Op vakantie met Robbing Millions: 'Nu wil ik mensen zien'

Tom Zonderman
© BRUZZ
24/06/2021

Als een kluizenaar sloot Lucien Fraipont zich maandenlang op om aan de nieuwe plaat van Robbing Millions te sleutelen. Net toen hij klaar was, ging de wereld in lockdown. “Eerst was ik blij om nog wat langer in mijn bubbel te toeven, maar nu wil ik naar buiten.”

Lucien Fraipont

  • Geboren in 1987 in Brussel, groeit op in de schaduw van het Justitiepaleis
  • Volgt eerst klassieke muziek, ontdekt met een paar jeugdvrienden de rock, maar stort zich daarna als gitarist op de jazz
  • Het muziekprogramma GarageBand zet hem aan tot het maken van indiepopsongs, debuteert in 2016 met Robbing Millions
  • Belandt met zijn tweede album bij het label van de Amerikaanse indiepopband MGMT
  • Richt met Casimir Liberski en Shoko Igarashi het trio Maniac Maison op, waarmee hij jazz met elektronica verenigt

Toen Robbing Millions in 2016 zijn eerste, titelloze langspeler uitbracht, werd de Brusselse roversbende meteen vergeleken met de Amerikaanse psychedelische popband MGMT. Tot vervelens toe. “Terwijl ik die band eigenlijk niet eens kende,” blikt frontman Lucien Fraipont terug. “Ik had me de jaren daarvoor helemaal gesmeten in mijn jazzopleiding, ik zat compleet ondergedompeld in die jazzbel. Voor mij waren de songs van MGMT wat catchy riedeltjes die ik weleens in de supermarkt hoorde voorbij waaien.”

Getriggerd door de vergelijkingen ging Fraipont intenser naar hun muziek luisteren. Wat hij hoorde, beviel hem, zijn fascinatie groeide, en vijf jaar later brengt hij met de dubbelaar Holidays inside als eerste artiest buiten MGMT zelf een plaat uit op MGMT Records, het label van de band. “Dat is natuurlijk wel grappig,” glimlacht de Brusselaar minzaam. “Nu kan ik die link niet meer ontkennen.”

Hoe hij de harten van Andrew VanWyngarden en Ben Goldwasser, de spilfiguren van MGMT, veroverde? Via een omwegje. Fraipont had na het debuut van Robbing Millions een massa songs bij elkaar geschreven, en zocht iemand om structuur in die buit aan te brengen. Via via kwam hij uit bij Shags Chamberlain, een Australische producer en toetsenist die onder meer had samengewerkt met een van Fraiponts inspiratiebronnen, de Amerikaanse cultrocker Ariel Pink. “Ik stuurde Shags een SoundCloud met een paar nummers, en hij vroeg meteen om meer. En daarna nog meer. Tot ik hem mijn hele voorraad nieuwe songs had bezorgd.” (Lacht)

Een paar weken later kreeg Fraipont aantekeningen van Shags Chamberlain terug, en de samenwerking was een feit. “Shags is een beetje een goeroe in de scene van de alternatieve Amerikaanse pop, hij kent zowat iedereen, en dus ook de jongens van MGMT. Andrew van MGMT vroeg op een dag aan Shags waar hij zoal mee bezig was, en die stuurde hem nummers door van 'die Belgische dude'. Andrew maakt elk jaar een roadtrip van New York naar LA, en heeft toen alles in de auto beluisterd.”

Amerikanen vinden ons Belgen net heel exotisch. Ze hebben mij aangemoedigd om mijn eigenheid te behouden

Lucien Fraipont

VanWyngarden vond de muziek van Fraipont geweldig, omdat zijn mix van indiegitaren en jarentachtigelektronica volgens hem een zeldzame balans vond tussen experiment, technische kunde en catchy melodieën. “Andrew en Ben worden graag verrast,” legt Fraipont uit. “Door mijn jazzroots zitten er soms vreemde bochten of gekke maatsoorten in mijn songs.”

Waar heb je als academisch gevormde jazzgitarist die liefde voor psychedelische pop opgepikt?
Lucien Fraipont: Mijn ouders luisterden veel naar pop en rock, ze hielden van David Bowie en Nirvana en namen me mee naar concerten van Muse en Supergrass. Ik speelde zelf in een rockbandje van mijn dertiende tot mijn achttiende. De vader van een bevriende drummer organiseerde jazzstages, en toen raakte ik zo begeesterd door die fantastische jazzmuzikanten dat ik jazz wilde studeren. Na vijf jaar aan het conservatorium ben ik naar New York getrokken om daar verder te studeren. Ik was geslaagd voor mijn toelatingsproef, maar uiteindelijk ben ik teruggekeerd omdat ik het allemaal niet kon financieren. Tijdens de vakantie daarna heb ik het muziekprogramma GarageBand ontdekt. Om me bezig te houden, ben ik toen liedjes beginnen te schrijven. Ik kreeg daar meteen veel respons op, terwijl ik daarvoor altijd in lege jazzclubs voor apathische oude venten stond te spelen. Ik was niet slecht als jazzgitarist, maar er waren er technisch veel betere dan ik. Ik besloot mijn kans opnieuw in de rockmuziek te wagen, met extra bagage. Ik speel thuis nog weleens wat jazz, soms ook met wat vrienden erbij.

Die vrienden zaten ook in Robbing Millions. Maar intussen is de band verveld tot een eenmansproject. Was dat rockmuzikantenbestaan voor de anderen minder romantisch dan ze dachten?
Fraipont: Veel muzikanten uit de band kwamen uit de jazzscene. Ze dachten, ah, met een rockband gaan we poen scheppen. Lachje) Maar eigenlijk is Robbing Millions altijd een soloproject geweest, vermomd als groep. Om tijd te winnen in de studio nam ik compleet afgewerkte songs mee, de anderen moesten dan gewoon hun partij inspelen. Daardoor voelden ze zich niet altijd betrokken. En zo zijn ze langzaamaan andere dingen gaan doen. Met Gaspard (Ryelandt) ben ik nog altijd goed bevriend, maar hij heeft zich intussen toegelegd op tekenen.

Shags Chamberlain heeft een paar weken op je sofa gekampeerd in je appartement in de Marollen, maar jij bent ook naar LA getrokken. Is de Californische spirit in je muziek geslopen?
Fraipont: Het creatieve deel van de plaat is in Brussel tot stand gekomen. De invloed van LA is eerder spiritueel, denk ik. Een van de songs op de plaat, 'Tiny Tino', is een soort van fantasme over LA, nog voor ik er geweest was. Ik had net de film To live and die in L.A. van William Friedkin gezien. De tegenstelling tussen de dirt en de glamour in LA vond ik fascinerend. Ik ben er uiteindelijk twee keer geweest. De eerste keer een maand, daarna nog wat langer, om de plaat af te werken. Shags is nogal maniakaal, hij neemt zijn tijd. (Lacht) Ik heb er wel aan nieuw materiaal gewerkt, ik heb intussen genoeg stuff voor nog twee albums. Daarin ga je die invloed misschien meer horen, zonder dat ik er een Californische sound van maak. In België krijg je vaak kritiek op je Engels, maar Shags heeft me net aangemoedigd om mijn eigenheid te behouden. Die Amerikanen vinden ons Belgen nogal exotisch. In zijn vriendenkring zitten echte vinylfreaks, ze dwepen met Belgische artiesten als Lio of Marc Moulin.

1759 Robbing Millions

Vond Ariel Pink jou ook exotisch?
Fraipont: Ik was een keer mijn tanden aan het poetsen in de living van Shags terwijl Ariel Pink er een burrito zat te eten. Hij zag er nogal grumpy uit, maar hij was wel vriendelijk. Hij heeft naar een paar nummers van mijn plaat geluisterd terwijl Shags met de mixing bezig was. Intussen is Ariel Pink heel weird beginnen te doen, met zijn openlijke steun voor Trump en de bestorming van het Capitool. Ik ben fan van zijn muziek, maar niet per se van zijn overtuigingen. Als ik mensen ontmoet die ik bewonder, probeer ik sowieso afstand te houden.

“No one cares what everyone says,” zing je in 'Family dinner', dat je plaat opent. Is praten met anderen overroepen?
Fraipont: Ik heb vaak de indruk dat mijn leven niet spannend genoeg is om erover te schrijven, en dus vergroot ik al eens wat dingen uit. (Lacht) Ik ben opgegroeid in een groot huis in de Wolstraat, vlak bij de Marollen. Mijn grootouders woonden op het gelijkvloers, mijn tantes op de twee verdiepingen daarboven, en wij helemaal bovenaan. Er waren vaak familiebijeenkomsten. Dat was fijn, maar als jonge gast wilde ik ook gewoon op mijn kamer zitten en muziek maken. Ik zit nog steeds graag op mezelf.

Was het voorbije jaar dan een zegen voor jou?
Fraipont: Ja en nee. Ik heb een asociaal kantje, dat klopt. In LA genoot ik bijvoorbeeld heel erg van de anonimiteit, hier in de Marollen loop ik op elke straathoek wel iemand tegen het lijf die ik ken en daar heb ik niet altijd zin in. Als je aan een plaat werkt, kruip je sowieso in een bubbel. Mijn album was net klaar toen de pandemie de wereld bevroor, waardoor dat kluizenaarschap wel héél lang duurde. (Lacht) Als artiest voel ik me een soort van werkzoekende die in een eeuwigdurende vakantie zit, vandaar ook de titel van de plaat. Terwijl dat natuurlijk niet zo is, ik werk hard aan mijn muziek terwijl iedereen op een terras zit of op vakantie vertrekt. Maar in die holidays zit ook de innerlijke reis die je maakt als je een plaat opneemt, of er als luisteraar met je koptelefoon op naar luistert. Al denk ik niet dat veel mensen dat nog doen.

In 'Camera' sample je een stukje dialoog over “la vie en société”. Het thema zit je hoog.
Fraipont: Dat komt uit een interview met François Truffaut. Mijn vader is regisseur, ik ben als jonge gast ondergedompeld in film. Veel opgenomen films en dvd's, maar we gingen ook vaak naar de film. Mijn toiletlectuur was Les Cahiers du Cinéma. (Grijnst) Ik wist alles over films, ook al had ik ze niet allemaal gezien. Soit, die quote gaat inderdaad ook over dat idee van de paria. Dat is eigen aan de kunstenaar.

Op de releaseparty in de Beursschouwburg serveer je een guitar cake. Smakelijk!
Fraipont: Euh, dank je. Mijn vader heeft veel filmpjes gemaakt toen we klein waren. Onder meer van een verjaardagsfeestje waarbij ik een taart in de vorm van een gitaar kreeg. We hebben die opnieuw gebakken voor de clip van 'Family dinner', en in de Beursschouwburg maken we ze nog een keer. Ik wilde iets meer dan gewoon mijn nieuwe songs spelen. Shags draait van op afstand plaatjes die qua sound bij mijn album passen, zoals de eightiesiconen Scritti Politti en Wally Badarou. En Casimir Liberski brengt pianocovers van al mijn 'hits'. (Lacht) Ik heb het gehad met binnen zitten, nu wil ik veel mensen zien en wat holidays outside spenderen.

Holidays inside verschijnt op 25/6 (MGMT Records)
Releaseparty: 25/6, 18.00, Beursschouwburg, www.beursschouwburg.be

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni