Opera 'Rusalka' : Praagse waternimf
Alhoewel Rusalka in Tsjechië de cultopera bij uitstek is werd het werk sinds zijn première in Praag in 1901 nog nooit in de Muntschouwburg vertoond. Mogelijk heeft de late opera van Antonín Dvořák (1841-1904) gewacht op een verschuiving in de tijdgeest. De natuur wordt er gepresenteerd als idyllische inspiratie voor menselijk gedrag: de natuur en haar geesten worden even krachtig, indien niet sterker, getoond als de mens.
Zoals gebruikelijk heeft Munt-directeur Peter de Caluwe twee jonge talenten gecast voor de hoofdrollen in Rusalka: de sopranen Michaela Kaune (al in Brussel gezien in Le nozze di Figaro) en Olga Guryakova. Daarnaast zingen de jonge Duitse tenor Burkhard Fritz en Ludovit Ludha voor het eerst de titelrol van de prins in het muzikale sprookje. Ook andere rollen werden aan twee zangers toegewezen. Een dubbele bezetting (bij bepaalde speeldata aangeduid met een asterisk bij de naam) maakt het uiteraard niet makkelijk voor het orkest en de regisseur, Stefan Herheim. Maar het hoort nu eenmaal bij de overlevingsstrategie van de Munt; het enige alternatief is het aantal voorstellingen verminderen. En dan nog. Met ongeveer tien dagen opbouw- en afbraaktijd voor elk operadecor zijn meer dan tien producties per seizoen niet haalbaar. En aan onverwacht afwezige stemmen, zoals begin vorig seizoen te vaak voorviel, heeft iedereen - organisator én luisteraar - een broertje dood. Vandaar de keuze voor twee door elkaar gevlochten producties.
Van zeemeerminnen en prinsen
Terug naar de opera en waar het om draait in deze eerste Belgische vertoning van dit impressionistische werk. Het Tsjechische woord 'rusalka' is afgeleid van het Russisch en staat voor 'betoverd en betoverend vrouwelijk wezen' zoals we dat vaak tegenkomen in tal van legenden, mythen en volkssprookjes waarin nimfen, undinen, sirenen en zeemeerminnen opduiken.
Voor de 'Praagse waternimf' Rusalka liet de librettist Jaroslav Kvapil zich inspireren door De kleine zeemeermin van Andersen, Die versunkene Glocke van Hauptmann en Undine van De la Motte Fouqué. Een wereld van boselfen, waternimfen, een watergeest, een heks en een verliefde prins vormen het tijdloze gegeven om het treurige lot van het waternimfje uit te spinnen. Rusalka wil als dochter van de watergeest niets liever dan een menselijke gedaante aannemen om de liefde van de prins te winnen. Haar wens gaat in vervulling, onder de voorwaarde dat hij haar nooit ontrouw is, anders wordt ze verbannen. Als een vrouwelijke rivale de prins verleidt, en hij daarop ingaat, trekt de watergeest Rusalka weer in de vijver, weg van haar nimfenzusjes. Rusalka's lot kan maar een ommekeer krijgen als ze de prins, die inmiddels labiel en geestelijk gestoord gedrag vertoont, doodt. Dat doet ze onvrijwillig, als hij haar vooralsnog om een kus vraagt. Een sprookje zonder happy end. Maar de aantrekkingskracht, de behaaglijke meeslependheid van deze droomopera vloeit voort uit het feit dat Dvořák (haast) als geen ander de natuur tot leven weet te wekken, door de bosvijver en de woudbegroeiing op toon te zetten. Het wordt dus luisteren naar wat de natuur zonder woorden vertelt.
:: Rusalka — Adam Fischer/Stefan Herheim
wanneer: 5, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 16, 17, 19, 20, 21 december 2008 om 19.00 uur (zondag: 15.00 uur) waar: De Munt, Muntplein, Brussel, 070-23.39.39, info@demunt.be
inkom: €100/75/65/40/20/10
Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.