PS na ontslag Leisterh: ‘Bouchez is verantwoordelijk voor stilstand’

David Leisterh (MR) kondigde dinsdag zijn ontslag aan als formateur en is daarbij scherp voor de partijen waarmee hij de voorbije maanden onderhandelde. De PS voelt zich niet aangesproken en wijst in een reactie aan BRUZZ beschuldigend richting MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez als stoorfactor.

"Ik respecteer de beslissing van David Leisterh en wens hem veel succes in zijn functie als burgemeester", reageert PS-fractieleider in de Kamer Ridouane Chahid. "Dit besluit moet moeilijk zijn geweest, vooral omdat het niemand minder is dan zijn eigen partijvoorzitter die hem voortdurend dwarszat." Volgens onze informatie neemt MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez nu het stokje over van Leisterh als formateur.

"Brussel heeft geen behoefte aan politici die stoppen", klinkt het verder bij Chahid. "Het heeft behoefte aan vrouwen en mannen die een dam kunnen opwerpen tegen zij die de stad willen verarmen en uitleveren aan Vlaams-nationalisten, die, zoals iedereen weet, nooit respect hebben gehad voor onze hoofdstad."

"Brussel verdedigen, dat betekent ook: de moed hebben om nee te zeggen tegen beslissingen die op andere beleidsniveaus worden genomen wanneer ze het leven van onze medeburgers schaden", zo trekt Chahid van leer. Hij verwijst daarbij naar onder meer de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, een beslissing genomen door de federale regering met onder meer MR en N-VA.

Aan persagentschap Belga laat de voorzitter van de Brusselse PS Ahmed Laaouej nog weten dat “de prioriteit voor de komende dagen en weken blijft liggen bij de snelle goedkeuring van een begroting voor het jaar 2026". "Die begroting moet gesteund worden door een meerderheid die in staat is een regering te vormen om het hoofd te bieden aan de sociale, ecologische en economische noodsituaties in het gewest."

Martin Casier, Brussels parlementslid en ondervoorzitter van de Brusselse PS, reageert woensdag bij BRUZZ op het vertrek van Leisterh. “We respecteren de persoonlijke beslissing van David Leisterh, maar we betreuren die ook. Want nu belandt Brussel in een heel moeilijke situatie, en we waren er bijna”, zo zegt Casier.

“We hebben namelijk al akkoord over 85 procent van de inspanningen die we willen leveren, goed voor 1 miljard euro. Het werk van de laatste weken mag niet verloren gaan. Als we terug van nul moeten beginnen, gaat opnieuw erg veel tijd verloren.”

Twijfel aan Bouchez

Maar de PS'er drukt zijn bezorgdheid uit over de zet van Bouchez, die zich opwerpt als vervanger van Leisterh. “Hij zat ook bij de eerdere gesprekken mee aan tafel, dus zo veel verandert er nu niet. Maar wij hebben wel vragen bij de geloofwaardigheid van meneer Bouchez. We twijfelen aan zijn capaciteiten om compromissen te sluiten, dat ging de laatste weken moeilijk.Hij heeft het moeilijk om een akkoord te vinden met linkse partijen.”

“Maar links heeft een meerderheid in het Brussels parlement. Er moet een compromis worden gevonden tussen links en rechts in Brussel”, zo klinkt Casier stellig.

De PS’er maakt ook duidelijk waar de onderhandelingen de afgelopen weken op zijn vastgelopen. “Concreet ging het om een voorstel voor besparingen op de gemeenten, op de verenigingen, op de welzijns- en zorgsector in Brussel. Dat zijn voor ons heel belangrijke sectoren, die bovendien stevig getroffen zullen worden door besparingen op het federale niveau.”

“Wij hebben daarom duidelijk gezegd: daar willen we niet op besparen. Maar we hebben daarvoor een tegenvoorstel op tafel gelegd, met voor elke lijn een alternatief ter waarde van hetzelfde bespaarde bedrag.”

Conclaaf

Voor Casier is er maar één mogelijkheid, nu doorpakken. “We moeten nu vooral naar de toekomst kijken en zo snel mogelijk proberen te landen met zes partijen. Er kunnen geen passieve dagen meer zijn. Wij zijn zelfs bereid tot een begrotingsconclaaf, waarbij niemand de tafel verlaat tot er een akkoord is.”

“Het klopt dat er nog geen meerderheid is aan Vlaamse kant. Maar met zes beschikken we over een meerderheid in het Brussels parlement waarmee we wetten en een begroting kunnen goedkeuren, dat is het belangrijkste.”