Brussels Beer Project brouwt meer bier, maar wurgcontracten hinderen verkoop

Brussels Beer Project investeert een half miljoen euro om zijn productiecapaciteit in Anderlecht fors uit te breiden. De zaken gaan dan ook goed, al is dat niet dankzij de Brusselse horeca. Die is dichtgemetseld met 'wurgcontracten' waar geen speld valt tussen te krijgen, klaagt de brouwer: “We verkopen meer vaten in Lille dan in onze thuisstad.”

Het belooft een spectaculaire operatie te worden eind november: het dak van de brouwerij wordt verwijderd en vier roestvrije XXL-tanks worden met een kraan naar binnen getild. De bedoeling is om de installaties te laten landen als een vlinder op een bloem, “maar als het waait, kan nog van alles gebeuren”, waarschuwt CEO Sébastien Morvan.

De nieuwe installaties moeten de productiecapaciteit van Brussels Beer Project (BBP) verhogen met 40 procent tot wel 35.000 hectoliter per jaar. "Het equivalent van 10 miljoen flesjes", klinkt het bij de oprichters.

De uitbreiding is broodnodig, want business is booming. In 2023 spartelde de brouwer nog door een moeilijk jaar waarin het midscheeps geraakt werd door de stijgende loonkosten en consumenten die – als gevolg van de hyperinflatie - de hand op de knip hielden. Tegelijk besloot BBP om milieu- en economische redenen niet meer buiten Europa te exporteren.

Maar die zwarte sneeuw is nu gesmolten en dit jaar steeg de omzet al met 10 procent tegenover 4 procent in 2024. Paradepaardje Delta IPA vormt de motor achter die groei, goed voor 40 procent van de verkoop. Alcoholvrije bieren vertegenwoordigen al 13 procent, maar dat moet de komende jaren groeien naar 25 procent.

Wurgcontracten

Toch is niet alles rozengeur en maneschijn, waarschuwt CEO Morvan. De groei van BBP is namelijk niet dankzij maar eerder ondanks de Brusselse horeca. “Dat is eigenlijk het enige minpunt in ons rapport: onze verkoop in de Belgische horeca verminderde met 8 procent.”

Dat heeft alles te maken met de huidige crisis waarin de horeca verkeert, luidt de redenering. "Er sluiten vandaag meer cafés dan er openen. Het is echt een moeilijke markt nu consumenten minder uitgeven, maar de lonen wel geïndexeerd worden en de belastingen torenhoog blijven.”

Daarbovenop is het zéker in Brussel erg moeilijk om als kleine brouwer binnen te breken in het horecalandschap. Morvan wijst daarbij op het principe van de zogenaamde ’wurgcontracten’ waarbij grote brouwerijen panden kopen en een verplichting tot drankafname koppelen aan een huurcontract.

“Mensen vergissen zich soms, maar wij zijn maar een kleine kmo, microscopisch klein tegenover de grote spelers in de sector. Daar kunnen wij niet tegenop.”

Intussen is het zo ver gekomen dat Frankrijk, waar horecacontracten minder een probleem vormen, de markt met het grootste groeipotentieel vormt voor BBP. Onze zuiderburen zijn goed voor 15 procent van de verkoop. “We verkopen al meer vaten in Lille dan in Brussel”, aldus Morvan. "Dat kan toch niet de bedoeling zijn als Brusselse brouwerij?”

Lees verder onder de foto.

Ordonnantie

Inmiddels ligt er in het Brussels parlement wel een ordonnantie op tafel die de huurovereenkomsten wil loskoppelen van quota voor de afname van drank. Dat voorstel van Pascal Smet (Vooruit) en Ludivine de Magnanville (MR) zal waarschijnlijk eind november gestemd worden.

Morvan zegt de ordonnantie alvast te steunen. "Café-uitbaters moeten meer vrijheid krijgen. In Brussel verkopen praktisch alle horecazaken op dit moment hetzelfde. Door de bieren in flesjes bestaat er een illusie van diversiteit, maar het zijn de vaten waar de échte volumes vandaan komen."

Volgens Morvan is dat ook slecht voor het imago van België als bierland. "Stel je eens voor dat er in alle zaken in Parijs, maar vier wijnen worden aangeboden. Wat voor wijnland zou Frankrijk dan zijn?"