Brusselaar Marc Moulin: onvermoeibare doe-al

Pierre De Decker
© Agenda Magazine
12/11/2004
Marc Moulin is de enige Belg met een platencontract bij het prestigieuze Amerikaanse Blue Note label. "Ik hoor daar wel thuis. Er was altijd ruimte voor entertainende jazz naast de meer serieuze fundamentalistische jazz." Zijn nieuwe plaat 'Entertaining' is net als zijn voorganger 'Top Secret' - intussen al goed voor honderdduizend verkochte exemplaren - een dansbare mix van house, elektro en jazz.
Marc Moulin (62) blijft als pianist-componist, theaterauteur en columnist een onvermoeibare doe-al die kan terugblikken op een indrukwekkende carrière.
Begin jaren '70 werd hij bekend met zijn groep Placebo. Hij maakte platen met o.m. Philip Catherine, Anna Domino en Viktor Laszlo en schreef liedjes voor Alain Chamfort en Lio. In 1980 stond hij met het elektropop-trio Telex op het Eurovisiesongfestival, terzelfdertijd bleek hij een vernieuwend radiomaker met programma's als Radio-Cité en King Kong en schreef hij kenwijsjes voor onder meer Cap de nuit en het RTBf-televisiejournaal. Ook de nieuwe nettunes van Radio 1 zijn van zijn hand. We ontmoetten hem in zijn ouderlijk huis in Elsene, waar hij sinds '96 terug woont.

Hoe was het Brussel van uw jeugd?
Marc Moulin: Het Brussel van toen ik klein was doet me denken aan het Gent van nu: er is de culturele en financiële rijkdom en er hangt een zweem van nostalgie met al die gerestaureerde panden. Er heerst nog die onbezorgdheid uit de jaren '50 en '60. Ouders lieten hun kinderen zonder schrik op straat spelen. Je zette je fiets tegen de muur zonder slot. Er reden auto's als de Peugeot 203 en 204. Die hadden geen contactsleutel: de motor startte door een duw op een knop op het dashboard naast de sigarettenaansteker. Mensen vergeten zo'n dingen.

U was al vroeg met muziek bezig.
Moulin: Ik kreeg een klassieke opleiding en heb mezelf daarna jazz geleerd. Er bestonden nog geen scholen waar dat kon. Ik zat op de ULB en na de lessen speelde ik muziek. Stilaan ontmoette ik mensen die professioneel met muziek bezig waren en toen ik het amateurconcours van het Jazzfestival van Comblain-la-Tour won, was ik vertrokken.
In Brussel had je toen Pol's Jazzclub, de Blue Note, J Club... Er waren meer plekken waar je kon spelen dan nu en je kon er vier avonden per week aan de slag. Er kwamen ook veel grote Amerikaanse solisten naar Europa. Ze stapten het vliegtuig op met hun saxofoon en huurden hier muzikanten in. Zo heb ik als pianist-begeleider met een pak grote namen kunnen spelen: Dexter Gordon, Johhny Griffin, Clark Terry...

Is uw manier van spelen fel veranderd in de loop der jaren ?
Moulin: Toen ik begon met het componeren en produceren van chansons, kreeg ik ook inzicht in de werking van elektronische instrumenten en muziekcomputers. Dat heeft dat mijn manier van denken beïnvloed.

U schrijft thuis met de computer. Doet u dat met 'cut & paste' of hoort u alles vooraf in het hoofd ?
Moulin: Soms heb ik een totaalidee. Maar ook dan begin ik graag met een of ander ritme. Een simpel riedeltje mag best vijf of zes minuten duren, maar de groove moet voor mezelf - als publiek - wel boeiend blijven.

Uw muziek doet denken aan een doek dat stilaan ingekleurd wordt.
Moulin: Vroeger schreef je je muziek en die ging je dan in een echte studio spelen, met andere muzikanten, een opnametechnicus, een producer... Dat was een interactieve en collectieve manier van werken. In je homestudio ben je je eigen technicus en producer. Je bepaalt alles zelf. Je bent eenzaam als een schilder, beeldhouwer of schrijver die dagen aan de slag blijft zonder getuige van buitenaf.

Hoe passen uw muzikanten in dat plaatje ?
Moulin: Ik voorzie waar geïmproviseerd kan worden of op welke plek in het stuk live-percussie nodig is. En ik geef ze vrijheid. Als ik teveel aanduidingen geef, verliezen ze hun spontaniteit. Daarna zie ik wel, ik heb het laatste woord.
(...)

De plaat heet Entertainment. U wilde het dance-aspect onderstrepen ?
Moulin: 'Entertainment' is een woord van deze tijd. Door het succes van de dvd kijkt thuis iedereen naar home-entertainment. En inderdaad: ik maak muziek die zichzelf niet te serieus neemt, die subtiliteit niet uitsluit, maar die toch vooral ontspannend is. Ik wil ook niet wedijveren met de groten uit de experimentele jazz. Ik heb daar niets op tegen, maar het is niet mijn ding.

Klopt het dat u samen met Dan Lacks­man en Michel Moers opnieuw uw Telex-jasje uit de kast hebt gehaald ?
Moulin: Het contract is getekend, ja. We gaan materiaal van vroeger opnemen dat niemand kent en nummers die toen te veel leken op andere. Tussen ons tweede en derde album zijn we onnodig veranderd van stijl. Maar nu hebben we dus nog liedjes in de lijn van onze eerste albums liggen. Telex is trouwens steeds ontdekt door nieuwe generaties. I don't Like Remixes uit '98 was Record of the Week in New Musical Express.

Telex klinkt nu even fris en grappig als toen. Is dat door de verrassende combinatie van humor, elektro en jazz ?
Moulin: We hebben altijd elektronische en organische geluiden door elkaar gemixt. Zeker in het begin bleven we uit de buurt van te technoklanken. Op veel liedjes zijn de bassen met de hand gespeeld. Mijn muzikale achtergrond stuurde de nummers vaak een nieuwe richting in. De synthesizersolo op 'Pakmovast' bijvoorbeeld is erg jazz.
(...)

U bent muzikant, u weet alles van radio, u schrijft theater, u bent columnist voor Télé-Moustique. Die veelheid is van vitaal belang voor u ?
Moulin: Ik heb het geluk me op verschillende dingen te kunnen toeleggen. Dat is goed want zo kan je 'leeglopen'. Ik hou van afwisseling, dat zorgt voor een gezonde frisheid in je hoofd. Als je maar één expressievorm hebt, kan je je ei alleen daar kwijt. Sommige dingen die ik wil zeggen, passen beter in het theater. Bij andere hoor ik muziek of ik schrijf er een stukje over.
Die column schrijf ik sinds '97 en met de jaren heb ik toch een paar leitmotiven opgebouwd. Ik ben obsessioneel begaan met Europa en de VS, met reclame, met de wereld zoals ze is. Ik ben tegen mondialisering op de manier waarop die globalisering zich op dit ogenblik ontwikkelt. Ik sta dicht bij zij die zich zorgen maken over de evolutie van de wereld, over het probleem van delokalisatie en over waarom de huidige economische wereldorde haaks op het humanisme staat. Dat is misschien niet origineel maar ik ben daar graag mee bezig.

Marc Moulin in de Ancienne Belgique, 14 november om 20.00 uur, 02-548.24.24

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni