Regisseur Koen Mortier over 'Skunk': 'Het is een ode aan de jeugdzorg'

In Skunk vertelt de Brusselse regisseur Koen Mortier het verhaal van de 17-jarige Liam Gussé, een jongen die opgroeit in een gewelddadig gezin en wordt overgeplaatst naar de jeugdzorg. "Het thema jeugdzorg is onderbelicht, ook ik wist er niks vanaf," vertelt Mortier.

De vierde langspeelfilm van Koen Mortier is opnieuw een bikkelharde film, die aankomt als een stomp in de maag. "Het verhaal van Liam, die gespeeld wordt door Thibaud Dooms, is geen feelgoodverhaal," beaamt Mortier. "Ik wilde de aandacht vestigen op de Vlaamse jeugdzorg, maar wel op een echte manier, niet verbloemd. Het is namelijk een sector die nogal in een hoekje gedumpt wordt en waar te weinig aandacht naar gaat."

Skunk is gebaseerd op het gelijknamige boek van Geert Taghon, die vijftien jaar in de jeugdpsychiatrie werkte in Kortrijk. "Voor ik Skunk las, was ik zelf ook totaal niet op de hoogte over de job of het leven van de jongeren die in zo'n voorziening wonen. Daarna heb ik een heleboel mensen ontmoet die wel dagelijks met het thema in aanraking komen, zodat ik het verhaal juist kon vertellen," meent hij.

Brutaal in beeld

Het resultaat is een film die door merg en been gaat. Zo word je als kijker eerst ondergedompeld in de schrijnende thuissituatie van Liam en dan in de pijnlijke realiteit van de jeugdzorg. Zijn ouders (gespeeld door Sarah Vandeursen en Colin H. van Eeckhout van de Belgische doommetalband Amenra) drinken en tieren, schoppen en slaan. Mortier weet hoe hij het donkerste zo brutaal mogelijk in beeld moet brengen. Tijdens de seksbacchanalen die ze organiseren, vliegt hun zoon de kelder in. Daar doodt de verwaarloosde Liam zijn tijd met het eindeloos bekijken van de slasherfilm Scalps. Wanneer hij door alles en iedereen met rust wil gelaten worden, schijt hij in zijn broek. Ook als tiener.

De film Skunk is vanaf 13 maart in de zalen te zien.