Meubelwinkel Rambagh wordt een lifestylezaak

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
04/02/2007
Toen Sylvie Carpentier (36) vier jaar geleden Rambagh aan de Hoogstraat overnam, was de zaak een oosters sprookjespaleis met de Chinese bruidskast als herkenningspunt. Ondertussen heeft Carpentier twee bijhuizen geopend in de Rand - een in Nossegem, een in Drogenbos - en lonken in de Hoogstraat ook wokken, tafelgerei, bad- en bedlinnen, thee en tafelgerei naar de klanten. "Is er iemand die heel zijn huis oosters inricht? Nee toch?"

We hebben met Sylvie Carpentier afgesproken in de Hoogstraat 64, in het moederhuis van de Ram­bagh-winkels. Carpentier komt rechtstreeks van het vliegveld, de caddy in de hand: de dagen ervoor was ze op een buitenlandse beurs. Het gesprek vindt plaats in de winkel, we zitten in een van de zetels van La Maison Coloniale, het tapijt onder onze voeten is van Toulemonde Bochart, de thee die geschonken wordt - en die Rambagh ook verkoopt - van Maria­ge Frères. Is het geen vreemd idee om in een meubelwinkel thee te verkopen?

Carpentier, afkomstig uit het West-Vlaamse Meulebeke, heeft een diploma handelsinge­nieur aan de KU Leuven en een MBA aan de Vlerickschool op zak en heeft er al een carrière bij Coca-Cola en Exxon op zitten. "Ik heb altijd gezegd dat ik na tien jaar ervaring in grote bedrijven met een eigen zaak wou beginnen," zegt ze, "maar een meubelwinkel stond niet op mijn verlanglijstje. Ik droomde van kleinhandel in de sport-, wellness- of reissector. De overname van Rambagh is eerder toevallig gebeurd. Oosterse meubelen zijn de kapstok waarmee ik de westerse interpretie van de oosterse levenswijze wil promoten. En daar hoort thee bij. Maar we beperken ons tot een paar soorten, we gaan nooit een theewinkel worden."

Lezers die ooit in de Rambagh 'oude stijl' geweest zijn, weten waarschijnlijk nog dat het er zalig struinen was, een middel ook om zich een paar uur op vakantie te wanen. Carpentier: "Het was een sprookjeswereld, maar ik heb me afgevraagd: is er iemand die heel zijn huis oosters inricht? Nee toch? Rambagh had een mooi aanbod, maar niet voor hier."

Een mix van traditie en vernieuwing, oosters geïnspireerd, dat is wat Carpentier wil aanbieden: een canapé van La Maison Coloniale met een tapijt van Toulemonde Bochart en oosters ogend vaatwerk van Maxwell & Williams, van Oostenrijkse origine, de jongste partner van Rambagh. Carpentier: "Het vaatwerk past perfect binnen het concept 'East meets West'. Als ik morgen een intrigerende Japanse designer ontmoet, dan wil ik met hem in zee, zelfs al is de enige link met het Oosten zijn origine. Azië evolueert sneller dan West-Europa, een blik op het Chinese design volstaat. We willen ons niet langer vastpinnen op meubelen en voorwerpen uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw."

Ook dat is nieuw: de Rambagh die Carpentier overgenomen heeft, was gespecialiseerd in oosters antiek en meubelen in traditionele oosterse stijl. Met de komst van de twee winkels net buiten Brussel, heeft ook de winkel op het nummer 64 - in de outlet store op nummer 100 worden vroegere collecties van de hand gedaan - een gedaanteverwisseling ondergaan, zonder weliswaar te bruuskeren. Sinds half november vorig jaar is een van de etalages gewijd aan wokken en kookboeken van de beroemde Chinees-Amerikaanse kok Ken Hom, die ervan overtuigd is dat de Chinese keuken de gezondste van heel de wereld is. Rambagh moet een paraplu worden waarin naast La Maison Coloniale, de partner van het eerste uur, ook andere herkenbare merken hun plaats krijgen. "Maar de klant zal hier nooit een wok naast een theepot vinden," zegt Carpentier. Shop-in-the-shop, heet dat concept in vakjargon.

Personeel
Korte gesprekjes met een paar verkopers een week voor de afspraak hadden ons al geleerd dat het personeel ofwel Nederlandstalig, of Nederlandskundig is. Nochtans is tweetalig, gemotiveerd personeel in Brussel vinden geen sinecure, zegt Carpentier. Vier jaar geleden is ze begonnen met het personeel dat er was. "Na de overname heb ik nog een tijdje bij Coca-Cola moeten werken. Ik werkte hier dan tot 's avonds laat en tijdens de weekends. Het personeel dat er was, waren stuk voor stuk goede meubelverkopers, maar een conceptstore is geen meubelwinkel. In het begin deed ik de aanwerving helemaal alleen; ik heb nog sollicitatiegesprekken gevoerd om elf uur 's avonds. Nu laat ik een uitzendkantoor een preselectie uitvoeren. Het is geen sinecure om tweetalig personeel te vinden. Bovendien moeten de verkopers zelfstandig kunnen werken. Iemand die een nine-to-five job wil, zal hier niet gelukkig zijn. Mijn mensen moeten zelf beslissingen kunnen nemen, zelf een beetje ondernemer zijn."

In de Rand is goed personeel vinden al even moeilijk als in Brussel. Maar natuurlijk loopt het af en toe ook wel goed. Een van de verkopers was door het uitzendkantoor niet geselecteerd, maar trok anderhalve maand later haar stoute schoenen aan en stapte op Carpentier toe met de mededeling dat ze absoluut in haar winkel wilde werken. Ze werkt er ondertussen al een hele tijd. "Je moet mensen kansen geven," zegt Carpentier, en met een knipoog: "Als lezers van Brussel Deze Week zich geroepen voelen..."

Het profiel van de klanten in de drie winkels verschilt niet zo heel erg, zegt Carpentier; tien tot twintig procent bezoekt zelfs de drie winkels. In de Brusselse Hoogstraat - een winkel die ook op zondag open is - komen wel meer 'toeristen' langs, ook binnenlandse uit Antwerpen, Brugge en Luik. Ze hebben één kenmerk gemeen: ze reizen graag, of zouden graag op reis gaan. "Mensen met een open geest, die zich interesseren voor wat er in de wereld gebeurt."

Ook de vele expats die in Brussel verblijven, komen er graag over de vloer. Twee weken geleden ging Carpentier met een medewerker op klantenbezoek, want sommigen willen ook advies. "Toevallig twee keer Spanjaarden die hun appartement moesten inrichten." Vaak zijn het mensen die al op verschillende plaatsen in de wereld gewoond hebben. "Met het huisbezoek laat je zien dat je je echt voor de klanten interesseert," zegt Carpentier, die erop staat dat achter ieder merk een verhaal steekt. Een historisch verhaal, zoals bij Mariage Frères, of iets heel recents zoals het jonge Spaanse bedrijf van interieurlinnen Filocolore. "Ik blijf zoeken," aldus Carpentier.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni