Grootste musea ontbreken op 'comebackweekend': 'Wij hebben de middelen niet meer'

Het Museum voor Schone Kunsten en het Jubelparkmuseum hadden wel willen deelnemen aan het Comebackweekend van de Brusselse musea. “Maar we hebben daarvoor nu niet de middelen.” De meeste kleine musea waarvoor ze ook verantwoordelijk zijn, zijn zelfs nog altijd gesloten door de coronacrisis.

Nog tot zondag loopt het Comebackweekend waarmee de vzw Brussels Museums het publiek terug naar de Brusselse musea wil krijgen. Veertig musea tonen hun collectie en geven meteen ook een podium aan kunstenaars en culturele organisaties. In het totaal staan er zeventig activiteiten op het programma, die allemaal coronaproof verlopen. Zo organiseert het Legermuseum een whodunit-zoektocht en is er in het Erasmushuis een kleiworkshop.

Wat opvalt, is de afwezigheid van enkele grote kleppers in het rijtje deelnemende musea: de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK) en het Museum Kunst en Geschiedenis (Jubelpark).

“Het zou fijn geweest zijn als zij erbij waren,” zegt Jérôme Bruyère, coördinator communicatie van Brussels Museums. "We hebben ook alles gedaan om hen erbij te betrekken, maar het weekend moest in korte tijd georganiseerd worden en voor sommige musea paste het niet in de planning. Daar komt nog bij dat het KMSK en het Jubelparkmuseum zeer zwaar getroffen zijn door de pandemie en daardoor nu erg spaarzaam moeten zijn. Enkele kleinere musea die van hen afhangen zijn ook nog steeds gesloten.”

Minder eigen inkomsten

Isabelle Vanhoonacker, directeur publieksdiensten van het KMSK, bevestigt de moeilijke financiële situatie van het museum. “Wij leven voor een groot stuk van eigen inkomsten, zoals de verkoop van tickets. Een deel van het personeel wordt met eigen middelen betaald. Maar door de lange sluiting en de beperkte bezoekersaantallen daarna hebben we veel minder eigen inkomsten. We kunnen momenteel nauwelijks onze core business runnen, een extra event is dus helemaal niet mogelijk. Want elk extra event betekent extra kosten. Al die mooie voorstellen moeten we dan ook afwijzen, helaas.”

Personeelstekort in kleinere musea

De benarde financiële situatie ligt ook aan de basis van de tijdelijke sluiting van het Fin-de-Siècle Museum en van het Wiertzmuseum en het Meuniermuseum, beide gelegen in Elsene, waarvoor het KMSK ook verantwoordelijk is. “Door de financiële problemen zitten we ook met een personeelstekort. Alle tijdelijke contracten zijn stopgezet. Het personeelstekort doet zich ook voor bij de bewakers. Vanwege de gezondheidsmaatregelen moeten we meer bewakers inzetten, terwijl we er minder ter beschikking hebben, ook al omdat sommigen ziek zijn. Daarom hebben we de kleine musea gesloten en alle bewakers geconcentreerd in het grote museum.”

Vanhoonacker verwacht dat het Fin-de-Siècle binnenkort wel weer zal opengaan. Wiertz en Meunier daarentegen zullen nog een hele tijd dicht blijven.

In het Museum Kunst en Geschiedenis klinkt hetzelfde verhaal. “Je moet de middelen hebben voor zo’n event,” zegt directeur Alexandra De Poorter. Ook haar museum staat er financieel slecht voor doordat de eigen middelen, waarmee een deel van het personeel betaald wordt, door de coronacrisis flink slonken.

Het Hallepoortmuseum, dat afhangt van het Jubelparkmuseum, is sinds kort weer open maar het Muziekinstrumentenmuseum (MIM) is nog steeds dicht. “We hebben gebruikt gemaakt van de sluiting om de tweede verdieping van het MIM volledig opnieuw in te richten en een groot lek te dichten in het gebouw,” legt De Poorter uit.

Het is de bedoeling dat het MIM op 3 november weer opengaat. Dat zal dan wel zijn zonder het populaire restaurant. De concessie met de vorige uitbater was immers afgelopen en het restaurant is de afgelopen maanden leeggehaald. Er moet nu een overheidsopdracht uitgeschreven worden voor het aanstellen van een nieuwe uitbater.