Veertig fotografen nemen deel aan Stadsbiografie

An Devroe
© Brussel Deze Week
05/08/2011
Fotografie & Brussel, dan kom je uit bij Stadsbiografie. Vijf ‘stadsbiografen’ over het collectief, wat hen naar buiten roept, de weg van digitaal naar analoog of omgekeerd, de sense en de urge van fotografie.

Hoe zit dat nu met Brussel en fotograferen, hangen die samen?
Arnout Willems (56): "Vanaf het moment dat ik in Brussel woonde, was er voor mij - de kleine jongen uit het verre Limburg - niets leukers dan met een licht, compact fototoestelletje met grote, verwonderde blik door de straten dwalen. En dat is nog steeds zo."
Sam Vanoverschelde (38): "Misschien vind ik het feit dat je in een stad als Brussel kunt verdwijnen, dat je anoniem wordt, wel beperkend, omdat ik niets liever zou willen dan tot de ziel doordringen. Maar als je dan naar mijn werk kijkt, zit er geen levende ziel in, of ze is een visueel grapje geworden. (Op een foto torst een man een mannequinpop nabij hotel Atlas, AD.)"
Willem Van Besien (27): "Brussel is voor mij een aanleiding om met fotografie bezig te zijn. Door al die diversiteit op een beperkte oppervlakte kun je veel experimenteren."
Barbara Boie (32): "Ik merk dat ik steeds vaker de randen van de stad opzoek. Ik ben onlangs verhuisd uit de stad en het kriebelt om ook daar te beginnen fotograferen."

Begin juli was er nog de groepstentoonstelling van Stadsbiografie in De Markten. Voelt het als een collectief?
Willems: "Ik denk dat het collectief-gevoel zal toenemen als we een jaar rond hetzelfde thema zullen werken."
Vanoverschelde: "De eerste motivatie om me in te schrijven voor Stadsbiografie was opdrachten krijgen, resultaten bespreken, een nieuw klankbord zoeken. Ik ben met de videodesigners van Visual Kitchen al bijna vijftien jaar met beeld bezig, en dat werd meer en meer stilstaand beeld. Kurt (Deruyter, initiatiefnemer Stadsbiografie), die al heel zijn leven dit medium in zijn puurste vorm beoefent, bleek achteraf voor mij de geknipte persoon. Daarom beweer ik graag dat het een collectief is, ook al zit je met die relatieve hiërarchie tussen 'begeleiders' en 'cursisten'."
Van Besien: "Omdat alle stadsbiografen met Brussel bezig zijn, ontstaan er interessante kruisverbanden tussen de fotoreeksen onderling."

De begeleiders Kurt Deruyter en Kristof Vadino heten streng te zijn: confronterend?
Vanoverschelde: "De groepsdynamiek is soms confronterender!"
Bart Azare (39): "Ze zijn streng, maar op een positieve manier. Ze sporen ons aan om minder vertrouwde plekken op te zoeken, een andere camera of lens uit te proberen, het werk van een onbekende fotograaf te bekijken. En ze hameren er natuurlijk op dat er gewerkt moet worden! Hoewel ik dat doe, vind ik de kloof met een echt vakman nog erg groot."
Van Besien: "De kracht van hun aanpak zit erin dat ze meer vragen stellen dan dat ze er beantwoorden."
Boie: "Voor mij was vooral het eerste jaar les van Kurt heel confronterend. Na een paar maanden had ik door dat ik nergens stond. De geschiedenis van de fotografie is zo rijk dat het belachelijk is te denken dat je iets kent van fotografie omdat je weet hoe je camera werkt en omdat je af en toe een mooie foto neemt. Ik begon dus weer van nul met de basis: analoog en zwart-wit."

Fotografen zijn er in soorten. Waar deelt u zichzelf in?
Willems: "Bij de straatfotografen, geboeid door het menselijk gedrag in de stad zoals zich dat mani­festeert op openbare plaatsen. Met Photoshop en camera raw doe ik dezelfde bewerkingen als vroeger in de donkere kamer. Photoshop is geen tovermiddel: het vergt nog steeds vakmanschap om een kwaliteitsvolle print te maken."
Vanoverschelde: "Ik heb al jaren altijd een Lomo-L-CA op zak, heb een paar vintage toestellen, de volgende stap wordt misschien grootbeeld. Voor Stadsbiografie had ik beslist om weer met zwart-witfilm te werken, vooral ook om weer met dat oude idioom van de 'kunstfotografie' te gaan spelen. Want het werk dat ik naast Stadsbio doe, daar spat de kleur dan weer van af."
Azare: "De Canadese fotograaf Jeff Wall (nog tot 11 september bij Bozar, red.) zegt dat er twee soorten fotografen zijn: hunters en farmers. Een hunter weet vooraf niet met welk soort beelden hij zal thuis komen, een farmer werkt conceptueler. Van nature ben ik meer een hunter, vroeger alleen digitaal, nu ook analoog."
Van Besien: "Ik ben eerder een gebouwen- dan een mensenfotograaf, als architect, maar dat komt ook doordat ik geen goede psycholoog ben. Gebouwen kunnen zich niet plots onverwacht gedragen als je ze wilt fotograferen. Ik ben wel op zoek naar sporen van menselijke activiteit op en rond gebouwen."
Boie: "Ik fotografeer enkel nog analoog. Mijn opleiding als architect zal er voor iets tussen zitten, maar ik voel me aangetrokken tot het vormelijke, het lijnenspel, het statische en eenzame ook van gebouwen en stadslandschappen. Hoe ik fotografeer, is door Stadsbiografie helemaal veranderd. Vroeger nam ik mijn fototoestel mee naar feestjes en op uitstappen en fotografeerde ik vrienden of maakte ik abstracte beelden. Nu trek ik doelbewust de stad in om te fotograferen, met de rugzak met fotospullen, een statief, eventueel een verhoginkje om op te staan."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni