Gebroeders Bourgeois van onder het stof

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
08/01/2005
Twee pioniers van de Belgische avant-gardebeweging, Pierre Bourgeois - anarchist, links dichter, redacteur, cineast en oprichter-zaakvoerder van de huurdercoöperatieve Cité Moderne in Sint-Agatha-Berchem - en zijn oudere broer Victor Bourgeois - de modernistische architect die al heel jong een stevige Europese reputatie opbouwde - krijgen voor het eerst een uitvoerige tandemtentoonstelling. Eén kamer vol ­grotendeels vervlogen literair geweld. En een nog grotere ruimte vol amper gevrijwaard ­stedenbouwkundig erfgoed.

Het historisch archief van twee ondernemende broers, Victor (1897-1962) en Pierre (1898-1976) Bourgeois, werd door Iwan Strauven als onderwerp voor een doctoraalthesis (Toegepaste Wetenschappen) grondig uitgevlooid. "Het archief is gelukkig maar beperkt versnipperd geraakt," zegt Strauven. "Ook al is Victor Bourgeois snel een mythe geworden, na zijn internationale erkenning."

"De documentaire nalatenschap van Bourgeois is eerst in de kelders van het Museum voor Schone Kunsten in Brussel terechtgekomen. Een beperkt gedeelte is gecatalogeerd en toegankelijk gemaakt door de afdeling Moderne Kunst. Het plannenmateriaal van de architect is later in het Civa terechtgekomen, net als de briefwisseling, waaronder de brieven met betrekking tot het Ciam (Congrès International d'Architecture Moderne, in 1930 georganiseerd in het Paleis voor Schone Kunsten, JMB)."

"De literaire nalatenschap van de schrijver-uitgever Pierre Bourgeois behoort tot de archieven van de Koninklijke Bibliotheek. Een overzichtstudie, of zelfs een publicatie over het oeuvre van Victor Bourgeois, is er nooit gekomen, ook al was de architect in de jaren vijftig al een mythe."

Familierelaties
Het was logisch dat het onderzoekswerk dat grotendeels in het Civa is uitgevoerd, ook daar werd tentoongesteld. Daar komt wel bij dat Victor Bourgeois nog les heeft gegeven aan Maurice Culot. En Culot zwaait de scepter in La Fondation pour l'Architecture. En dat de architect Francis Strauven, hoofddocent van de Universiteit van Gent, meeschreef aan het Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden (Mercatorfonds 2002), en mee zijn zegen gaf over de cover: een geveltekening van Victor Bourgeois. En dat Iwan Strauven de zoon is van Francis Strauven. Daarmee is de cirkel rond en zijn de relaties en expositiekansen uitgeklaard.

Het leeuwendeel van de tentoonstelling De gebroeders Bourgeois is een chronologische selectie van de realisaties en de onuitgevoerde projecten van Victor Bourgeois. Uitgestald in vitrinetafels, per bouwwerk gedetailleerd toegelicht met een technische fiche, naast foto's, plannen en documenten - de expositie levert urenlang lees- en kijkplezier.

Een aparte, kleinere tentoonstelling kadert de artistieke exploten van broer Pierre, die samen met Victor artistieke tijdschriften oprichtte als Au volant (1919), Le geste (1919), 7 arts (1922) en Bruxelles (1933). Pierre was ook betrokken bij de oprichting van een coöperatieve drukkerij, de kunstsectie van de Belgische Werkliedenpartij en de artistieke sectie van de ULB (La Lanterne Sourde), en hij was de drijvende kracht in artistieke middens van de tussenoorlogse periode. Dat de tentoonstelling niet louter de architect Victor Bourgeois voor het voetlicht plaatst, heeft alles te maken met de voedende verhouding op creatief vlak tussen Victor en zijn 'muze' Pierre. Beide gebroeders zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in de rea­lisaties van architectuurconcepten, visies op avant-garde en disputen over de modernistische beweging. Pierre bracht Victor ook in contact met zijn architectuurkennissen: Le Corbusier, Hannes Meyer, Theo van Doesburg, en kunstenaars als René Magritte en Felix De Boeck.

Cité Moderne
Het schoolvoorbeeld van hun samenwerking, op jeugdige leeftijd, is de oprichting van de huurders­coöperatie Cité Moderne (vanaf 1922) in Sint-Agatha-Berchem. Pierre bleef er tot zijn dood wonen.
De 275 gezinswoningen van verschillend type waren een direct antwoord op de woningnood na de Eerste Wereldoorlog. De overheid stimuleerde fors dit soort van privé- of coöperatief initiatief.
De site, die pas als monument geklasseerd geraakte in 2000 (en dan nog zonder de interieurs), was een van de tuinwijkmodellen die exemplarisch waren voor het Europese architectuurmilieu. Mede door dit concept werd Victor Bourgeois erkend in die middens, bouwde hij als enige Belg mee een woning in de internationale modelwijk Weissenhofsiedlung in Stuttgart en schopte hij het bijna tot voorzitter van het architectencongres Ciam in 1930, dat hij mee uitwerkte.

Tot nu toe zijn er maar twee andere bouwwerken van Bourgeois geklasseerd: de Lokettenzaal en een deel van de gevels van het Postchequegebouw (nu een onderdeel van het Vlaams Parlement) in Brussel-Stad, en de kunstenaarswoning voor Oscar Jespers in Sint-Lambrechts-Woluwe.

De expositie toont een rist andere realisaties, zoals de Eternit-toren voor Expo '58, de inmiddels gesloopte dubbelvakantiewoning in Sint-Ides­bald voor Herman Teirlinck en Karel Maes, de modernistische vishandel in De Panne, en de cinemazaal Continental (1933) op de Waversesteenweg.

Maar er zijn ook onbekende projecten: een modelproject voor een treinstation, waarin vooral aandacht ging naar de passagierscirculatie in het gebouw, met winkels en een bioscoop; een nooit gerealiseerd drietorenproject bij de Brusselse Brigittinenkerk, en tal van vroeg-modernistische privé-woningen die gesloopt, verkommerd of miskend zijn.

Het stadhuis van Oostende staat wel nog als een rots in de branding overeind. Telkens weer valt op dat Bourgeois de functionaliteit voorop zette, wat tot uitgezuiverde constructies leidde, in de geest van zijn Nederlandse voorgangers in de moderne beweging.

De twee tentoontellingen worden met elkaar verweven door het uitstallen van de helft van de privé-kunstcollectie van Pierre Bourgeois. Alleen al die collectie, aan Bourgeois geschonken door Belgische groten als Magritte, Floquet, De Boeck en Baugniet, is een ommetje waard.

De gebroeders Bourgeois, tot en met 27 maart in La Fondation pour l'Architecture, Kluisstraat 55, 1050 Elsene, 02-642.24.80. Open van dinsdag tot en met zondag van 12 tot 18 uur, 's woensdags tot 21 uur

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni