Wateroverlast: ‘Hoog tijd voor een ander stormbeleid’

Laurent Vermeersch
© BRUZZ
15/06/2016

Om het risico op overstromingen te beperken moet Brussel niet alleen investeren in stormbekkens, maar vooral ook in de plaatselijke opvang en een betere infiltratie van regenwater. Dat is de boodschap van enkele wetenschappers.

Ondergelopen kelders, straten en zelfs metrotoegangen. Intense regenval zorgde een week geleden voor heel wat waterellende in Brussel. Op enkele uren tijd viel evenveel regen als gemiddeld op een halve maand juni. Ongewoon, maar met de klimaatsverandering kan de uitzondering straks de regel worden. Brussel kan zich dus maar beter wapenen tegen al dat water.

Extra stormbekkens bouwen, klinkt het dan al snel. Dergelijke ondergrondse bouwwerken om overtollig water tijdelijk op te vangen zijn echter erg duur. Bovendien zijn ze een voorbeeld van symptoombestrijding en pakken ze het probleem niet bij de bron aan, zeggen wetenschappers.

“Stormbekkens hebben hun nut op piekmomenten, maar ze veranderen niets aan de hoeveelheid water die we moeten verwerken,” zegt Kevin De Bondt, geoloog aan de VUB. “Het water komt enkele uren later opnieuw in de riolering terecht.”

Fundamenteel probleem is dat de verstedelijking ervoor gezorgd heeft dat regenwater bijna nergens nog in de grond kan sijpelen. Het komt zo heel snel en tegelijk in de riolering terecht. Wetenschappers pleiten dan ook voor investeringen in een betere opvang van regenwater verspreid over de stad. Dat kan met regentonnen en het aanleggen van groene zones die tijdelijk kunnen overstromen. Dat extra oppervlaktewater kan bovendien een verrijking zijn voor de publieke ruimte in de stad.

Daarnaast kan worden ingezet op zogenaamde infiltratiebassins. “Wij hebben de ondergrond bestudeerd waardoor we nu weten waar dergelijke systemen kunnen werken,” aldus nog De Bondt. “Wat nog ontbreekt, is de politieke wil om hier op in te zetten. Minister voor Leefmilieu Céline Fremault (CDH) toont wel interesse, maar tot nu toe zien we dat nog niet in de verdeling van investeringen. Het meeste geld blijft gaan naar stormbekkens.”

Te voorzichtig
Behalve politici zijn ook bevoegde instanties zoals Hydrobru, Vivaqua en de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer te conservatief, klinkt het. “De overwelving van de Zenne was een topstaaltje van ingenieurskunst, maar anno 2016 is het hoog tijd om een ander beleid te voeren, met een andere filosofie,” zegt VUB-professor Philippe Claeys.

“We moeten stoppen met de natuur te forceren, we moeten ze gebruiken. Er is veel goeie wil, maar we zien dat men uiteindelijk toch altijd teruggrijpt naar achterhaalde recepten en investeert in extra beton.”Ook het nieuwe waterbeleidsplan dat in de maak is, brengt geen soelaas. “Het plan is goed, maar is opnieuw veel te voorzichtig in het kiezen voor alternatieve oplossingen.”

Bovendien staat Brussel nog nergens met het ontdubbelen van zijn rioleringsnet. Het afvalwater scheiden van het regenwater zou de waterzuivering nochtans een pak efficiënter maken. Nu komt er immers te veel relatief proper hemelwater in de zuiveringsstations terecht. Bijkomend probleem zijn de artificiële gewestgrenzen. Die bemoeilijken een coherent beleid in het hele stroomgebied van de Zenne.

Een en ander zorgt ervoor dat Brussel en België achterop hinken in vergelijking met de buurlanden. “Het probleem is dat het water in onze stad onzichtbaar is gemaakt omdat we onze rivieren hebben geïntegreerd in de riolering. Daardoor zijn mensen zich niet meer bewust van het belang van water. Als er een rivier door je stad stroomt, heb je een andere relatie met water,” besluit Claeys.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni