Cici Olsson portretteert 'La Bruxelloise'

Jean-Marie Binst
© BRUZZ
11/01/2017

Om alle negativiteit over Brussel uit 2016 door te spoelen, gaf uitgeverij Racine fotografe Cici Olsson de opdracht om het Brusselse positivisme een gezicht te geven. Het resultaat werd ‘La Bruxelloise, Brussel in 100 portretten’. Het laat goedlachse vrouwen van 18 tot 88 jaar schitteren. Staan zij voor alle Brusselse vrouwen?

Gedoemd als the failed city, was het Brusselse imago in 2016 toe aan een positieve lifting. Dat gaf aanleiding tot een fotoboek vol stralende vrouwen uit Brussel, die het ware gezicht van de stad fatsoeneren. Het idee lijkt wat artificieel, maar is zonder twijfel goed bedoeld.

De Zweedse fotografe Cici Olsson, die in de jaren 1990 haar Franstalige Belgische man naar Luik volgde, en sinds twaalf jaar in Bosvoorde woont, ging op zoek naar ‘La Bruxelloise’. De Brusselès die zich goed in haar vel voelt en dat ook uitstraalt. “Via een netwerk van relaties van relaties werd me een groot aantal namen van interessante vrouwen bezorgd,” zegt Olsson. “Mijn eigen kennissenkring is beperkt. Ik verhuisde naar Brussel omdat die stad de minst slechte optie was om in België te wonen.” Olsson presenteerde haar namenlijst aan de uitgever, en daar kwam een gezamenlijke shortlist uit. Sterk gefilterd op vrouwen van diverse beroepscategorieën en in leeftijd variërend van 18 tot 88 jaar. “Ik had te veel actrices en kunstenaars, er moest ook een taxichauffeur en een brandweervrouw bij. Al zocht ik ook uit wie in het grootste ziekenhuis de hoogst aangeschreven kankerspecialiste bleek. Dat was Martine Piccart-Gebhart.”

La Bruxelloise Cici Olsson BRUZZ 1553
Zo werden dubbele pagina’s gemaakt met aan de ene kant een spetterend portret, en aan de andere kant in handschrift van de gefotografeerde een korte bio en het antwoord op twee vragen: “Uw lievelingsbuurt in Brussel” en “Een Brusselse herinnering”. Die gaan van een café in Jette voor journaliste Cécile Grosjean en de Dansaertwijk voor lingerieontwerpster Carine Gilson, tot flaneren in de postkaartjeswinkel ‘Avec Plaizier’ voor Nathalie Dufour, manager van café L’Archiduc.

Het boek is echter niet evenwichtig naar hoofdstedelijke populatiegroepen. Zo staan in het boek voor 95 procent blanke gezichten. En van een andere actieve minderheid, de Vlaams-Brusselse vrouwen, selecteerde de uitgave amper zes gezichten. Die komen hoofdzakelijk uit twee sectoren: modegoeroe Linda Van Waesberge en Sonja Noël van boetiek Stijl, journalisten Nica Broucke, Anna Luyten en Natalie Helsen, en Leen Ochelen van de Museumraad. “Ik ken geen Nederlandstalige Brusselaars. Ik ben hier niet geboren. Het is mijn land niet. Het is mijn cultuur niet, en zeker niet mijn taal. Had ik met een Vlaming kinderen gehad, was het wellicht anders uitgedraaid. Maar ik leef nu in de Franstalige gemeenschap van mijn man. En Bosvoorde is duur en boring,” zo verantwoordt Olsson dat hiaat. Het boek is wel drietalig.

Wie de Brusselse vrouw dan wel is, willen we toch weten, als zij een naam draagt als Laurence Van Ypersele (UCL-professor), Monica Nève de Mévergnies (stichter Nativitas), Marie-Françoise Plissart (fotografe) of Marie Warnant (singer-songwriter). “Brusselse vrouwen vind ik heel cool. A good girl, die gul is, goedgeefs en milddadig. Brusselse vrouwen stralen sowieso iets positiefs uit, omdat ze minder gesofistikeerd zijn, minder artificieel. In het algemeen voel je je meer relax bij die vrouwen, dan bij vrouwen uit andere hoofdsteden en zelfs uit Antwerpen. Daar lopen vrouwen veel beter gekleed, maar tegelijk is dat erg onnatuurlijk. Ja, de Brusselse vrouw voelt zich goed in haar biotoop. Ze is zeer genereus en brengt je back to earth.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: culture, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni