Bouli Lanners van Les Géants: 'Ik ben de gevangene van België'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
11/10/2011
Dat schilder, acteur, regisseur Bouli Lanners weet hoe je sterke beelden maakt, was na 'Ultranova' en 'Eldorado' al duidelijk. Deze keer heeft de sympathieke Waal ook een aangrijpend verhaal. Drie kinderen staan er tijdens een warme zomer alleen voor en gaan op ontdekking van de wereld. Daar horen stommiteiten bij en pijnlijk verkeerde inschattingen maar hun appetijt en moed kan je alleen maar bewonderen. Een interview met de auteur van de Waalse 'Huckleberry Finn'.

Lees ook: Film: Les Géants

Veni, vidi, vici. Er stond dit jaar geen maat op Bouli Lanners. Hij palmde de Quinzaine des réalisateurs in Cannes zo vlotjes in dat een mens zich afvraagt of Les Géants niet beter op zijn plaats geweest was in het officiële Festival van Cannes. Zijn derde langspeler mocht vorige vrijdag het Filmfestival van Namen openen en begint volgende woensdag aan de verovering van het publiek. Een ander scenario kunnen we ons niet voorstellen. Je kan niet naast Les Géants kijken.

Ultranova, Eldorado, Les Géants: uw filmtitels verwijzen naar een fictief of ver weg elders. Drie maal is scheepsrecht.
Bouli Lanners
: Realisme in cinema heeft me nooit kunnen doen dromen. Zodra je droomt, ontsnap je aan de werkelijkheid waarin je je bevindt. Idem dito als je een verhaal vertelt: je creëert een andere realiteit, al was het maar omdat je een standpunt kiest. Eldorado was wel realistisch wat een bepaalde sociale realiteit betreft maar daar ontsnapt de film vervolgens aan. Dat geldt ook voor Les Géants. De basis is dezelfde als die van een sociaal-realistische film, maar daar ga ik vervolgens tegendraads tegen in. Ik vertrek wel van onze realiteit maar zoek andere horizonten op en samen ontsnappen we aan onze dagelijksheid. Voor mij moet cinema een minimum doen dromen.

Situeer Les Géants buiten de natuur en de film is om zeep. Welk belang hecht u aan de keuze van een locatie?
Lanners
: Ik werk instinctief maar na drie films krijg ik zelf ook wel door dat bepaalde zaken telkens terug keren. Als ik de decors niet voor me zie, als ik geen virtuele maquette heb op basis van reële locaties, dan red ik het niet. Ze zijn essentieel.

Aanvankelijk speelde Les Géants zich af in het uitdijende tussengebied tussen stad en platteland. Ik had alle decors al gevonden toen ik me bedacht. Ik kon niet uitleggen waarom maar mijn instinct zei dat er iets niet klopte. Was ik bang dat ik teveel ging moeten verantwoorden waarom niemand naar de drie kinderen omkeek? Dan dreigde het terug een sociale film te worden en dat wou ik niet. Ik wou de drie kinderen bezig zien buiten de wereld van de grote mensen. Ik dacht terug aan de rivier die ik in Luxemburg gevonden had en besefte dat ik mijn verhaal volledig in de natuur moest situeren. Ik begreep plots dat ik een sprookje wou filmen. Drie kinderen, zonder ouders zoals in de meeste sprookjes, lopen door de bossen. Hun hut valt in elkaar zoals in het sprookje van de drie biggetjes. Angel zou de wolf kunnen zijn. De lieve dame die hen uit de nood helpt, zou een fee kunnen zijn. Kortom, ik had een artistieke lijn gevonden én kon radicaal alle figuranten en alle auto's schrappen.

Die rivier voedt de verbeelding, sleurt ons mee naar een nieuwe wereld. Daar heb je wééral dat idee van ontsnappen aan de werkelijkheid.
Lanners
: Ik dacht eerst aan de Maas. Maar in de Maas liggen eilandjes waarop de gasten kunnen aanmeren en ik had ook rekening moeten houden met boten waar ze tegen kunnen botsen en sluizen waar ze niet zomaar door kunnen. Dat was niet de uitweg die ik voor ogen had. Dom hoor maar door zo'n dingen voel ik me de gevangene van België. Ik werk momenteel aan het scenario voor een vierde film en opnieuw duikt dat gevoel op de gevangene van België te zijn. Ik krijg soms het verwijt dat ik film alsof ik me elders bevind. Maar dat is geen artistieke gril. Ik kan mijn verhalen gewoon niet vertellen zonder een universum te verzinnen. Omdat België vooral inspireert tot sociale films, ben ik wel verplicht om een nieuwe wereld te scheppen. Mijn verhalen nopen een afwezigheid van sociale context. Wat niet wil zeggen dat ik zomaar wat vertel. Thematisch leun ik wel dicht bij de wereld van vandaag aan.

De afbrokkeling van de familiestructuren baart u zorgen.
Lanners
: De familiale structuur is essentieel. In het neolithisch tijdperk leefden we al in clans. De familie is de basis van de maatschappij. Maar de familiestructuur staat onder enorme druk. Ik verwijs naar het aantal scheidingen maar ook naar alle ouderen die zich nog als jongeren gedragen. Dat heeft gevolgen voor de opvoeding. Waardoor de ouders van morgen het misschien nog slechter doen. Het gaat steil bergaf en volgens mij gaan we daar de volgende jaren de gevolgen van zien.

Dat soort ouderlijk verzaken heb ik een paar keer zien gebeuren rond mij en dat choqueert me enorm. Dat het met mij in het leven nog goed gekomen is na een erg bochtig parcours, heb ik te danken aan de sterke familiale structuur waar ik op kon terugvallen.

Ik wil ook over de adolescentie praten omdat ik geen papa ben maar wel om kinderen geef. Ik wil de adolescenten helpen, op mijn manier, met deze film.

Adolescenten hebben het niet onder de markt vandaag. Zijn ze te vaak thuis dan worden ze lui genoemd, zijn ze te vaak op straat dan noemen we ze hangjongeren.
Lanners
: Adolescentie is nooit een leuke periode geweest. Maar vroeger waren we tenminste niet bang van adolescenten. Tegenwoordig is iedereen bang van adolescenten. Als we niet opletten, zitten we straks met een enorme generatiekloof. Vergeet niet dat we tegelijk ook afstevenen op een maatschappij van oudjes. Je moet niet bang zijn van een adolescent. Je moet er tegen praten. Ze hebben dat nodig. Ze hebben structuur nodig, voorbeelden, helden.

Ik had mijn helden en idealen toen ik jong was. Natuurlijk revolteerde ik me tegen volwassenen. Maar er was een kader. De grenzen moeten duidelijk zijn. Daarna is het aan jou om er over te gaan of niet. Ik ben er over gegaan. Ik heb nog op het spoor geslapen. Het is normaal dat je soms je boekje te buiten gaat. Het is niet normaal dat normaal te vinden. Dat lijkt me gevaarlijk. Je moet het luidop zeggen als een adolescent te ver gaat.

Tijdens de première in Cannes braken uw drie hoofdrolspelers het kot af. Hoe hield u dat jong geweld in toom?
Lanners:
De opnames waren gekkenwerk. Ik had me er geen rekenschap van gegeven hoe zwaar het kon zijn om een film te draaien met drie adolescenten. Ik heb enorm veel geluk gehad met Zacharie Chasseriaud, Martin Nissen en Paul Bartel. Ik ben zelden tevreden over mijn werk. Ik vind bijvoorbeeld dat ik nog niet ver genoeg ga. Maar als ik Les Géants nu terugzie, dan zie ik zelf ook wel in dat het werkt: de natuur, de prachtige muziek van Bram Vanparys van The Bony King of Nowhere én de kracht en emoties die de drie jongens uitstralen. Ze doen het geweldig. Maar het was elke minuut opletten geblazen. Het zijn drie karakters, drie leiders ook. Er hing elektriciteit in de lucht. Die gasten waren één grote bol energie. Veertien, zomer, een avontuur, geen ouders in de buurt,....

De opnames zullen me een leven lang bijblijven. Het grappige was dat hun energie maar bleef toenemen en toenemen om dan plots ineens volledig weg te zijn. Op twee minuten tijd waren het terug kinderen die bij wijze van spreken met de duim in de mond naar Ratatouille keken. Het was mijn taak hun energie te kanaliseren want je kan je maar beter aan de filmplanning houden. Ik moest de vader spelen, de vriend, de scoutsleider, de regisseur én de autoriteit als het feest de spuigaten uitliep.

vanaf 12 oktober in de zalen. Avant-première op 11 oktober om 19.15 uur in UGC Gulden Vlies

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni