Paul Thielemans kijkt de kat uit de boom

"Er zit dus beweging in het dossier van het Congressenpaleis. Maar ik zal het pas echt geloven als de uitnodiging voor de inauguratie in de bus ligt," zegt Paul Thielemans in een reactie op de aankondiging dat het centrum op 1 januari 2009 weer opengaat.

Paul Thielemans is beheerder van de Kelders van Kuregem en voorzitter van Brussels Special Venues. Die vereniging werd onlangs opgericht als spreekbuis van de uitbaters van de Brusselse feest­zalen die bij congressen de sociale evenementen inrichten.<BR><BR>Op de Staten-Generaal voor Toerisme beschreef Thielemans vorige week hoezeer het congrestoerisme getroffen is door de sluiting van het Congressenpaleis. "In 2001 kregen we van minister Rik Daems te horen dat het gebouw dicht zou gaan tot in maart 2005. Het zou dus vier jaar duren. Inmiddels is er nauwelijks iets gerenoveerd en nu krijgen we te horen dat het Congressen­paleis in janua­ri 2009 opengaat. Dat is tweemaal vier jaar. In Genève moest het congrescentrum ook dicht voor renovatie. Daar heeft het een jaar geduurd."<BR>"De uitbaters van feestzalen hebben door de sluiting en de onzekerheid over de heropening grote schade geleden. Alle feestzaaluitbaters kenden een omzetdaling van vijf tot zeven procent. Dat lijkt misschien niet zoveel, maar het gaat om een belangrijk deel van onze activiteit. Een groot banket organiseren is immers veel rendabeler dan vier kleinere feesten."<BR><BR>De Brusselse minister van Werk en Economie, Benoît Cerexhe (CDH), die ook aanwezig was op de Staten-Generaal, gaf als boodschap mee dat de sector en BITC, in afwachting van de heropening van het Congressenpaleis en de bouw van de nieuwe congrestempel, de andere zalen in Brussel meer moeten promoten. Zo blijft Brussel in de running als congresstad. Paul Thielemans vindt het een weinig realistische suggestie. "Er zijn in Brussel nauwelijks alternatieven. Passage 44 of Vorst Nationaal kun je moeilijk een congrescentrum noemen. Dat zijn culturele instellingen."<BR><BR>Thielemans hoopt in de komende jaren ook een antwoord te krijgen op twee andere verzuchtingen: de harmonisering van de mobiliteitsplannen en van de fiscaliteit van de negentien gemeenten. "De verschillende fiscale behandeling per gemeente is funest voor onze sector. Buitenlandse congres­organisatoren storen zich daar heel erg aan. En de gemeentelijke mobiliteitsplannen moeten vanuit het Gewest gecoördineerd worden, zodat bepaalde zalen en plekken die belangrijk zijn voor het congrestoerisme, in elk geval voor bussen toegankelijk blijven."<BR>