Verschil van 500 euro netto tussen werken en niet werken nu al vaak realiteit

Uit een nieuwe studie blijkt dat 94,5 procent van de niet-werkenden in België nu al minstens 500 euro netto per maand meer zou overhouden door voltijds te gaan werken. Dat schrijft De Standaard maandag.

Een van de prioriteiten van de regering-De Wever is om het verschil tussen werken en niet werken te vergroten. De bedoeling is dat, op het einde van de regeringstermijn, die kloof 500 euro netto per maand bedraagt, zodat meer mensen richting de arbeidsmarkt worden geduwd.

Uit een nieuwe studie van de UAntwerpen blijkt echter dat voor ruim negen op de tien dat verschil vandaag al minstens 500 euro bedraagt. Het gaat daarbij enkel om dat deel van de bevolking dat op papier wel zou kunnen werken, maar dat niet doet. Studenten, gepensioneerden of langdurig zieken behoren dus niet tot de doelgroep. Zeven op de tien zou zo meer dan 1.000 euro netto winnen, twintig procent zelfs meer dan 2.000 euro.

Voor wie vandaag een werkloosheidsuitkering ontvangt, zou de gemiddelde winst 928 euro netto per maand zijn. Voor wie een leefloon ontvangt, gaat het om 838 euro.

Het onderzoek identificeert echter ook 'risicoprofielen', zoals alleenstaande moeders met een uitkering of gehuwde koppels met kinderen die volledig afhankelijk zijn van sociale bijstand. Voor hen zou de stap naar de arbeidsmarkt vanwege het grote sociale vangnet waaraan ze vasthangen, weinig aantrekkelijk zijn.