Over de wereldwijde crisis en de creuseurs in Kolwezi

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
18/05/2012
BRUSSEL – De Congolese fotograaf Sammy Baloji (1978) exposeert voor de tweede keer in de KVS. Na zijn onderzoek van de koloniale geschiedenis en het industriële erfgoed van Katanga belicht hij ditmaal de artisanale ontginning van de mijnen. Voor zijn ‘realistische beeldvorming over Afrika’ ontving hij zopas de Spiegelprijs, uitgereikt door het Fonds Patrick De Spiegelaere.

B aloji is tegenwoordig regelmatig te vinden in Brussel, waar vrouw en kind verblijven. Maar zijn grote inspiratiebron en werkterrein blijft Lubumbashi, de hoofdstad van de ertsrijke Congolese provincie Katanga. Baloji werd er geboren en ging er naar school. In het middelbaar maakte hij deel uit van een collectiefje van jonge striptekenaars. Later stapte hij over op de fotografie.

Het was pas nadat hij in contact kwam met de Gentse professor Johan Lagae, specialist van de Congolese koloniale architectuur, dat hij zijn geboortestreek met andere ogen ging bekijken. "Ik kende de koloniale geschiedenis niet. Ik ging naar een katholieke school. Daar leerden we vooral te vergeven," zei Baloji afgelopen week op de opening van zijn nieuwe tentoonstelling, Kolwezi .

Baloji focuste bij zijn historisch onderzoek vooral op de mijngeschiedenis van Katanga, met name de koloniale en postkoloniale tijd. De Belgische koloniale mijngigant Union Minière had de koper-, kobalt- en zinkmijnen in Katanga behoorlijk geïndustrialiseerd. De ertsen werden machinaal en op grote schaal gedolven. Na de onafhankelijkheid werd het bedrijf genationaliseerd en omgevormd tot Gécamines. Door slecht beheer, twisten en corruptie brokkelden de mijninfrastructuur en de ertsproductie geleidelijk aan af. In de jaren 1990, op het einde van Mobutu's tijdperk, was er nog maar weinig over van de geïndustrialiseerde mijnbouw. Mijnen werden verlaten en liepen onder water.

Chinese posters
In zijn eerste grote fototentoonstelling, Mémoire , die in 2006 in de KVS te zien was, toonde Baloji de vervallen mijninfrastructuur van Gécamines; hij combineerde die beelden met etnografische archieffoto's. De expo was het begin van een internationale carrière. Baloji's foto's en montages hingen op de Biënnale van Bamako, in Parijs, in Tate Modern in Londen, in New York, en momenteel zijn ze ook te zien in het Smithsonian in Washington. Hij won verschillende prijzen, waaronder in 2009 de Prins Clausprijs.

Maar het hele mijnverhaal was nog lang niet verteld, vond Baloji. Want na de instorting van Gécamines maakte de machinale mijnbouw eind vorige eeuw plaats voor de artisanale ontginning. Dat is vandaag nog steeds zo: duizenden creuseurs trekken elke dag met schop en pikhouweel de mijnen in op zoek naar ertsen, en dit voor amper meer dan een dollar per dag. Intussen zijn er ook allerlei buitenlandse investeerders op het toneel verschenen, die allemaal hopen hun graantje mee te pikken van de natuurlijke rijkdommen van Katanga. Onder hen, zoals overal in de Democratische Republiek Congo, veel Chinese bedrijven.

Tot in 2008 stonden er bijna dagelijks lange rijen werk- en gelukzoekers voor hun poorten. Maar toen Baloji zich vier jaar geleden voor het onderwerp begon te interesseren, waren de poorten dicht. Er was geen werk meer voor nieuwe gravers. De mondiale economische crisis was voelbaar tot in Kolwezi. Baloji maakte een reeks foto's van gesloten poorten van Chinese bedrijven. En hij besloot het leven van de creuseurs in beeld te brengen.

Drie jaar lang zwerft hij met zijn camera door de, vaak ondergelopen, mijnen in de buurt. Het levert heel verschillende foto's op. In sommige beelden zijn de bruinrode mijnen het onderwerp. Hun rotsachtige structuur lijkt, als in een schilderij, uit de foto te springen. De mijnwerkers zelf zijn slechts stipjes, met het blote oog nauwelijks waarneembaar. Maar dan zoomt Baloji steeds verder in, telkens op hetzelfde groepje gravers. Tot het gezicht van één mijnwerker in een donkere schacht overblijft.
Baloji ging ook langs in het 'tentenkamp' van de mijnwerkers, de cités des bâches. Het zijn tijdelijke nederzettingen, die elk moment weggeveegd kunnen worden door de nieuwe investeerders en die opgetrokken zijn uit een samenraapsel van tentzeil en gescheurde rijstzakken. Als decoratie hangt er hoogstens een verbleekte affiche van een Engels voetbalteam.

Baloji fotografeert de bewoners in of voor hun plastic krotten. Het valt daarbij op dat de creuseurs , ondanks hun armetierige en precaire bestaan, recht en zelfbewust in de lens kijken. Baloji wil geen miseriefoto's maken. Sentimentaliteit en dramatisering zijn aan hem niet besteed.

Voor Baloji zijn de foto's uit de reeks Kolwezi niet puur documentair. "Het is fictie. Ik vertrek natuurlijk vanuit de realiteit, maar vervolgens leg ik er een persoonlijke toets in."
Dat doet hij ook met zijn zogenaamde diptieken , die buiten, tegen de gevel van de oude KVS, omhoog hangen. Het zijn beelden van het gehavende mijnlandschap, gecombineerd met foto's van Chinese posters. De toevloed van de Chinezen in Katanga is immers ook heel nadrukkelijk zichtbaar in het straatbeeld. Baloji raakte vooral gefascineerd door de kitscherige, felkleurige posters die overal in bars, kapsalons en hotels ophangen. Het zijn zoetsappige, clichématige montages van panorama's uit heel de wereld, van een Zwitsers Alpentafereel tot metropolen als Sydney en New York. Op het eerste gezicht hebben ze weinig gemeen met de desolate mijnlandschappen in Katanga. Maar, zoals de Franse Afrika-onderzoekster Dominique Malaquais bij de vernissage opmerkte, "als je goed kijkt, valt het spiegeleffect op." Inderdaad, de schoorsteen van een verlaten Katangees fabriekje vindt zijn tegenhanger in een Amerikaanse wolkenkrabber. En het water van een ondergelopen mijn vloeit over in het water rond het operagebouw in Sydney. De optimist in Baloji ziet er ook de utopische verbeelding van de toekomst van zijn land in. "Het zou het Congo van morgen kunnen zijn."

Kolwezi, foto's van Sammy Baloji, nog tot en met 8 juni in de KVS

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni