Freya Van Nieuwenhuysen op een brug over de Kleine Ring.
In 1958 stond België in het middelpunt van de belangstelling. Dat kwam door de Wereldtentoonstelling (Expo 58), die van 17 april tot 19 oktober in onze stad plaatsvond. Meer dan 42 miljoen bezoekers trokken naar de Heizel, allemaal waren ze betoverd door het Atomium en droomden ze van een hoopvolle en moderne toekomst. In die maanden leerden ze ook een nieuw fenomeen kennen: de file.
Lees ook: BIG CITY. Waarom mag Sint-Gillis als enige gemeente haar gemeentehuis een stadhuis noemen?
Om de miljoenen bezoekers vlot naar de hoofdstad te krijgen, startte minister van Openbare Werken Omer Vanaudenhove een nooit geziene moderniseringsoperatie. De buitenring werd verbreed, nieuwe tunnels zagen het licht en er kwamen brede lanen richting het Heizelplateau. Bezoekers moesten in 1958 in Brussel kennis kunnen maken met een gemakkelijk toegankelijke stad, klonk het ambitieus. Maar uitgerekend die werken, bedoeld om opstoppingen te vermijden, legden de kiem voor het fileprobleem dat we vandaag nog kennen.
"Wanneer ontstond de eerste file in Brussel"
In het televisieprogramma Operatie Brussel klonk het nog hoopvol. De begintune? Een kinderliedje aangevuld met vrolijke claxons. Het was een veelzeggend geluid voor de toekomst. Zodra in mei 1958 de Expo haar deuren opende, stond Brussel muurvast. Bezoekers kwamen massaal met de auto, parkeerden lukraak langs de weg of weigerden te betalen op de officiële parkings. De stad kon die toevloed onmogelijk slikken.
De noodgrepen van 1958 zouden nog decennia zichtbaar blijven. Het viaduct van Koekelberg, bedoeld als tijdelijke oplossing, bleef tot 1984 staan voor het werd vervangen door de Annie Cordytunnel. Zelfs delen van de Tervurenlaan en de A12, toen aangelegd om bezoekers sneller naar de Heizel te brengen, vormden de ruggengraat van het huidige Brusselse verkeer.
Toch bleek het begin van iets groters. Want waar Brussel in 1958 nog droomde, vlot verkeer, behoort de stad vandaag tot de tien meest filegevoelige ter wereld. Volgens TomTom duurt het in Brussel gemiddeld 27 minuten om 10 kilometer af te leggen. Dat is even snel als een elektrische step. De gemiddelde Brusselse automobilist spendeert ruim 100 uur per jaar in de file. Dat is vier volle dagen stilstaan.
Lees verder onder de foto's
Zevenenzestig jaar na Expo 58 is de ironie compleet. Wat bedoeld was als een toonbeeld van moderniteit, luidde de eeuw van het fileleed in. De claxons die toen vrolijk klonken in Operatie Brussel zijn nu het dagelijkse achtergrondgeluid van een stad die al sinds 1958 probeert vooruit te raken.
VOLGENDE KEER: Wie zijn de Romeo en Julia van de Begraafplaats van Elsene?
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , Big City , Expo 58 , file
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.