Studio Graton: de strijd van een kleine uitgever

Niels Ruëll
© Brussel Deze Week
01/12/2005
VROOOAAAW, iiiiiiTCHAK, BANG: zo lawaaierig de populaire automobielstrip Michel Vaillant, zo geruisloos is de Ukkelse KMO erachter. Dat is een gevolg van de ongelijke strijd die het bedrijf van de familie Graton moet leveren. "Alleen wij kunnen Michel Vaillant maken, maar zijn we ook het best geplaatst om hem te verkopen?," vraagt directeur-scenarist-zoon Philippe Graton zich af.

VROOOAAAW, iiiiiiTCHAK, BANG. Geen Michel Vaillant zonder aandoenlijke klanknabootsingen. Eind augustus kwam er een nieuw avontuur van Michel Vaillant in de winkel maar veel VROOOAAAW, iiiiiiTCHAK en BANG kwam daar niet aan te pas. De om zijn realistische tekeningen van racecircuits bekende strip wordt gemaakt en uitgegeven door het familiebedrijfje van de Gratons. Dat maken lukt aardig, getuige het succes van de strip, maar dat in eigen beheer uitgeven is minder vanzelfsprekend. U hoort het goed. Brussel Deze Week racete niet in pure Fangiostijl ('ter voorbereiding van een interview, meneer de agent') naar het hoofdkwartier van Michel Vaillant op de Waterloosesteenweg om pseudo-kritisch te vragen of de doodbrave autovirtuoos nu een mossel of een vis is. Neen, we strikten directeur-scenarist-zoon Philippe Graton voor een eerder financieel-economischgesprek over het uitgeverijbedrijf. De hamvraag is hoe Studio Graton/Graton Editeur zich weet staande te houden tussen giganten als Casterman, Dupuis en Dargaud.

In eigen beheer uitgeven, is dat niet eerder iets voor beginners, avant-gardisten en sukkels zonder talent?
Philippe Graton: Concurreren met de andere uitgeverijen is nooit onze bedoeling geweest. We slagen er nu al niet in om te doen wat we moeten doen met Michel Vaillant. Laat staan dat we er andere striptekenaars en reeksen bijnemen. De oprichting van een uitgeverij was een bittere noodzaak. Mijn vader, Jean Graton, was in onmin geraakt met verschillende uitgeverijen: hij had Le Lombard een proces aangedaan, en de doortochten bij Dargaud en een kleine uitgeverij die nu een onderdeel is geworden van Dupuis, waren evenmin een succes. Ik bespaar u de details, maar het boterde niet. Ik had er net mijn legerdienst in Frankrijk op zitten en popelde om de draad terug op te nemen en als fotograaf en journalist op reportage te gaan, toen mijn vader mijn hulp inriep. Als de uitgeverijen niet van Michel Vaillant wilden weten, dan moesten we de strip maar zelf uitgeven. Het risico leek beperkt. Michel Vaillant was op dat moment al een stevig merk, de serie genoot bekendheid. We dachten dat het volstond een zetter, een drukker en een verdeler te vinden. Mijn vader bleef tekenen, ik zou de rest voor mijn rekening nemen. Niet alleen voor mijn vader maar voor de hele familie was het een kwestie van overleven. In 1982 brachten we met Parijs-Dakar een eerste album in eigen beheer uit. Snel ondervonden we aan den lijve dat er veel meer bij kwam kijken dan we dachten: nooit ophoudende onderhandelingen met drukkers, winkels, distributeurs, het bewaken van de rechten, het lospeuteren van grote bestellingen in de reclame-industrie en de autowereld. Na verloop van tijd kregen we ook een klein fonds te beheren.

Is in eigen beheer uitgeven de toverformule voor elke auteur die verveeld zit met de almacht van de uitgeverijen?
Graton: Een auteur die de wurggreep van de grote uitgeverijen beu is, kan zelf een uitgeverij opstarten. Maar er zitten een paar flinke adders onder het gras. Ten eerste is een tekenaar geen zakenman. Artiesten hebben zelden het talent om goede contracten af te dwingen, onderhandelingen te winnen en vertegenwoordigers onder druk te zetten. Zelf ben ik ook geen zakenman, ik trek mijn plan in deze krabbenmand maar daar houdt het bij op. Dat gebrek aan zakeninstinct proberen we op te vangen met enthousiasme. Mijn vader heeft vijftig jaar van zijn leven in Michel Vaillant gestoken, ik zit aan twintig, dat geef je niet zomaar op. Aan motivatie geen gebrek. En last but not least: we hebben, gelukkig, een goed product en geen concurrentie. Er zijn geen andere automobielstrips.

Maar de grootste ellende van uitgeven in eigen beheer is dat het probleem zich enkel verplaatst. Je bent niet langer de kleine auteur die opbokst tegen de grote uitgeverijen, je bent nu de kleine uitgeverij die moet opboksen tegen de grote verdelers. Het gevoel van onmacht is vergelijkbaar.

Hoezo?
Graton: Iedereen kan een album tekenen en laten drukken maar je moet het album ook nog in de krantenwinkels krijgen, in de Fnac, de Carrefour en alle tankstations tussen Middelkerke en Marseille. Een verdeler doet dat werk. Maar als kleine uitgever van één serie leggen wij zeer weinig gewicht in de schaal. We werken enkel wat de verdeling betreft met Dupuis. We vertegenwoordigen één procent van hun zakencijfer en dus besteden ze één procent van hun tijd aan Michel Vaillant. Krijgen ze in een boekenwinkel drie prominente plaatsen ter beschikking, dan geven ze die aan drie reeksen van Dupuis, niet aan ons. Met andere woorden: we geraken wel in de rekken maar niet op de toontafels of in de vitrine. Dat is een groot probleem. Van het nieuwe album China Moon hebben ze minder exemplaren in de rekken gezet dan afgesproken én ook nog eens op een andere datum dan voorzien. In plaats van drie augustus was het zeventien augustus in België en september in Frankrijk. Heel ons promotie- en communicatieplan was om zeep. En we staan daar machteloos tegenover. Wellicht dankzij de verfilming van Michel Vaillant en de kwaliteit van de nieuwe albums is de verkoop van Michel Vaillant op vijf jaar tijd verdubbeld. Dat is behoorlijk fenomenaal maar bij Dupuis-de-verdeler zijn ze daar niet van onder de indruk. Kort samengevat, voor ons geldt hetzelfde als voor Michel Vaillant die zich als een duivel in een wijwatervat moet weren om zich te kunnen meten met de grote renstallen.

Uw vader is bijna onopgemerkt met pensioen gegaan. Hoe ving het bedrijf het vertrek op van de man met wie het allemaal begon?
Graton: Vader is er ondertussen 82. Je kan niet zeggen dat hij er snel de brui aan heeft gegeven. In tegenstelling tot Hergé drong hij er wel op aan dat zijn geesteskind na hem bleef voortbestaan. Hij had zijn opvolgers zelf gevormd en kon ook zijn scenarist - ik - vertrouwen. Het idee was om langzaam af te bouwen. Maar vader liet in 1999 zoals veel oudere mensen een heupprothese plaatsen. De chirurg raakte tijdens de operatie een zenuw en mijn vader heeft twee jaar een verlamd been gehad. Dat heeft een veel brutaler einde aan zijn carrière gemaakt dan voorzien. Albums waar hij nog aan zou meewerken moesten plots zonder hem getekend worden. De Sponsor, Cairo!, Operatie Mirage zijn grafisch ondermaats. Studio Graton moest te snel Graton produceren zonder Graton.

Gelukkig betekent één slecht album niet het einde van een reeks. Dat gebeurt, dat wordt niet onmiddellijk bestraft. Maar drie mindere albums op rij, dat is om problemen vragen. Zijn De Beproeving, 100 miljoen dollar voor Steve Warson en China Moon beter? Of bereiken we dankzij de film een nieuwe generatie lezers? Feit is dat de verkoop van nieuwe en oude albums sterk is gestegen.

Ik weet ook niet wat de toekomst brengt. Op dat gebied zijn we amateurs. We hebben geen marktonderzoeken tot onze beschikking, we kennen het profiel van onze lezers amper.

Heeft u last van rekenmachineredeneringen? Overweegt de bedrijfsleider in u soms om, ik zeg maar wat, te beknibbelen op documentatie?
Graton: De drie minst hoge kosten in de totstandkoming van een album zijn: documentatie, tekenwerk en auteursrechten voor Jean Graton en de scenarist. Dat maakt samen nog geen tien procent uit van de kostprijs van een album. Als we economisch verplicht worden om de kosten te drukken, kunnen we maar beter aan tafel gaan zitten met de drukker en de verdeler.

Besparen op de documentatiefase zou idioot zijn. Het realisme is een van onze grootste troeven. Michel Vaillant wordt veel gelezen door automobielfans én door automobielexperts zoals constructeurs, ploegleiders, journalisten en piloten. In de intrige laten we ons gaan maar in de decors en achtergrond respecteren we minutieus de werkelijkheid. De steun van de automobielwereld zouden we verliezen als ze merken dat we onze broek vegen aan de documentatie en uit geldbejag twee albums per jaar beginnen maken.

'We slagen er nu al niet in om te doen wat we moeten doen met Michel Vaillant,' zei u daarnet. Waar schiet u tekort?
Graton: We hebben geen afgeleide producten. Of het zouden die drie sleutelhangers moeten zijn en die miniatuurauto's waar we er geen vijftig van verkopen. Als je Michel Vaillant op een doos cornflakes wil zien, heb je iemand nodig die die markt aftast. Onze uitgever in Spanje is gestopt, die in Italië doet zijn werk niet. We zouden eigenlijk dringend iemand ter plaatse moeten sturen om nieuwe contracten te onderhandelen. We rekenen op de journalisten om de lezers ervan op de hoogte te brengen als er een nieuw album verschijnt. Reclame voor Michel Vaillant zal je niet zien, speciale acties in winkels evenmin. Om in de centrale kolom te geraken van de Franse Carrefour, daar waar Largo Winch en Blake en Mortimer liggen, moet je vijftigduizend euro ophoesten. Maar zoveel bedraagt onze jaarlijks winst niet eens. In die zin zijn we niet in staat het merk verder te ontwikkelen. Wat me vooral tegensteekt is dat ik het gevoel heb dat er nog meer in zit. Michel Vaillant heeft geen concurrentie, de verkoop vlot, hij gaat al 68 titels mee. Dat kunnen niet veel series voorleggen. De Asterixfilm heeft de verkoop van de strip met twintig procent doen stijgen. De tv-reeks heeft Largo Winch een gelijkaardige meerverkoop opgeleverd. De Michel Vaillantfilm, nochtans geen overweldigend succes, verdubbelde de verkoop van de strip: plus tweehonderd procent. Dat bewijst vooral dat er een groot potentieel is dat we niet benutten. Volgens mij omdat we niet zichtbaar genoeg zijn. Ik vergelijk Michel Vaillant niet met Asterix, wij verkopen nooit 3,2 miljoen exemplaren van een nieuw album, maar ik denk wel dat we in de buurt kunnen komen van Blake en Mortimer of zelfs van Largo Winch.

Maar dat lukt niet met de huidige structuur. Ik ken de beurs alleen van horen zeggen, maar me dunkt dat Michel Vaillant te groot is voor het noodgedwongen klein familiebedrijf.

De artisanale structuur was lange tijd perfect, maar nu hebben we een stadium bereikt waarop uitgeverij Graton misschien niet langer het best geplaatst is om Michel Vaillant te exploiteren. Alleen wij kunnen de albums maken, maar zijn we ook het best geplaatst om de albums commercieel te exploiteren? Daar moet ik eens goed over nadenken. De vraag is actueel. Verschillende uitgeverijen hebben interesse, nu wij er in geslaagd zijn om de rechten op alle albums terug te kopen. En de gebrekkige zichtbaarheid is een probleem. We verkopen minder, enkel en alleen omdat we geen onderdeel zijn van een grote uitgeverij. De keuze voor een eigen bedrijf drong zich destijds op maar is doe-het-zelven economisch nog wel de juiste keuze? Hebben we er geen baat bij om opgeslokt te worden door een grote uitgeverij als Dupuis of een andere uitgeverij die er voor kan zorgen dat er stapels Michel Vaillants liggen in de krantenwinkel op de hoek? Binnen twee jaar bestaat Michel Vaillant vijftig jaar. Een grote uitgeverij heeft de menselijke en financiële middelen om daar groot mee uit te pakken. Wij niet. Anderzijds, wat als de uitgeverij zijn werk niet doet, wat als Michel Vaillant onheus behandeld wordt?

Sinds uw vader in 1947 in Brussel strandde met niet veel meer dan zijn tekenpen, zijn de Gratons hier met geen stokken meer weg te slaan. Is het mogelijk om van hieruit de Franse markt te bespelen?
Graton: Mijn vader is een Fransman, mijn moeder is een Belgische, ik heb de Franse nationaliteit maar ben in Brussel geboren en getogen. Ik voel me in beide landen thuis. Tachtig procent van de verkoop van Franstalige albums wordt in Frankrijk gerealiseerd. Maar we blijven hier. Ten eerste staat hier de wieg van het beeldverhaal en hier vind je nog altijd vakmanschap in alle onderdelen van de productie van een strip. Ten tweede kunnen we ons in Brussel een levensstandaard veroorloven die in Parijs onbetaalbaar is. Meer vrienden verhuizen van Parijs naar Brussel dan omgekeerd.

U heeft persoonlijke ambities moeten opzij schuiven om het bedrijf te leiden. Knaagt dat op onbewaakte momenten?
Graton: Euh... Ik heb meer moeten opgeven dan voorzien. Voor de start berekende ik dat de uitgeverij me maximaal de helft van mijn tijd zou kosten. En zoveel zat ik er niet naast: deze job kost me twaalf uur per dag. (lacht). Maar spijt of frustraties heb ik niet. Als de hele familie afhangt van de bakkerij en iemand moet er zich, al dan niet tijdelijk, dringend over ontfermen, dan doe je dat toch! Bevalt het, dan blijf je bakker spelen, eventueel introduceer je een paar nieuwe gebakjes. In een crisissituatie moet je ageren, zo simpel is dat. Maar dit werk bevalt me. Trouwens, ik blijf in de weer met mijn fotoreportages en journalistieke projecten, misschien niet zo veel en zo vaak als ik wil, maar toch. Dat doe ik naast het leiden van het bedrijf en het schrijven van de scenario's. En oh ja, ik heb ook nog een vrouw en kinderen. Hoe ik dat bolwerk? Planning is de sleutel. Geen tv en geen gsm is het geheim. Het is ongelofelijk hoeveel tijd je daar per week mee wint.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni