Landschapsarchitect Erik Dhont 15 jaar aan de slag

Lieven Bulckaert
© Brussel Deze Week
18/05/2006
Vier hoog in een art deco hoekpand op de Varkensmarkt, ontwerpt Erik Dhont historische tuinen en parken voor openbare ruimten en privébezit. Hij geeft ook advies voor bosbeheer en landelijk groen. Een veelzijdig man die al in één adem met de befaamde Jacques Wirtz wordt genoemd.

In feite bestaat zijn bureau al zeventien jaar, maar twee jaar geleden had Dhont geen tijd om dat te vieren. Nu verschijnt de publicatie Recent Works en vond er, in het Conservatorium in de Regentschapsstraat, een één-avondstentoonstelling plaats waar de fine fleur van de Belgische design- en archtitectuurwereld op aanwezig was. Ook enkele buitenlandse vakbladen hadden een verkenner gestuurd. Dhont begint immers internationaal naam te maken. Hij legde de Sculpture Garden Malibu, met een 32-meter lange pergola, aan in Californië en restaureerde een park in Genève.

Maar ook in Brussel is hij zeer actief, vooral in sociale projecten, zoals die in het kader van diverse wijkcontracten. Zo tekende hij het project Reine Verte in Schaarbeek uit en Grondel III in Anderlecht, dat op dit ogenblik wordt uitgevoerd, wordt nu al algemeen als een voorbeeld van een nieuwe generatie speeltuinen beschouwd. Vol ludieke hoogteverschillen en met plekken die men opzettelijk laat verwilderen, ondescheidt het park zich van zijn evenknieën. het vergde wel een heuse mentaliteitswijziging van de gemeentearbeiders die voor het onderhoud instaan. Dhont daarover: "Die mensen zijn toch wat gehersenspoeld. Voor hen moet het er vooral 'proper' bijliggen. Zij hebben de neiging de niveauverschillen weg te werken en verwilderde zones zagen zij oorspronkelijk helemaal niet zitten. Dat zou de onveiligheid enkel maar in de hand werken, terwijl een dergelijke jungle zeer populair is bij kinderen die er naar hartelust in kunnen ravotten. Maar de parkwachters draaien steeds meer bij. De buurtbewoners kregen inspraak, er kwamen drie overlegvergaderingen. Natuurlijk kunnen wij niet aan iedereens verwachtingen voldoen; zo was er een groepje jongeren dat maar één doel voor ogen had: voetballen, wat moeilijk uitviel omdat het ging om een terrein met een helling van twintig procent. Uiteindelijk hebben we de junglezones dan gecombineerd met een mini-voetbalveld."

Onlangs creëerde Erik Dhont een tuin op een toch wel zeer ongewone locatie: bovenop een watertoren - in het Frans draagt een dergelijke constructie de naam château d'eau - in Vorst. De opdrachtgever bouwde het reservoir om tot een woning, maar kwam tot de constatatie dat hij aan hoogtevrees leed. Binnenin had hij er geen last van maar in de tuin, 35 meter hoog, wel. Dhont bouwde dan een geheel van banken - die samen een windwijzer vormen - waarop de man zich zittend kan voortbewegen. Het blijft dus niet bij de meest uiteenlopende groenvoorzieningen.

IJskast
Dhont studeerde naast tuin- en landschaparchitectuur in Vilvoorde ook grafische kunsten aan het Brusselse Sint-Lucasinstituut. Hij tekende tuin-, stads- en ander meubilair, onder meer voor de Antwerpse Universiteit, maar ontwierp ook een uitstrooiweide voor een crematorium en de site rond een sluizencomplex.

Hij eindigt vaak als laureaat van een wedstrijd. Maar een van zijn medewerkers laat er geen twijfel over bestaan; zij nemen geen genoegen met plannen die plannen blijven: "Ons bureau wil realiseren, veranderingen doorvoeren. Wij waren ook laureaat bij de wedstrijd in verband met de Beeldentuin naast de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in de Regentschapsstraat en ik vind het doodjammer dat die plannen in de ijskast werden opgeborgen."

Het bureau hecht veel belang aan maquettes en gespecialiseerde driedimensionale voorstellingen van de uitgewerkte concepten: "Dat lijkt ons een goede zaak voor alle betrokken partijen. Onze aannemers begrijpen zo beter welke kant wij uitwillen en zo geraken we op dezelfde golflengte. Toegegeven: de traditionele tuinaannemers moeten soms even slikken als ze onze ontwerpen voor de eerste keer onder hun neus krijgen. En het komt ook de dialoog met onze opdrachtgevers ten goede. Ooit kreeg een klant, in mijn bijzijn notabene, te horen van zijn echtgenote: 'Je hebt nu zoveel geld uitgegeven, maar ik zie niets!' Ik stapte meteen naar een gespecialiseerde computerfirma die een beeld gaf van hoe de tuin er binnen de vijf, binnen de tien, en binnen de twintig jaar zou uitzien. Uiteindelijk was iedereen tevreden, maar men vergeet al te vaak dat een landschap zich harmonisch moet ontwikkelen en dat vraagt nu eenmaal tijd," aldus Dhont.

Hoveniers
De één-avondtentoonstelling van eind april ziet Dhont als een soort geheugensteuntje: "Ik wilde de vreugde delen met opdrachtgevers, vrienden en kunstenaars. Klanten hebben vaak geen flauw idee van wat wij gerealiseerd hebben bij anderen. Wij willen van die tentoonstelling een reizende expo maken, waarschijnlijk gecombineerd met een reeks lezingen. En er komt ook een meer volledige publicatie."

Een van de talrijke aanwezigen, de Nederlander Henk Dijkman van het blad Terra Architectura ontwikkelde een interessante denkpiste. Centraal staat de gedachte dat groen, en zeker openbaar groen, niet gekwantificeerd wordt en daarom ook niet voldoende gewaardeerd. "Op de een of andere manier durft men de waarde van groen niet in euro's uit te drukken," stelt één van zijn geïnterviewden, en die vervolgt: "Met betrekking tot groen wordt er met overheidsgeld zeer onzorgvuldig omgesprongen. Er vindt dus een grote kapitaalsvernietiging plaats door het goedkope aanbesteden. Bij een nieuwe auto voorspelt men wat die binnen de vier jaar en na x-aantal kilometers waard zal zijn. Ook groenprojecten kunnen gekwantificeerd worden en daar hoort een forse dosis onderzoek en onderhoud bij."

Dhont steekt, ondanks zijn sporadische kritiek, zijn bewondering voor hoveniers niet onder stoelen of banken: "Het zijn ambachtslui die de ziel van de tuin of de boomgaard bewaren en beschermen. Meer dan wie ook beschikken zij over het gevoel om het uitgedachte en uitgevoerde concept te doen evolueren in de richting van het evenwicht van de tuin of de boomgaard zelf. Zij werken aan het patina. Je kunt je niet indenken hoezeer deze mensen een plek in hun huid kunnen hebben, in hun gebaar. Finaal is het de bedoeling dat landschapsarchitectuur stimuleert, dat er iets sprankelends, iets uitdagends van uit gaat."

:: Tuin- en Landschaparchitect Erik Dhont bvba, Varkensmarkt 30, 1000 Brussel,tel 02-219.19.02
Erik Dhont, Tuinen, onzichtbare landschappen, Ludion, 2001

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni