De slimme langetermijnkeuze van postrockpionier Mogwai

Tom Peeters
© Agenda Magazine
24/03/2011
Toen Mogwai in het midden van de jaren 1990 voorzichtig kwam aanzetten met complexe, gelaagde klanktapijten werden de postrockers nog weggezet als dwars en experimenteel. Nu verkopen ze ook de grote zalen uit en zijn ze een genre op zich geworden.

De geluidstapijten van Mogwai reizen tussen zacht en noisy. Ook op het nieuwe album Hardcore will never die, but you will is het een komen en gaan van verstrengelde gitaren en bedwelmende ritmes, met hier en daar wat urgente elektronica. Het veelal instrumentale geluid van Mogwai overleefde de postrockhype omdat er gemusiceerd werd met een visie. Eigenlijk is de band uit Glasgow na ruim vijftien jaar een genre op zich geworden. Een genre dat evolueert. Muzikaal klinkt Mogwai diverser en spitser dan ooit. Gitarist-vocalist Stuart Braithwaite: "Vroeger gebruikten we al af en toe drummachines, maar we maakten er nooit snelle songs mee. Nu slagen we erin om ook in onze soundscapes nog eens te accelereren. In het verleden maakten we vaak creaties op een thema, nu is er meer echte variatie."

Het productieproces verliep dit keer anders.
John Cummings
(gitaar): Dat klopt. Ik woonde een tijdje in New York, terwijl een ander groepslid in Berlijn verbleef. Dus wisselden we demo's uit in plaats van af te spreken in de studio.

Stuart Braithwaite: We stuurden elkaar op tijd en stond een mailtje om te zeggen waar we precies mee bezig waren. Dat verliep verrassend vlot. Er was nog minder discussie dan anders. Weet je, als je allemaal thuis zit en iedereen in de buurt is, dan kan het morgen ook nog. De afstand maakte ons alerter.

Cummings: We waren heel jong toen we met Mogwai begonnen. Echte vrienden waren we toen nog niet. Nu wel. Daardoor gaat het ons almaar makkelijker af.
Hoe belangrijk was thuisstad Glasgow in het verloop van jullie carrière?

Braithwaite: Cruciaal. In Glasgow zijn er altijd nieuwe bandjes om te ontdekken. Je belandt er in een groepje omdat je in je vrije tijd zelf naar bandjes gaat kijken, vaak van vrienden, of van vrienden van vrienden. Zo is ook Mogwai ontstaan. In Londen wordt er soms met een contract gezwaaid vooraleer je een livereputatie hebt opgebouwd. Dat zou hier ondenkbaar zijn. Glasgow houdt ons met de voeten op de grond.

Was het een voordeel dat jullie carrière traag op gang kwam?
Braithwaite: Ja, zeker als je een lange carrière voor ogen hebt, is het belangrijk geen enkele stap over te slaan. We zijn onopvallend opgeklommen in de hiërarchie, langzaam maar gestadig. Onze eerste single werd geperst op 500 exemplaren en nu verkopen we in Londen zelfs concertzalen van 2.000 à 3.000 mensen uit. We hebben geen grote pieken of dalen gekend. Precies daarom zijn we er nog, denk ik. De volhouder wint.

Jullie maken subtiele, gelaagde, maar ook introverte muziek. Hoe vertaalt dat zich live?
Braithwaite
: Op het podium vereist de muziek onze opperste concentratie, want we kunnen het niet maken de controle te verliezen.
Cummings: Onze composities zijn ingewikkelder om te spelen dan doordeweekse rockmuziek. Dat straalt ook af op ons publiek. De weirdo's die spastische bewegingen maken en heftig op en neer springen zijn op één hand te tellen. Zoals wel vaker bij introverte muziek, knikken de meeste fans enkel met hun hoofd mee. Nog anderen blijven er fysiek onbewogen bij, maar zijn - hopelijk - geestelijk in trance.

Mogwai op 26 maart is uitverkocht

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni