Nieuwsbrief "Epitaaf" is na vier jaar herrezen

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
05/11/2004
Na vier jaar stilzwijgen is de nieuwsbrief van de vereniging voor funeraire archeologie Epitaaf er opnieuw. En het nummer dat zonet van de persen is gerold, ziet er veelbelovend uit. De nieuwsbrief wordt wel een halfjaarlijks blad. Wij namen het nulnummer vast voor u door. Het volgende nummer verschijnt in april 2005.
Achtenveertig nummers heeft Epitaaf het volgehouden, maar in het najaar van 2000 verscheen het voorlopig laatste nummer. Overigens tot grote spijt van de abonnees, die dat per brief of prentbriefkaart hebben laten weten. Dat betekent allerminst dat de vereniging de voorbije vier jaar heeft stilgezeten. Ze legde - en legt - zich toe op de uitbouw van het Museum voor Grafkunst & Centrum voor Funeraire Archeologie in het Atelier Ernest Salu bij de ingang van het kerkhof van Laken.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Epitaaf opnieuw een artikel wijdt aan de steenhouwersfamilie Salu, nu omschreven als specialisten in de heraldiek - een collectie gipsbeelden en een rist documenten in het bezit van Epitaaf moeten dat staven. Niet zo verwonderlijk die specialiteit, schrijft Linda Van Santvoort: de Salu's hadden veel adellijke opdrachtgevers. Vier grafzerken met wapenschild op het kerkhof van Laken en een op de begraafplaats van Brussel worden in dit nummer vast al belicht.
De hoofdmoot van het nummer (20 pagina's) is echter gewijd aan de collectie-Beernaert die Epitaaf in zijn bezit kreeg. Het voormalige atelier van de steenhouwers Antoine en Emile Beernaert moest in de zomer van 2002 dringend ontruimd worden omdat het op het punt stond afgebroken te worden. De collectie, die nog geïnventariseerd moet worden, is een verrijking voor Epitaaf, dat grafzerken van Beernaert bezoekt op de begraafplaatsen van Elsene - onder andere van de familie Vieujant-Delhaize van de bekende grootwarenhuisketen - en Sint-Joost.

Pijnlijke reclame
Het grootste deel van het nummer is zeer Brussels gekleurd, maar Tim Jansens waagt zich ver over de grenzen. Hij reisde naar de Lychakiv-begraafplaats in Lviv, de hoofdstad van Galicië. De West-Oekraïense stad maakt wel op een heel speciale manier reclame voor het kerkhof, dat ze als cultuurhistorisch monument heeft erkend: "Meer een ontspanningsoord dan een begraafplaats", zo luidt het. Maar het is niet alleen de verwijzing naar een ontspanningsoord die pijnlijk is, de geschiedenis en de actualiteit zijn dat ook. Tijdens een bezoek aan Lychakiv, dat de allure heeft van het Parijse Père Lachaise of het Londense Highgate, valt het Jansens op dat alleen Poolse grafzerken het mikpunt van vandalen zijn. Het woelige verleden is in Lviv nooit veraf en een ontspoord nationalisme wel heel dichtbij. Het verslag van Jansens valt niet alleen op door de keuze van de plaats, ook de invalshoek is anders, maar past wel perfect in het kader van Epitaaf, dat zich ook tot doel stelt om de funeraire kunst maatschappelijk en historisch te duiden.

Tot slot ook een artikel over architect S'Jonghers en het grafmonument De Walsche in Evere, en over het dodenmasker van de Gentse beeldhouwer Henri Thiery dat Epitaaf bij een antiquair op de kop kon tikken.

Epitaaf, Onze-Lieve-Vrouwvoorplein 16, 1020 Brussel.
Abonnementen kosten 16 euro voor 2 nummers, lid word je voor 20 euro.
Het volgende nummer verschijnt in april.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni