Handhaaf eindelijk dat stadionverbod

Na elk voetbalincident volgt een opbod van nieuwe, nog strengere maatregelen. We zouden beter beginnen met het handhaven van de bestaande regels, schrijft BRUZZ-redacteur Bram Van Renterghem.

Anderlecht-Club Brugge is altijd een beladen match, maar afgelopen zondag maakten de ‘supporters’ het helemaal te bont. Brugse hooligans trokken in stoet door de woonwijken van Molenbeek en Jette. Ze scholden bewoners uit voor ‘makaken’ en vlogen hen aan. Passanten op scooters kregen klappen, de uitbaters van een doe-het-zelfwinkel werden het ziekenhuis in geslagen, hun inboedel aan gruzelementen geschopt. Elders werden winkelruiten ingegooid, straatmeubilair beschadigd en vuurwerk in de menigte gegooid. “Waar zijn de moslims,” riepen ze, en: “Ga terug naar je land.”

De tegenreactie liet niet op zich wachten. In Molenbeek werden twee Brugge-supporters bijna gelyncht. Elders droop een man met bebloed hoofd af nadat hij door wijkbewoners was afgeranseld. Op diverse metroperrons wachtten jongeren Brugge-supporters op om hen aan te vallen, in één geval met een mes in de hand. In totaal werden tachtig mensen verzorgd door de hulpdiensten, van wie er negen naar het ziekenhuis moesten worden gebracht. 63 mensen werden aangehouden.

Brusselse politici reageerden verontwaardigd op de aanval op hun stad en haar bewoners. Daarbij werden woorden als “ongedierte”, “schurken” en “uitschot” niet geschuwd. Die verontwaardiging is begrijpelijk, maar moet ook verhullen dat er tekort is geschoten. Want wie is nu werkelijk verbaasd dat Brugse hooligans op zoek zijn naar een knokpartij? Ook in eigen stad breken ze de boel geregeld af.

Dat Brugse knokploegen zonder begeleiding door volkswijken konden lopen, is dan ook onbegrijpelijk. Zoveel vrije ruimte is in de reguliere competitie ongezien. Daar is bij risicomatchen een combiregeling, waarbij de bezoekende ploeg alleen per ingelegde bus naar het stadion van de tegenstander kan. Zo’n combiregeling is niet vanzelfsprekend bij een bekermatch met niet 1.500 te begeleiden uit-supporters, maar twee keer 20.000 fans. Als alternatief kan de politie een plaatsverbod uitvaardigen. Zo heeft ze het recht om iedereen in supporterskleuren – of hooliganoutfit – administratief aan te houden of weg te sturen uit bepaalde wijken.

Voetbal lijkt weer gewelddadig te zijn geworden. Hoe dat gewelddadige karakter structureel te keren, is de hamvraag. Brussels burgemeester Philippe Close (PS) pleit alvast voor een levenslang stadionverbod en zware gerechtelijke vervolgingen. Dat laatste mag geen probleem vormen. Dankzij de vele camerabeelden zullen de daders allicht veroordeeld worden. En hopelijk ook effectief gestraft want daar knelt vaak het schoentje. En zo’n proces duurt lang. Het afschrikkende effect ervan is dus gering.

Hetzelfde geldt voor het stadionverbod. Dat bestaat al en is behoorlijk streng, maar wordt soms omzeild door doorgegeven tickets. In andere landen moeten fans met een stadionverbod zich voor wedstrijden melden bij een politiekantoor of hen bellen met een vaste lijn. Nederland onderzoekt de piste van tracken via een app. Daarnaast zijn er nog altijd identiteitscontroles mogelijk aan de ingang van het stadion, die nu niet standaard worden uitgevoerd.

De argumenten tegen dergelijke maatregelen zijn begrijpelijk: ze zijn tijdrovend, veroorzaken oponthoud aan het stadion en zijn lastig naar de fans toe. Maar eerder dan mee te gaan in een opbod van maatregelen die dan toch niet afgedwongen worden, is het beter om de bestaande maatregelen te handhaven. Tot het gratuite geweld eruit gaat, en voetbal weer echt een feest wordt.