Portret van een vergeten prins : deel 2

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
29/04/2007
De indrukwekkende biografie van Peter Ernst van Mansfeld, een Duitse prins, biedt een interessant perspectief op een belangrijke episode uit de geschiedenis van Brussel en de Nederlanden. Vervolg van deel 1.

< terug naar deel 1

Een van de absolute topstukken van de tentoonstelling in het Musée National d'Histoire et d'Art in Luxemburg is het zogenaamde Album van Brussel. Daarin staan de feesten ter ere van het huwelijk van Alexander en Maria afgebeeld op tien unieke prenten die dateren uit het jaar van het huwelijk. Ze worden toegeschreven aan de Antwerpenaar Frans Floris, en de opmerkelijke kleurenpracht ervan is opvallend goed bewaard gebleven.
Om redenen die niet precies bekend zijn, behoort het Album van Brussel tegenwoordig tot de collectie van de Universiteit van Warschau in Polen. In 1991 werd het herontdekt in de aanloop naar Europalia Portugal, maar het werd niet tentoongesteld. Vijf van de prenten zijn nu dus voor de allereerste keer te zien in wat vroeger de Nederlanden heette. Ze tonen respectievelijk de intrede van Maria in Brussel op 11 november 1565 (in een paardenkoets die in die tijd erg modern was), de presentatie van Maria aan haar toekomstige schoonouders op het paleis van de Koudenberg door Peter Ernst Mansfeld en zijn vrouw in hoogsteigen persoon, én het riddertoernooi dat op 4 december plaatshad voor het stadhuis, alsook de voorafgaande stoet en het banket achteraf. Tijdens die feestelijkheden kregen de edellieden die onder Margaretha aan invloed wonnen, de gelegenheid om in mekaars gezelschap hun ongenoegen te ventileren over het beleid van Filips II. Niet lang daarna houden ze hun fameuze Geuzenbanket en sluiten ze het Eedverbond der Edellieden dat in 1566 aan de landvoogdes het stopzetten van de godsdienstvervolging eist. De graven Egmont en Hoorn, Marnix van Sint-Aldegonde, Hendrik van Brederode en Willem van Oranje traden allemaal toe tot het Eedverbond, maar Mansfeld blijft trouw aan Filips. Die stuurt na de Beeldenstorm in Vlaanderen de hertog van Alva naar de Nederlanden.

Op 9 september 1567 laat Alva in Brussel Egmont en Hoorn arresteren, zoals op de tentoonstelling op een prent te zien is. Mansfeld is daarbij aanwezig. Hij zal nog pleiten om gratie voor zijn schoonbroer, maar dat mag niet baten. Als Alva zelf overlijdt, grijpen de opstandelingen voor een paar jaar de macht en wordt Mansfeld met de andere leden van de Raad van State gevangen gezet in het Broodhuis. Tot Alexan­der Farnese orde op zaken komt stellen.

Aan diens zijde zal Mansfeld stad na stad de Zuidelijke Nederlanden heroveren, tot in 1585 ook Antwerpen valt. En na de dood van Farnese in 1592 volgt Mansfeld hem voor twee jaar op als landvoogd van de Nederlanden. Daarna trekt hij zich definitief terug in zijn eigen provincie Luxemburg, waarvan hij sinds 1545 gouverneur is.

Gecultiveerd militair
Daarmee zijn we aanbeland bij nog een aantal andere aspecten die de figuur van Mansfeld zo boeiend maken. Als prins behoorde het tot zijn dagtaak de keizer en later diens zoon militair bij te staan, maar Mansfeld heeft dat wel op zeer nauwgezette manier gedaan. Het aantal militaire campagnes waaraan hij met succes deelnam, is haast niet te tellen. In de eerste helft van zijn carrière voerde hij vooral slag tegen de Franse erfvijanden van het huis van Valois. Zo speelde hij een doorslaggevende rol in de slag bij Saint-Quentin in 1557, waar Filips de Fransen verpletterde en ei zo na Parijs innam. Dat is mooi te zien is op een enorm panoramisch schilderij dat tijdens het onderzoek werd teruggevonden in de collectie van het Escorial bij Madrid en dat die slag schematisch weergeeft. Ook de troepen van de graven Egmont en Hoorn zijn daarop te zien. Om maar te zeggen dat de heren elkaar niet alleen tijdens feestelijkheden, toernooien aan het hof en gebeurlijke onthoofdingen op de Grote Markt tegen het lijf liepen.

Later was Mansfeld dus ook verdienstelijk in de strijd tegen de protestanten, zelfs aan de zijde van dezelfde Fransen tegen wie hij enkele jaren voordien nog gevochten had.

En tot slot was Peter Ernst ook een gecultiveerd man. De titel van de tentoonstelling in Luxemburg luidt (in vertaling) niet voor niets Peter Ernst van Mansfeld, een prins van de renaissance. Op de portretten van de man is al te zien hoe hij de recente modes in de klederdracht en portretkunst aan het Spaanse hof meteen kopieert. Daarnaast was Mansfeld ook een kunstliefhebber. Op de tentoonstelling zijn bijvoorbeeld een aantal zeer rijkelijke, waardevolle en goed bewaarde boekbanden te zien die Mansfeld in Parijs liet binden. Zijn kennis van de recentste architecturale ontwikkelingen blijkt dan weer uit het feit dat een absolute autoriteit als Hans Vredeman de Vries een van zijn naslagwerken aan hem opdroeg. Pronkstuk was evenwel het indrukwekkende renaissancekasteel dat Mansfeld aan de rand van de Luxemburgse hoofdstad liet optrekken. La Fontaine, zoals de residentie heette, was een van de eerste van zulke kastelen in de Nederlanden en zat vol met kunstschatten die in de uitzet van een renaissanceprins niet mochten ontbreken. Van het kasteel met de tuinen, klassieke standbeelden, fonteintjes en kunstgalerijen blijft haast niets meer over, maar de recente en succesrijke archeologische opgravingen op de Clausen-site gaven het onderzoek naar de figuur van Mansfeld én het idee om deze tentoonstelling te organiseren, wel een beslissende impuls. Vooral de vondst van een aantal handschriften waarin gedetailleerde beschrijvingen van de inboedel van het kasteel te vinden zijn, opende nieuwe perspectieven. Mansfeld eindigde zijn leven immers in schulden, waardoor hij al zijn bezittingen aan de Spaanse koning moest nalaten. Daarna raakten ze verspreid in diverse collecties, tot in Venezuela toe. Vooral in het Prado konden nu verschillende stukken die ooit tot het bezit van Mansfeld behoorden (portretten van familieleden, maar ook doeken met klassieke onderwerpen of bustes van Caesar en keizer Hadrianus), getraceerd en opnieuw omschreven worden.

:: Pierre-Ernest de Mansfeld, un prince de la renaissance (1517-1604), nog tot en met 10 juni in het Musée National d'Histoire et d'Art, Marché-aux-Poissons, Luxemburg. Van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 17 uur. Meer info op 0035-2-47.93.30 of de website

Illustratie: Een uniek beeld van de Brusselse Grote Markt tijdens het toernooi dat er op 4 december 1565 werd georganiseerd ter ere van het huwelijk van Alexander Farnesse en Maria van Portugal. De geharnaste ridder met de zwarte adelaar op de helm uiterst rechts, is prins Mansfeld. © Uniwersytet Warszawski

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni