meemaken", gaat hij verder. "Voor Brussel gaat het dus om minstens 8000 kinderen op jaarbasis waarvan slechts een kleine groep de noodzakelijke hulp krijgt."

Anonimiteit
Verschillende oorzaken verklaren waarom die kwetsbare groep jongeren onvoldoende bereikt wordt. "De meeste meldingen komen van professionals uit het onderwijs en gezondheidszorg en niet van buren of familie", legt Van Dooren uit. "We denken dat dit komt door de anonimiteit van de grootstad." In Brussel komt slechts 10 procent van de meldingen van burgers, terwijl dat aantal in Vlaanderen op 40 procent ligt.

"Vandaar hameren wij, maar ook andere centra, op het belang van het bekendmaken van mogelijkheden van hulpverlening bij zowel burgers als professionals. In Brussel moet die sensibilisering bovendien op een tweetalige manier gebeuren", zegt Van Dooren.

Belang van ervaring
Daarnaast concludeert het VK uit onderzoek dat leerkrachten emotionele mishandeling vaak onderschatten. "We hebben ernstige situaties aan leerkrachten voorgelegd en die worden vaak niet voldoende erkend", stelt Van Dooren vast.

Bovendien "speelt ervaring met mishandeling, of dat nu professioneel of privé is, een grote rol om het te herkennen en te zien of een kind nood heeft aan de tussenkomst van een volwassene." Het VK zal daarom volgens Van Dooren de vorming en sensibilisering van professionelen ervaringsgerichter moeten maken.

Tenslotte wordt op verschillende manieren gereageerd op een situatie van mishandeling of verwaarlozing bij westerse kinderen en kinderen van een andere origine. "Het is nu onze taak om uit te zoeken hoe dat komt", bevestigt Van Dooren.