Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

Interview met Liesbeth Driesen.

Interview

Liesbeth Driesen (Groot Eiland): 'Vacatures in Brussel zijn niet afgestemd op de inwoners'

Maria Saldi
07/10/2025
Updated: 07/10/2025 19.29u

“In de politiek spreekt niemand nog over de sociale economie.” Daarom doet Liesbeth Driesen het wél als directeur van Groot Eiland, de organisatie die centraal staat dit jaar bij Brussel Helpt.

Bio Liesbeth Driesen

  • Behaalde een master economie aan de UGent en later een bachelor geschiedenis aan de VUB
  • Werkte onder meer als uitgever en account manager, en was van 2008 tot 2017 directeur bij vzw Cyclo
  • Was van 2017 tot eind 2024 directeur-diensthoofd directie werkgevers bij Actiris
  • Sinds december 2024 algemeen directeur bij Groot Eiland

Het is bedrijvig op vrijdagmiddag aan de Henegouwkaai in het Bel’O restaurant van Groot Eiland. Buurtbewoners komen er met uitzicht op het kanaal in Molenbeek lunchen met soep of een broodje. De groenten komen van de stadsakker achterin, de drankjes worden lokaal gemaakt en de bediening gebeurt door Brusselaars die ‘ver van de arbeidsmarkt staan’.

“Er komen heel uiteenlopende profielen terecht bij Groot Eiland,” legt directeur Liesbeth Driesen uit. “Langdurig werklozen in armoede, nieuwkomers, mensen die psychisch kwetsbaar zijn, een burn-out hebben of met verslaving kampen. Bij ons leren ze vakkennis, zoals in de keuken of bij de schrijnwerkerij, maar ook algemene competenties die bij werk horen. Ze leren samenwerken met collega’s en op tijd komen, maar ook hun zelfvertrouwen groeit hier.”

Is het de bedoeling dat iedereen die bij Groot Eiland komt daarna doorstroomt naar de reguliere arbeidsmarkt?

Liesbeth Driesen: Nee, want sommige problemen gaan niet zomaar over. Denk aan verslaving of psychische problemen zoals schizofrenie. We werken niet met mensen met een beperking, wel met mensen die tussen twee stoelen vallen: ze zijn te goed voor een psychiatrisch dagcentrum, maar te zwak voor een arbeidscontract. Die mensen komen niet voor onze werkervaringstrajecten, maar krijgen arbeidszorg. Met een vrijwilligerscontract gaan ze aan de slag op de stadsboerderijen of in de creatieve ateliers.
Ze naaien cadeautjes voor de dag van de leerkracht, bakken taarten of helpen met de oogst. Dat schept rust en tegelijk routine. Als je bij Groot Eiland komt om door te stromen naar de arbeidsmarkt, blijf je maximaal twee jaar. Mensen in de arbeidszorg kunnen in principe ad vitam blijven. Het geeft ritme aan hun week, en tegelijk dragen ze bij aan de economie.

Vinden mensen die wel overstappen naar de reguliere arbeidsmarkt makkelijk een job?

Driesen: Dat blijft een grote uitdaging. Mensen die langdurig werkloos zijn, botsen vaak op vooroordelen bij werkgevers. Of ze hebben niet alle gevraagde competenties, zoals een diploma of de juiste talenkennis. Zestig procent van de uitstromers vindt na Groot Eiland een job of een opleiding. Onze jobcoaches leren hen solliciteren en leggen contact met mogelijke werkgevers. De VUB heeft al een aantal mensen van bij Groot Eiland aangenomen in de studentenresto.

Maar we hebben niet genoeg mankracht om de hele Brusselse arbeidsmarkt af te schuimen. Ik wil werkgevers oproepen om open te staan voor sollicitanten die niet het perfecte profiel hebben.

Verder hangt de overgang af van persoon tot persoon. Als je Nederlands praat, heb je een streepje voor op de arbeidsmarkt. Iedereen die een traject volgt, kan tegelijk Nederlandse les volgen. Met de instructeurs en de klanten krijgen ze de kans om te oefenen. Voor sommigen is dat voldoende om achteraf in te zetten op de werkvloer, voor anderen niet.

c0146179-794aef22-brz202510081951brussel-helptgroot-eilandliesbeth-driessen4csaskia-vanderstichele.jpg

Saskia Vanderstichele

| Liesbeth Driesen: "Mensen die langdurig werkloos zijn, botsen vaak op vooroordelen bij werkgevers"

In het gewest zijn er zo’n 90.000 werklozen. Waarom is werkloosheid in de hoofdstad een probleem?

Driesen: In Brussel is er een grote mismatch tussen de vacatures en de inwoners van Brussel. Meer dan de helft van de aanbiedingen bij Actiris vraagt kennis van het Nederlands, terwijl maar een kleine minderheid Brusselaars de taal machtig is. In Vlaanderen en Wallonië heb je vaak maar één taal nodig, in Brussel eigenlijk drie als je Engels meetelt. Dat is zeker moeilijk als je uit een land komt waar geen enkele van die talen gesproken wordt.

Veel beschikbare jobs mikken op hoogopgeleiden, terwijl veel Brusselaars dat profiel helemaal niet hebben. Los van die specifieke vaardigheden zijn er veel mensen die niet eens kunnen werken, omdat ze bijvoorbeeld geen kinderopvang kunnen betalen of omdat ze psychosociale problemen hebben.

Ook een dak boven je hoofd is nodig om te gaan werken. Geloof mij, als iemand ’s morgens aankomt, merk je het al snel wanneer die niet in een bed heeft geslapen. Sommige van onze werknemers hoppen van zetel naar zetel bij vrienden. De stress die daarbij komt kijken, is niet te schatten. Gebrek aan stabiele huisvesting is vaak de reden dat mensen uitvallen bij Groot Eiland. Onze trajectbegeleiders zouden de competenties van mensen moeten meten, maar hebben de handen overvol met mensen pakweg aan een appartement te helpen.

Per jaar begeleidt Groot Eiland zo’n 350 mensen. Is dat een druppel op een hete plaat?

Driesen: Ik heb dat gevoel niet. Zoals de naam het zegt, is Groot Eiland wel degelijk groot. Dit is niet gewoon een restaurantje met een paar mensen. We hebben zes restaurants, een cateringbedrijf, verschillende stadsboerderijen, een winkel, een vergroeningsproject en een schrijnwerkerij. Iedereen die hier binnenkomt met zijn problemen, vindt in een van die sectoren wel zijn gading. Er zijn nog zoveel andere werkplaatsen in de Brusselse sociale economie. Maar als je de hele Brusselse situatie bekijkt, is het misschien wel een druppel op een hete plaat. Het valt zelfs niet te berekenen hoeveel mensen in Brussel een kwetsbaar profiel hebben op de arbeidsmarkt.

De beperkte gesubsidieerde arbeidsplaatsen die de sociale economie mag aanbieden, zijn bij lange niet voldoende als antwoord. Mensen die bij ons een werktraject volgen, komen via Actiris en hebben een gesubsidieerd arbeidscontract. Als je een leefloon krijgt, kun je ook met een artikel 60-statuut via het OCMW bij ons terecht. Die systemen, en bij uitbreiding de hele sociale economie, staan onder druk van het beleid.

"Ik wil werkgevers oproepen om open te staan voor sollicitanten die niet het perfecte profiel hebben"

Hoe voelt de sociale economie die druk?

Driesen: Neem de afschaffing van de uitkeringen van langdurig werklozen, die in januari ingaat. Vivalis (de administratie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor Gezondheid en Bijstand aan Personen in Brussel, red.) heeft ingeschat dat meer dan dertig procent van de duizenden getroffen Brusselaars zal terugvallen op een leefloon bij de OCMW’s, die nu al te weinig middelen hebben. Het aantal aanvragen bij werkplekken in de sociale economie zal dus groter worden.

Veertig procent van de Brusselaars die hun uitkering verliezen, zal helemaal niets meer hebben om op terug te vallen. Die komen in de natuur terecht en we zullen als maatschappij alle grip op hen verliezen. In 2015 is hetzelfde gebeurd met jongeren zonder diploma middelbaar onderwijs die hun inschakelingsuitkering kwijtraakten. Omdat de overheid ze niet meer vond, zijn die later via allerlei Europese NEET-projecten (Not in Education, Employment, or Training, red.) opgevist.

Met de langdurig werklozen wordt dat hetzelfde verhaal. Het gaat om kwetsbare mensen: kortgeschoolden, of mensen van wie het diploma in België niet erkend is, en ook veel alleenstaande ouders en jongeren. Allemaal profielen die een aangepaste arbeidsplaats nodig hebben, want anders zouden ze al lang aan de slag zijn.

De maatschappelijke infrastructuur daarvoor bestaat al: de sociale economie met meer dan 160 inschakelingsondernemingen in Brussel. Wij hebben de expertise en omkadering opgebouwd, maar wat zien we nu gebeuren? In de politiek spreekt niemand nog over de sociale economie. Alle overheidsniveaus halen beetje bij beetje onze subsidies weg, alsof het steentjes in een Jenga-toren zijn. Op den duur valt die toren in elkaar en zijn de organisaties weg. En over een paar jaar zal iemand denken: “Eigenlijk zouden we die mensen aangepaste werkplekken moeten geven.”

“Sommige van onze werknemers hoppen van zetel naar zetel bij vrienden”

Merken jullie nu al impact van die beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd op jullie doelpubliek?

Driesen: We hebben sowieso al wachtlijsten, voor elke arbeidsplek zijn er zeker tien kandidaten. Maar sinds de aankondiging van die maatregel krijgen we veel meer telefoons van mensen die werkervaring zoeken. Bij mensen in de arbeidszorg, die dus niet per se kunnen doorstromen naar de arbeidsmarkt, slaat de paniek volledig toe.

Zij die op dit moment een werkloosheidsuitkering krijgen, hebben een brief in de bus gekregen over wat gaat komen. Ze stellen zich allerlei doembeelden voor en hebben administratieve hulp nodig om hun situatie te bekijken. Zoals altijd vallen de lasten van nieuw beleid op de schouders van de sociale sector. Omdat Groot Eiland de laatste jaren groter is geworden is, zitten we al met groeipijnen. Nog extra werklast voor onze begeleiders en het administratief personeel, zet druk op de veerkracht van het team.

Ik snap dat niet iedereen een werkloosheidsuitkering moet krijgen, maar nu dropt de overheid gewoon de bom en kijkt dan wat er gebeurt. Absurd. De behoefte aan geld zal sowieso blijven bestaan, dus mij lijkt het logisch dat dat op de zwarte markt zal gebeuren. Of op andere manieren die we niet willen. De maatregel zal Brussel alleszins geen deugd doen.

Reflecteert de politieke druk op de sociale economie de publieke opinie dat dit geen ‘echt werk’ is?

Driesen: Mensen die niet in contact komen met sociale economie doen soms meewarig over de sector. Ze denken dat er veel middelen naar een klein resultaat gaan, omdat niet iedereen doorstroomt naar de gewone arbeidsmarkt. Maar iedereen die hier langskomt, is laaiend enthousiast. Groot Eiland wordt echt gezien als voorbeeldproject, met bezoekers uit binnenland en buitenland. Brusselaars komen eten in onze restaurants, of plukken groenten op de stadsakkers.

De voorbije zomer heb ik een halve dag gewerkt op de zelfplukboerderij in Jette. Je ziet er buurtbewoners die met hun kinderen komen spelen of aan de praat raken met mensen van de doelgroep. Sociale economie gaat niet alleen over werkervaring opdoen, maar biedt ook een meerwaarde voor de hele maatschappij.

2612a9a3-f20dda92-brz202510081951brussel-helptgroot-eilandliesbeth-driessen3csaskia-vanderstichele.jpg

Saskia Vanderstichele

| Liesbeth Driesen: "Sociale economie gaat niet alleen over werkervaring opdoen, maar biedt ook een meerwaarde voor de hele maatschappij"

Op zaterdag 22 november 2025 vindt De Grootste Spaghettislag ter Wereld plaats. Dit jaar steunt Brussel Helpt de vzw Groot Eiland, een organisatie die kwetsbare Brusselaars ontplooiingskansen biedt via opleiding, werkervaring en arbeidsbegeleiding.

Ontdek meer op www.brusselhelpt.be

Brussel Helpt 2025

Brussel Helpt organiseert op 22 november de 'Grootste Spaghettislag ter Wereld'. Dit jaar is dat voor vzw Groot Eiland, die Brusselaars richting arbeidsmarkt begeleidt via opleiding en jobcoaching.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Brussel Helpt 2025 , Groot Eiland