© Google Maps | Linssen-Maison Philippe was een pruikenwinkel op de Anspach. Het beroep van pruikenmaker staat onder druk.

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) wil met een nieuw beurzensysteem rond meesterschap de traditionele stielen opnieuw aantrekkelijk maken. Via meester-leerlingtrajecten moet het Vlaamse vakmanschap aan de volgende generaties worden doorgegeven.

Oude beroepen - zoals schoenmakers, koetsenbouwers, pruikenmakers en boekbinders - staan onder druk in de samenleving. Het niet-tastbaar erfgoed in hoofden en handen van vakmensen is echter van grote waarde. Om het voortbestaan van de beroepen te verzekeren, moet het vakmanschap aan toekomstige meesters worden doorgegeven, maar dat zijn vaak intensieve en tijdrovende processen.

Vlaanderen kent momenteel wel een vernieuwde belangstelling voor vakmanschap in ons immaterieel cultureel erfgoed. Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) wil daarom nieuwe leertrajecten rond vakmanschap in de kijker zetten. Vanuit zo'n traject kan een meester samen met één of meerdere leerlingen een beurs aanvragen. Die beurs bedraagt maximaal 2.000 euro per maand en het traject mag maximaal twee jaar duren.

Minister Gatz ging dinsdag in Bokrijk zelf in de leer bij een weefster, een bakker en een smid. Ook met BKRK - 'bokrijk brandmerkt' zet het openluchtmuseum de hedendaagse relevantie van vakmanschap in de verf. "Met het traject slaan we ook een brug naar onderwijs", zegt Gatz. "En we profileren ons internationaal, want ook Unesco roept op om dit waardevol maar kwetsbaar erfgoed door te geven aan nieuwe generaties."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni