MIMA BEIDE BDW1516

Brussels nieuwste museum MIMA focust op 2.0-cultuur

Kurt Snoekx
© Brussel Deze Week
30/03/2016

Opboksen tegen hardnekkige beeldvorming om nieuwe connecties te doen ontstaan, dat is in een notendop het ambitieuze idee achter Brussels nieuwste culturele hotspot: het Millennium Iconoclast Museum of Art.

Het MIMA – kort voor Millennium Iconoclast Museum of Art – had de deuren al een week geleden moeten openen, maar de geschiedenis besliste er anders over. Brussel beeft nog. De naschokken van weer een daad van totale zinloosheid zijn opnieuw voelbaar in de al hard getroffen cultuursector. De ontzetting is groot, maar de verbetenheid om verdriet, woede en verlies te counteren met warmte en liefde is groter dan ooit. Zo ook bij Raphaël Cruyt en Alice van den Abeele, het duo achter de succesvolle Alice Gallery in het Land van Luikstraatje en de recent geopende flexibele expo- en residentieruimte Encore enkele huizen verder, dat nu, samen met Michel en Florence de Launoit, het brein en het hart vormen van het gloednieuwe museum.

“Ik voel me leeg,” klinkt het bij Alice van den Abeele, daags na de aanslagen in Zaventem en Brussel, een halve week na ons interview tussen het stof en de klodders verf van een MIMA dat, toen nog, zinderde van de race naar de opening. “Ik weet het niet… Dit is… Nee, ik ben er nu alleen nog meer van overtuigd dat we hier volledig voor moeten gaan.”

“Hier”, dat is het project dat beiden een klein jaar geleden in de stellingen zetten en waar ze nog eens anderhalf jaar langer naar hebben uitgekeken. In januari 2015 stootten ze op het 1.000 vierkante meter grote gebouw van de voormalige brouwerij Belle-Vue in de Henegouwenkaai 33, net naast het Meininger Hotel. “Toen we dit pand voor het eerst te zien kregen, wisten we al dat we geen keuze hadden. Zo’n kans krijg je maar één keer in je leven,” zegt Alice van den Abeele.

Raphaël Cruyt: “Precies, het was liefde op het eerste gezicht. Voor een kunstencentrum zijn het gebouw, de architectuur en de ruimtelijke ervaring ontzettend belangrijk. Het gaat niet louter om de kunst, het gaat net zo goed om de context waarin je die kunst plaatst. Deze plek in de kanaalzone is voor ons betekenisvol.”

Waren jullie dan specifiek op zoek naar een locatie in Molenbeek?
Alice van den Abeele: “Nee. Om het project een kans op levensvatbaarheid te geven, moet je eerst en vooral een aantal aspecten op een rij krijgen: dit project moest centraal liggen, op een transportknooppunt, zodat ook toeristen hier makkelijk hun weg naartoe kunnen vinden. Maar het moest een plaats zijn die ons toeliet ook iets toe te voegen. Dit is een bonus.”
Raphaël Cruyt: “Ik denk dat de locatie ook de waarden van het MIMA weerspiegelt, of toch zoals wij die zien. Het museum staat pal in en vertegenwoordigt een culturele diversiteit, een multicultureel idee waar je makkelijk een analogie in kunt lezen met de manier waarop het internet onze manier van denken heeft veranderd.”

De internetrevolutie en de invloed die ze heeft gehad op de kunstenscene staan centraal in de focus van het MIMA. Wat onderscheidt de 2.0-generatie van de vorige?
Raphaël Cruyt: “Aan het begin van het nieuwe millennium waren veel kunstenaars op zoek naar nieuwe manieren om zichzelf uit te drukken. Galeries stonden voor een context die te beklemmend was geworden. Je had skateboarders die urban art maakten, stripmakers die hun tekeningen wilden tentoonstellen; een heel stedelijke scene die zich beknot voelde. Het internet opende de deur naar een publiek dat gretig alles fotografeerde en zijn beelden deelde. Tien jaar geleden, toen wij Alice Gallery oprichtten, heerste er veel scepsis over de levensduur van een subcultuur als urban art. Nu zie je dat die groter is dan wat dan ook. Het internet stimuleerde een beweging van onder uit, als een nieuw soort democratie. Die verschuiving weerspiegelde ook een vernieuwde creatieve geest, een participatieve, empathische benadering, een mobiliteit tussen identiteiten en rollen. Het is uiteindelijk een verrijking gebleken, op het vlak van zowel inhoud als verbondenheid.”

“In het MIMA staat die grenzeloze 2.0-cultuur centraal, ook fysiek: waar je je bevindt speelt uiteindelijk geen rol meer. Natuurlijk willen we werken met kunstenaars uit de lokale scene, maar de lat ligt hoog, als je ziet wat New Yorkers Maya Hayuk, Momo, Swoon en Faile hier nu brengen. Ons gaat het om kunst die als knooppunt fungeert van sporen uit de beeldende, muzikale, grafische, filmische en stedelijke cultuur. Die evolutie valt niet meer terug te draaien, denk ik. Je merkt tegenwoordig dat zelfs de eerder klassieke instellingen naar dat perspectief opschuiven, naar een rol als bruggenbouwer tussen disciplines en registers.”

Dat is waar Alice Gallery ook al voor stond. Waarom dan nu nog een museum?
Raphaël Cruyt: “Omdat een museum je de mogelijkheid biedt een geïntegreerde visie aan te reiken van verleden, heden en toekomst. Het creëert de nodige afstand en stelt de focus én de discussie scherp. Het staat je toe om reflectie te stimuleren en intelligentie op te bouwen. En dat is in die aanhoudende, overrompelende stroom aan informatie – waar het internet natuurlijk ook voor staat – welkom, wenselijk en noodzakelijk. Cultuur bereikt je niet langs één weg, cultuur komt van overal, en net daardoor is het soms moeilijk de dingen aan elkaar te knopen, de links en verbanden te zien. Het museum moet de plek worden waar dat wel mogelijk is.”

“Ik weet dat we nog maar net aan het begin staan van dit verhaal, we hebben niet eens de deuren geopend, maar er zijn best wel wat dingen die we in het vooruitzicht stellen. We zouden graag samenwerken met de Vk* bijvoorbeeld, of met scholen en de gemeenschap hier. Hoe meer je mensen stimuleert om kennis op te bouwen, hoe intelligenter het debat wordt. Het zou fantastisch zijn als dat er op een bepaald moment toe zou leiden dat mensen zelf beginnen mee te denken en ideeën communiceren. Net om die participatieve democratie, het opstarten van een dialoog en het creëren van connecties en een community gaat het hier.”

De focus op de 2.0-cultuur houdt jullie uit het vaarwater van het museum voor moderne kunst dat er misschien ooit van komt.
Raphaël Cruyt: “Voor alle duidelijkheid: het MIMA is geen reactie op het gebrek aan een museum voor moderne kunst. Maar natuurlijk is dat een lacune. Brussel is de hoofdstad van Europa, in godsnaam. Natuurlijk hebben we nood aan zo’n plek.”

Een museum verkoopt niets. Hoe houden jullie het hoofd boven water?
Raphaël Cruyt: (Lacht) “Nee, werk verkopen is niet ons doel. Maar begrijp me niet verkeerd: ik heb er niets op tegen dat culturele instellingen verschillende bronnen van inkomsten zoeken om onafhankelijk te kunnen blijven. Hoe het hier zit, weet ik niet zo goed, maar in de Verenigde Staten zie je vaak dat achter grote instellingen enkele grote galeries schuilgaan. En waarom niet? Als dat een mooi project oplevert, en alles in transparantie gebeurt, dan kan dat voor mij best. Op dat vlak zijn er geen verkeerde concepten of ideeën, alleen verkeerde manieren om ze in de praktijk te brengen.”

“Zelf proberen we zo onafhankelijk mogelijk te blijven. Het budget hebben we bewust bescheiden gehouden: zo’n 600.000 euro voor alles, verbouwing en expo. Het noopt je om creatief te zijn. Voor dit eerste jaar hebben we wel een subsidie gekregen, maar die komt niet boven de 15 procent uit. Daarnaast is er het geld dat we via crowdfunding hebben opgehaald, fondsen die van partners en sponsors komen, en mikken we op nog eens 15 procent inkomsten uit de ticketverkoop, het restaurant en de verhuur van de ruimtes hier. Het idee is niet al onze hoop te vestigen op één inkomstenbron. Maar het is afwachten, natuurlijk, of we een publiek bereiken. Daar staat of valt alles mee. Als het idee achter het MIMA niet blijkt te worden gedeeld en geapprecieerd, dan valt de zin van het hele project ook weg. De kern van wat we willen met het museum is de stad en de gemeenschap inspireren. Molenbeek heeft af te rekenen met zware tijden. Dit deel van de stad bezit wel een ongelofelijke rijkdom aan culturen, maar wat er mijns inziens ontbreekt, is de sociale mix. Het MIMA kan hopelijk, misschien, die context verbeteren. Een brug zijn. En het slechte imago counteren.”

Dat is geen kleine ambitie.
Raphaël Cruyt: “Wat er in november is gebeurd, heeft iedereen geschokt. Molenbeek werd een no-go zone, er wonen was voldoende om als terrorist gebrandmerkt te worden. Maar wanneer je er je thuis hebt, is dat niet het imago dat zich opdringt. Weet je, ik boks hier in een club. Als je daar dan kinderen ziet rondlopen in T-shirts met als opschrift ‘I love Molenbeek’, dan is dat een statement, een manier om aan de rest van de wereld te tonen dat ze dat imago niet zullen aanvaarden, dat ze het recht in de ogen zullen kijken en er de strijd mee aangaan. En het museum doet dat ook. Iconoclastisch, precies.”

City Lights. 15/4 > 28/8, MIMA, mimamuseum.eu

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Cultuurnieuws, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni