Vrouwen aannemer cover Ilse Geyskens Koffiebar Velvet BRUZZ 1522

Vrouwelijke ondernemers over hun carrièreswitch: 'Gewoon Springen'

Bettina Hubo
© BRUZZ
11/05/2016

Vrouwen zetten de stap naar het ondernemerschap nog altijd minder vlug dan mannen. In Vlaanderen is de verhouding één op drie, in Brussel goed één op vier. Een gesprek met enkele Brusselse vrouwen, toevallig allen jurist van opleiding, die de sprong gewaagd hebben.

1 Een koffiebar openen op de Vismarkt
Het parcours van Ilse Geyskens (54), een Brusselse met Limburgse roots, oogt avontuurlijk: vanuit Miami zette ze een hippe koffiebar annex branderij op in het Colombiaanse Medellin. Nu opent ze een tweede Café Velvet op de Vismarkt.

Na haar afstuderen als jurist zag Geyskens zich nochtans niet meteen als horeca-onderneemster. Ze legde het bar-exam af in New York en werkte als advocaat in de VS en in Brussel. Vervolgens stapte ze over op de private equity, het opkopen van bedrijven en die later weer verkopen.

Toen haar man een paar jaar geleden naar Miami moest voor zijn werk, ging ze mee. Maar niet met de bedoeling om daar niets te doen. “Ik heb Spaans geleerd en eerst wat rondgekeken. Maar eigenlijk vond ik mijn draai niet in die stad.”
Dus zocht ze verder, ook zuidelijker. Miami is immers erg gericht op Zuid-Amerika. “Ik hoorde veel goeds over Medellin in Colombia. Ik kende die stad alleen van de vroegere verhalen over drugs en Pablo Escobar.”

Geyskens ging er kijken. Het was een revelatie. “Dankzij een visionaire burgemeester is de stad helemaal opgeknapt. Er is mooie, hedendaagse architectuur, er zijn hippe wijken. Natuurlijk blijf de sociale ongelijkheid groot.”

Ze kreeg de kans om een sociaal project voor een ngo te doen en wist al gauw: hier wil ik investeren. Ze besloot een koffiebar te openen. “Het viel mij op dat Colombia, toch een van de grootste exporteurs van koffiebonen, zelf amper een koffiecultuur heeft. Vaak krijg je instantkoffie uit Peru aangeboden. Ik wilde goede Colombiaanse koffie serveren.”

Geyskens vond een pand in een trendy buurt, ‘een beetje zoals de Dansaertstraat’. Ze gooide het af en liet een nieuw gebouw optrekken, met beneden een blitse koffiebar annex branderij. Café Velvet, zoals de bar heette, was al snel een succes. Er werken vijftien mensen en er worden ook culturele evenementen georganiseerd en uitstappen naar de koffieplantage.

Intussen woont Geyskens, moeder van drie in het buitenland studerende kinderen, weer in België. Ze begon meteen plannen te maken voor een tweede Velvet, opnieuw een hippe bar met Colombiaanse koffie en cultuur. Ze liet haar oog vallen op een pandje uit 1609 op de Brandhoutkaai, waar vroeger het visrestaurantje La Barcamoule zat. Momenteel staat het nog volledig in de steigers. Ook de hele inrichting – moderne architectuur met Colombiaanse en vintage-accenten – moet nog gebeuren. Geyskens blijft er rustig onder, ook al wil ze half juni al opengaan.

Als vrouw ondervindt ze geen problemen met het leiden van bouwprojecten. “Veel vrouwen gaan ervan uit dat ze die dingen niet begrijpen. Terwijl het vaak gewoon om gezond verstand gaat.”
De bouwprocedures verliepen overigens verbazingwekkend vlot. “In Medellin had ik de bouwvergunning in vier maanden, in Brussel ging het nog sneller. Doordat het een beschermd pand is, kon ik het hele dossier indienen bij Monumenten en Landschappen.”
Het enige waar ze nog op wacht is de werkvergunning voor de drie barista’s die uit Colombia overkomen. Zelf zal ze niet achter de (koffie)bar staan. Wel zal ze zich bezighouden met de culturele activiteiten. En ondertussen nadenken over nieuwe Velvets. Bogota wenkt al.


Vrouwen Isabel Coppens en Anke De Boeck Cimes2 BRUZZ 1522
2 Jonge advocaten in de biocosmetica
Toen Isabel Coppens (31) en Anke De Boeck (31) samen Rechten studeerden, zwoeren ze een dure eed. Als één van de twee een eigen zaak zou beginnen, dan zou het samen met de ander zijn. Sinds 2012 zijn ze baas van biocosmeticabedrijfje Cîme in het Dansaertcentrum.

Dat Coppens en De Boeck na hun studies niet direct een eigen bedrijf begonnen, had ermee te maken dat ze geen concreet idee hadden en ook niet het budget. Ze stortten zich dan maar in de advocatuur. Niet meteen hun grote passie, zo bleek. Intussen bleef de gedachte aan een eigen zaak sluimeren.

Hét goede idee kwam in 2009 toen De Boeck een trekking in Nepal maakte, samen met haar vader Walter. Die had in het verleden in Nepal gewerkt rond lokale flora en had zich daarna beziggehouden met de fabricage van grondstoffen voor huidverzorgingsproducten. De Boeck en Coppens besloten om een bedrijf te beginnen in biocosmetica op basis van edelweiss en andere planten uit de Himalaya.

Voor de plantenteelt in Nepal en de productontwikkeling konden ze een beroep doen op Walter, die aandeelhouder werd. Onder zijn toezicht worden de crèmes en oliën in een Zuid-Frans biolaboratorium gemaakt. De Boeck en Coppens doen vanuit het Dansaertcentrum in Brussel de rest: verkoop, distributie, marketing, logistiek.

In 2012 kwam het eerste product op de markt. Pas toen durfden beide advocates hun toga aan de haak te hangen. De Boeck: “Voor die tijd hadden we twee jaar lang na onze uren aan Cîme gewerkt.”

Het opgeven van hun goede job was behoorlijk spannend, erkennen ze. De Boeck: “Ik denk dat het verlies van de veiligheid van een vaste baan veel mensen tegenhoudt om zelf iets te beginnen. Wat bij ons de doorslag gaf, was het besef dat we er zeker spijt van zouden hebben als we het niet zouden doen.” Coppens: “Mijn advies: je moet goed nadenken, maar op een gegeven moment de sprong wagen.”

Ze hadden ook het voordeel dat ze, na vier jaar hard werken aan de balie, wat spaargeld hadden. Dat staken ze in Cîme. Coppens: “Je neemt natuurlijk een financieel risico. Daarom was het voor ons belangrijk om voor ons dertigste te beginnen. Je betaalt nog geen huis af, je hebt nog geen gezin en je bent nog niet helemaal vergeten hoe het is om met weinig geld rond te komen.”

Op voorhand hadden ze ook getwijfeld of het wel zo slim was om als vrienden, met dezelfde opleiding nota bene, in zaken te gaan. Coppens: “Wij zijn het levende bewijs dat het wel kan. We hebben nooit ruzie, hoogstens een meningsverschil over een verpakking of zo.” Bovendien is ondertussen duidelijk waar de interesses en vaardigheden van beiden liggen. Coppens ontfermt zich over de administratie en de boekhouding terwijl De Boeck meer bezig is met productontwikkeling en nieuwe trends.

Is die eigen zaak zo mooi als ze zich in hun dromen hadden voorgesteld? Coppens: “We moeten nu alles zelf doen, ook de kapotte printer aan de praat krijgen. Daar staat tegenover dat ik elke dag met veel goesting kom werken. En dat ik vrij mijn eigen dag kan indelen.”
De Boeck en Coppens zijn ervan overtuigd dat er voor hun verzorgingsproducten een groot, nog onaangeboord publiek is. “De markt van de traditionele cosmetica is redelijk verzadigd, maar wij mikken op bio. Daar heb je weliswaar enkele Duitse klassiekers, maar er is ruimte voor vernieuwing. Wij willen de biocosmetica uit de donkergroene hoek halen.”

Huidverzorging is een heel vrouwelijk product. Een bewuste keuze? De Boeck: “Neen, wij wilden een product en het moest duurzaam zijn. Het werd, eerder toevallig, huidverzorging. Maar bij de fabricage en verkoop van cosmetica zijn ook veel mannen betrokken. En wij kleden ons niet in roze glitterjurkjes en zitten hier niet elke dag onze nagels te lakken. Cosmetica is een echte business.”

Vrouwen Mireille Misseghers Elisabeth3 BRUZZ 1522
3 Chocolade, Noge en fopspenen
“In West-Vlaanderen lijkt het alsof iedereen onderneemt. Hier in Brussel ken ik amper zelfstandigen,” zegt Mireille Misseghers (43), zaakvoerster van een reeks chocoladewinkels rond de Grote Markt.

Zelf komt ze uit Oostende, waar haar ouders een immokantoor op de Zeedijk runden. “De ondernemersmicrobe werd ons met de paplepel ingegeven. Wij woonden in een appartement boven de zaak en stonden in de vakantie vaak met de huurders in de lift. Al van kindsbeen af hadden we een zekere commerciële feeling.”

Later studeerde ze Rechten en Economie, maar zeker niet met bedoeling om de agence van haar ouders over te nemen. “Mijn toekomst was lang flou. Ik dacht een leven te kunnen leiden van reizen, mensen ontmoeten en talen leren.”
Uiteindelijk ging ze bij Belgacom werken, maar dat bevredigde niet helemaal. Ze stapte over naar KLM waar ze een soort IT-manager werd. Ook dat was niets voor haar. “Ik was er echt ongelukkig. Het was duidelijk dat ik iets anders moest gaan doen.”

Ze besloot in zaken te gaan en kocht zich in bij het gekende Gentse confiseriehuis Temmerman. Niet de beste investering, zo bleek. Gelukkig kon ze haar aandelen ruilen zodat ze de baas werd van het kleine bijhuis in de Brusselse Boterstraat, vlakbij de Grote Markt. Ze friste de winkel helemaal op en paste het wat verstofte aanbod aan. De chocolade van Frederic Blondeel kwam in het assortiment, naast meringue, noga en andere zoeternijen gemaakt door Belgische ambachtslui. Ook gaf ze de winkel een nieuwe naam: Elisabeth.

Dat was in 2001. De winkel draaide meteen goed, zegt Misseghers. “En ik was van dag één gelukkig.” Vanaf dan ging het behoorlijk hard. Zo ongeveer om de drie jaar kwam er een Elisabeth bij, allemaal in de buurt van de Grote Markt. Bovendien opende Misseghers drie Godivawinkels, één in de Stoofstraat, bij Manneken Pis, en twee in Brugge.

Alsof dat nog niet genoeg was, begon ze negen jaar geleden, na de geboorte van haar oudste zoontje, met een e-winkel in gepersonaliseeerde fopspenen.

Moet je als ondernemer dan steeds groeien? “Ik heb altijd zin in iets nieuws, daar moet ik soms tegen vechten. Het plezier van ondernemen zit voor mij in het zoeken naar de perfecte kwaliteit. Maar er is ook de creatieve kant en het contact met de vaklui.”
Niet dat er nooit problemen zijn. “Ik heb ook wel een winkel gehad die wat kwakkelde, maar tot hiertoe kon ik telkens op tijd ingrijpen. Eigenlijk draaien alle winkels goed, maar nooit allemaal op hetzelfde moment.”

Met de aanslagen hebben de handelaars in de Unescozone barre tijden achter de rug. “In november was het het ergst. We hadden net een superjaar gehad. En dan kwam Parijs: scholen dicht, tanks op de Grote Markt. De angst was voelbaar.” Voor Misseghers is de impact van de aanslagen tien keer groter dan die van de piétonnier. “Daar heb ik nauwelijks last van. Ik ben blij dat de boulevard vrij is,” zegt ze.

Of vrouwen anders ondernemen dan mannen? “Vrouwen zijn misschien iets scrupuleuzer, minder hard. En bij de meeste gaat het gezin altijd voor op de groei van het bedrijf.”

Precies die soms lastige combinatie met het gezin maakt volgens haar dat er minder vrouwelijke ondernemers zijn dan mannelijke. Zelf brengt ze iedere dag haar zoontjes naar school en haalt ze ze om vier uur op. “Dat kan omdat ik goed omringd ben. Mijn man helpt mee in het gezin, ik heb geweldige verkoopsteams in de winkels en er is Ludwine, mijn rechter- en linkerhand.” Na de geboorte van haar oudste zoon wilde ze met al haar winkels stoppen. “Toen heb ik, na lang twijfelen, beslist om Ludwine aan te werven voor de dagelijkse leiding. Ik twijfelde omdat ik niet wist of ik me dat kon permitteren. Het is de beste beslissing uit heel mijn carrière geweest.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni