De stoffelijke resten van Expo 58 liggen verspreid over de Heizelvlakte, heel België en de rest van de wereld. Het lijkt wel of er een explosie heeft plaatsgevonden. Met de Pijl van de Burgerlijke bouwkunde was dat trouwens letterlijk zo. Dit kunstwerk van gewapend beton roept bij sommigen nog altijd een oeremotie op. Geen wonder dat er in 1971 specialisten uit de steengroeve voor nodig waren om het op te blazen. De gebouwen van de Trade Markt kwamen ervoor in de plaats.

Efemere perspectieven
Hoe konden pareltjes als de Pijl, het Philips-paviljoen, het paleis van Congo of de dubbele voetgangersbrug zomaar verdwijnen? Waar zijn de paviljoenen van zoveel landen dat het idee om al hun vlaggen aan het Groot Paleis te hangen verlaten werd omdat te veel deelnemers zich hadden aangemeld? Maar de juiste vraag is eigenlijk waarom sommige gebouwen níet verdwenen. Want in artikel 19 van het reglement voor deelname aan de Algemene Wereldtentoonstelling Brussel staat klaar en duidelijk dat de funderingen volledig afgebroken en verwijderd moeten zijn en de grond in de oude toestand moet zijn teruggebracht... uiterlijk op 15 januari 1959.

Paul Greenhalgh noemde wereldtentoonstellingen in zijn gelijknamige boek ephemeral vistas. Even eisen ze alle aandacht van de wereld op om daarna weer te verdwijnen. Het tijdelijke karakter maakte van Expo 58 wel een gedroomd oefenterrein voor architecten en ingenieurs. Het grote publiek werd er voor het eerst geconfronteerd met moderne vormen. Landen als Spanje, Joegoslavië, de USSR en België wilden met hun moderne architectuur de wereld laten zien hoe vooruitstrevend ze wel waren.

Het thema van Expo 58 was echter 'de wereld op mensenmaat bouwen'. Dat thema was volgens ingewijden allesbehalve ingevuld en dat heeft er ook niet toe bijgedragen dat gebouwen bewaard bleven. Het door Le Corbusier ontworpen Philips-paviljoen werd na de tentoonstelling zonder pardon opgeblazen. "De absurde berekeningen en de technische acrobatie van het Atomium zullen alleen met het afbreken van dit bouwkundige monster uit het geheugen verdwijnen," klonk het toen nog beslist. Net het Atomium is samen met enkele kleinere gebouwen een van de weinige blijvers op de Heizelvlakte.

Tweede levens
De critici van toen kunnen al bij al tevreden zijn. Jammer voor hen is dat er nog veel meer tot op vandaag is blijven bestaan. Agenda zoekt de komende weken de resten van de expo op. De paviljoenen kregen herbestemmingen als scholen, zwembaden, markthallen, restaurants… Beelden, gondels, logo's en lekkernijen begonnen een tweede of derde leven. Ze pronken als trofeeën op websites van expoarcheologen van diverse pluimage of ze kraken onder de voetzolen van Erik Baptist van Brukselbinnenstebuiten.

Als nieuw worden ze dan weer in boeken van onder andere Johanna Kint (het uitstekende Expo 58 als belichaming van het humanistisch modernisme, 2001) en Rika Devos en Mil De Kooning (Moderne architectuur op Expo 58, 2006).

Al zijn er ook ongelukken gebeurd. De houten signaalmast van Expo 58, een 25 ton wegend gevaarte dat een dagenlange tocht van de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene naar de Grote Paleizenpoort overleefde, brak na de expo bij een slordige heroprichting in Namen gewoon in tweeën.

Uit de as herrijzen
Het eerste kippetje aan het spit, de eerste croque-monsieur, de eerste zwarte in levenden lijve, de eerste kleurentelevisie. Ook dat was de Expo voor de, naargelang de bron, 35 tot 45 miljoen bezoekers, wie maalde nog om tien miljoen. Veel recidivisten zitten er in die duizelingwekkende getallen, en veel Belgen, 80 procent van hen bezocht Expo 58.

Louis de Lentdecker schreef in 1988 naar aanleiding van de tentoonstelling De Fifties in België: "Binnen uw omheiningen, Expo, werden meer dan 30.000 mensen ziek, vooral van vermoeidheid en drank. Ik heb ze binnen uw poorten zien lachen, zien dansen, zien vrijen. Ik heb ze zelfs zien sterven. Vijf mensen zijn bij u overleden… Binnen uw muren zijn ook acht mensen geboren zodat gij méér leven hebt gegeven dan genomen."

Het was de tentoonstelling van de eeuw, al hielp de erg zonnige zomer. Gedachten om ons aan te warmen op de tochtige Heizelvlakte daags voor het jubileumjaar. Veel vergane glorie bij de resten authentiek beton, cementtegels en tarmac die we terugvinden, maar we gaan niet naar huis voor Expo 58 weer uit haar as is herrezen. Koen Peeters, bezwangerd door expolucht, liet koning Boudewijn zovele jaren later ook zeggen: 'Le monde était jeune et beau.'

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni