Vrijetijdstoerisme met bijna 50 procent gestegen

Brussel lokt steeds meer toeristen. Tussen 1997 en 2003 steeg het aantal overnachtingen in hotels en jeugdherbergen met een vijfde. Elk jaar komen er nu zo'n 2,5 miljoen toeristen naar de hoofdstad. Vooral het vrijetijds­toerisme neemt een hoge vlucht. Dat is met achtenveertig procent gegroeid. Het zakentoerisme maakt pas op de plaats.

In de toeristische sector worden verschuivingen geschetst aan de hand van het aantal overnachtingen. Zo groeide het totale aantal overnachtingen in Brussel van 3,9 miljoen in 1997 tot bijna 4,8 miljoen in 2003 (recentere cijfers zijn nog niet beschikbaar).

Hiermee blijft Brussel met kop en schouders uitsteken boven de andere toeristische steden in ons land. Antwerpen telde in 2003 1.351.653 overnachtingen, Brugge 1.309.096. Maar in vergelijking met steden als Barcelona (9,1 miljoen overnachtingen) of Wenen (bijna acht miljoen) doet Brussel het nog altijd een stuk minder goed.

Opvallend is de sterke stijging van het vrijetijdstoerisme. Die overnachtingen groeiden van 1,4 miljoen in 1997 naar ruim 2,1 miljoen in 2003. De verhouding tussen het zakelijk en het recreatief toerisme, die in het verleden altijd 60% - 40% bedroeg, schuift dan ook op in het voordeel van het vrijetijdstoerisme.

Bedrijven beknibbelen
Bij het zakelijk toerisme kon het congrestoerisme de afgelopen jaren nog wel groeien, maar het individueel zakelijk toerisme ging met 43 procent achteruit. Volgens Béatrice Walgraeve, coördinator van het Observatorium voor Toerisme, heeft dit te maken met de opmars van videoconferencing en andere nieuwe communicatiemiddelen. "Ook beknibbelen vele bedrijven op het reisbudget. Alleen als het echt niet anders kan, worden de medewerkers voor een vergadering naar het buitenland gestuurd."

Sinds een jaar of vijf voeren de Fransen de top-tien van buitenlandse toeristen in Brussel niet meer aan. Hun plaats is ingenomen door de Britten. "De Thalys heeft ervoor gezorgd dat de Fransen vaker gewoon voor één dag naar Brussel komen," meent Walgraeve. Derde in het rijtje zijn de Belgen zelf. "Dat is dan voor zakelijke motieven." Daarna volgen de Duitsers en dan pas de Nederlanders, die in Antwerpen koploper zijn."

Waar de interesse van de vrijetijdstoeristen naar uitgaat? De belangrijkste attracties waren in 2003 nog altijd het Atomium, het stripmuseum, het museum voor Natuurwetenschappen, Mini-Europe en, raar maar waar, het Legermuseum.