MR wil Brussels parlement betrekken bij rechtszaak rond sociale woningen

Brussels parlementslid Louis de Clippele (MR) heeft een verzoek voor een tussenkomst ingediend, enkele uren voor start van de rechtszaak tussen de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en het Brussels Gewest. "Ik wil de rechter vragen om rekening te houden met de controlefunctie van het parlement."

De zitting op de rechtbank van eerste aanleg Brussel, afdeling Burgerlijke Zaken, is gepland sinds 16 september, was het begin van het proces tussen beide partijen over de betaling van meer dan 66 miljoen euro die het Gewest verschuldigd is aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM). Dat bedrag is bedoeld voor de bouw van 446 sociale woningen in Anderlecht, Laken, Haren en Molenbeek, waarvan de voorlopige oplevering al is gebeurd.

Het verzoekschrift van De Clippele verraste beide partijen en heeft tot vertraging geleid. De rechtbank zag zich namelijk genoodzaakt om de zaak uit te stellen tot 14 november, om de onverwachte vraag van de Franstalige liberaal te bekijken.

Het Brussels parlementslid maakte zijn verzoek pas zondagavond kenbaar, zo stelde een van de advocaten van de huisvestingsmaatschappij, die duidelijk misnoegd is over de zet. De plotse betrokkenheid van de politicus in de rechtszaak, roept zowel ethische als politieke vragen op.

65,5 miljoen

De advocaat van De Clippele, verklaarde na afloop van de zitting dat de MR-politicus het verzoek heeft ingediend omdat het Brussels Gewest niet over voldoende middelen zou beschikken om claim van de huisvestingsmaatschappij, goed voor 65,5 miljoen euro, te kunnen betalen. Volgens De Clippele moet het parlement daarbij worden betrokken omdat er al meer dan 500 dagen geen Brusselse regering met volle bevoegdheden is.

Tegen BRUZZ verklaart De Clippele dat hij gevraagd heeft om gehoord te worden, omdat hij vindt dat de rol van het Brussels parlement niet mag worden genegeerd. "Het parlement heeft de cruciale taak om de regering te controleren. Maar wij kunnen die taak niet naar behoren uitvoeren, omdat we geen zicht krijgen op deze ongeziene rechtszaak. Het is ongehoord dat een instelling van openbaar nut (zoals de BGHM), de gewestelijke overheid voor de rechter daagt."

"Ik heb de bevoegde staatssecretaris, mevrouw Ben Hamou (van PS, red.), verschillende keren gevraagd om het parlement inzage te laten krijgen in dit dossier. Maar ze is niet op die vraag ingegaan." De Clippele heeft weinig vertrouwen in Ben Hamous afhandeling van de rechtszaak, net omdat zij bevoegd is voor de huisvestingsmaatschappij en haar partij een grote voorstander is van meer sociale woningen.

“De BGHM wilde zaak in kort geding afhandelen, en de advocaat die de staatssecretaris heeft aangesteld heeft daar geen bezwaar tegen gemaakt. Door mijn verzoek krijgt de rechter meer tijd om alle argumenten te aanhoren.”

Begroting

"Het gaat om een groot bedrag dat, als het wordt toegekend, zal wegen op de Brusselse begroting. Dat moet niet op een drafje worden afgehandeld, ik zal de rechter vragen om rekening te houden met de controletaak van het parlement, en om de scheiding der machten te respecteren. Het is het parlement dat moet stemmen over elk item in de begroting, een rechter mag niet beslissen of iets in de begroting thuishoort of niet", zo vindt De Clippele.

De advocaat van De Clippele verklaarde maandag dat hij bereid was de zaak diezelfde ochtend te bepleiten, maar de rechter besloot dat de zitting moest worden uitgesteld. De verdediging van de sociale huisvestingsmaatschappij, betreurde de vertraging. Hij blijft erbij dat het Gewest zijn contractuele verplichtingen moet nakomen, ook in lopende zaken, en dus met het geld over de brug moet komen.