Steeds meer Brusselaars in de schulden

Steeds meer Brusselaars lossen hun kredieten niet tijdig af. Dat fenomeen doet zich vooral voor in de armste gemeenten van het gewest, met Sint-Joost als onfortuinlijke koploper. Dat blijkt uit cijfers van de Nationale Bank van België en het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA).

De voorbije jaren nam het aantal in gebreke blijvende kredietnemers in Brussel voortdurend toe: van 42.000 in 2011 naar 50.476 in 2015. In het Brussels Gewest zijn er meer schuldenaren die hun schuld niet aflossen (9,6%) dan in Vlaanderen (3,8 %) en Wallonië (7,7%). Dat aantal stijgt in Brussel bovendien het sterkst, terwijl er minder kredieten worden uitgeschreven.

Brusselse gemeenten
La Dernière Heure heeft het aantal in gebreke blijvende kredietnemers vergeleken met de inwonersaantallen van de Brusselse gemeenten. Daaruit blijkt dat er vooral in Sint-Joost terugbetalingsproblemen zijn. Maar liefst 8,6 procent van de inwoners zat eind 2015 met een onbetaalde schuld.

Ook Anderlecht, Molenbeek, Koekelberg, Schaarbeek, Brussel-Stad en Sint-Gillis eindigen boven de zes procent. Sint-Pieters-Woluwe, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Lambrechts-Woluwe eindigen als enige Brusselse gemeenten onder de drie procent.

(artikel gaat verder onder interactieve kaart)

Die verschillen liggen in lijn met de socio-economische contrasten tussen de gemeenten, zoals de werkloosheidscijfers en het belastbaar inkomen van de inwoners. Dat zegt Pierre-Philippe Treutens van het IBSA, die de cijfers toespitste op Brussel.

In de arme gemeenten stijgt het aantal inwoners met terugbetalingsproblemen relatief gezien ook iets sneller dan in de rijke gemeenten. Maar de toename is sowieso overal zichtbaar.

In het rood gaan
De cijfers komen van de Centrale voor kredieten aan particulieren. Daarin staan alle kredieten die onder meer winkels en banken verstrekken aan natuurlijke personen. Ook wanbetalingen worden daarin opgenomen. Voor de jaarcijfers wordt er enkel gekeken naar de situatie op 31 december. Wie in september een lening niet afloste maar in oktober dubbel betaalde, komt dus niet in deze statistieken voor.

Treutens wijst erop dat vooral één type krediet verantwoordelijk is voor de toename van het aantal kredietnemers dat in gebreke blijft: het kaskrediet of rekening-courantkrediet. Eenvoudiger gezegd: wanneer iemand op zijn of haar bankrekening in het rood gaat en er niet snel genoeg weer geld op zet. Tussen 2011 en 2015 kwamen er daar zo'n tienduizend gevallen van bij.

Ook het aantal hypothecaire leningen met wanbetalingen nam toe: van 3.150 naar 3.700. Nochtans staat daar geen overeenkomstige stijging van het aantal hypotheken tegenover.

Volgens Treutens is het moeilijk om louter op basis van deze cijfers conclusies te trekken. Ze zeggen namelijk niets over de grootte van de schulden en hoelang die onbetaald blijven.