Atelierbezoek: Helena Lemonnier

Kurt Snoekx
© Agenda Magazine
20/11/2014


A story that wasn’t… Uit de alledaagsheid en de anekdotiek van het leven puurt Helena Lemonnier poëtische flarden die een verrukkelijke hang naar verhalen en een tomeloze inzet van de kunstenaar als model verraden. Snel, voor ze verdwijnt, bellen we aan bij The Wrong House.

“Ik heb op Erasmus gezeten in Engeland, ik ben onlangs een stage gaan doen in Amsterdam… Ik voel dus soms wel de noodzaak om weg te gaan, maar tegelijk ervaar ik Brussel echt als mijn basis. Het is geen gemakkelijke, geen evidente verhouding, maar ik hou echt van de stad. Ik hou van de chaos hier, van de grauwheid. Ik steek mezelf graag weg in van die donkere holen, plekken waarvan je denkt: ‘it’s all downhill from here’. (Lacht) Chaos geeft me een gevoel van vrijheid. Een stad moet geleefd hebben, doorleefd zijn. Als het te netjes wordt, ben ik weg.” Doorleefd, met fracties van levens als het onvermijdelijke vuil op de straatstenen, als warme gloed in de donkere holen van de stad. Het zijn die ongepolijste, ruwe diamanten, die kostbare kleinoden die Helena Lemonnier intussen al zeven jaar in Brussel houden. Hier liggen de grondstoffen die ze zoekt voor het grijpen, het ruwe materiaal dat ze via haar installaties met video, fotografie, film en objecten slijpt tot ontwapenende parcoursen die tegelijk verwarren en betoveren. En die van levensbelang zijn: “Ik ben geen schrijver of tekenaar. Ik ben niet in staat om vanuit het niets iets te creëren, een wezen te scheppen. Maar ik zie veel, en waar ik naartoe wil, is nog altijd het visuele. Het eindresultaat is steeds een beeld, al gaat daar een heel proces achter schuil. Ik maak graag beelden, ik kijk graag in die kaders. Ik pik veel dingen op uit de werkelijkheid, die voor mij de noodzaak in zich dragen om er iets mee te doen.”
Dingen die in verhalen kunnen ontsteken, de dagelijkse werkelijkheid en omgeving die vlam vatten. Helena Lemonnier laaft zich aan das Leben der Anderen. “Als vroeger het uitzicht of de architectuur van een huis me intrigeerde, belde ik bij mensen aan. Dan vroeg ik of ik een week bij hen mocht komen wonen. Als ze ja zeiden, trok ik bij hen in met mijn video- en fotomateriaal en begon ik vanaf dag twee in de kasten te snuffelen en hun kleren aan te trekken.” Het levert beklemmende, vervreemdende en ontroerende beelden op. Van een veelzeggende eenvoud, of een heldere complexiteit. Helena Lemonnier is een integere indringer, die letterlijk in de huid kruipt van haar personages. “Maar ik ben dan echt de meest aangename persoon in huis, hoor, ik loop op de tippen van mijn tenen dan… (Lacht) Ik kan goed overweg met mensen, voel heel makkelijk de sfeer aan. Mensen vertrouwen mij snel en dat is ook de reden dat het mij lukt om zoiets te doen. Dat is ook niet gespeeld, die interesse is er echt. Het is niet dat ik dan een lief masker opzet om daarna cynisch terug te slaan. Uit het personage, dat ik daar, in de intieme setting van vreemden, schep, ontwikkel ik dan een verhaal.”

“De mensen bij wie ik intrek, zijn wel belangrijk, omdat ze mijn setting zijn en ook mijn personages voeden - vanuit hun woorden die mijn teksten een bepaalde richting uit kunnen duwen - maar ze spelen geen belangrijke rol in het beeld. Ik weet waar mijn grenzen liggen, proefondervindelijk: de eerste keer dat ik bij iemand introk was bij de moeder van een vriendin. Daar heb ik door scha en schande beseft dat je niet te diep mag gaan in iemands persoonlijke ruimte, dat je fascinatie voor andermans leed en torment je wel kan triggeren voor een verhaal, maar dat je er dan als kunstenaar zelf iets mee moet doen, de verhalen transformeren. Je hoort natuurlijk af en toe dingen. Je leert de mensen ook kennen; iedereen heeft zijn verleden en al heel snel komt daar het een en ander van naar boven. Maar ik ga nooit diep graven in hun geschiedenis, dat is niet legitiem.”
De inzet is gedeeld: Helena Lemonnier zet ook zichzelf op het spel. Niet alleen omdat ze in haar werk zelf steevast het beeld vult - “niet als actrice maar als model” -, maar ook omdat ze haar eigen geschiedenis met dezelfde ‘indringende’ blik bedeelt. In Lineage toont ze aan de hand van een fotografische reportage de wisselende gezinsconstellaties die zij en haar familie doorheen de jaren hebben doorlopen. “Ik denk dat ik zes maanden oud was toen mijn ouders uit elkaar zijn gegaan. Lineage is een reconstructie van alle gezinssituaties waar ik sindsdien in verkeerd heb. Mijn ouders hebben sinds die reeks nooit meer langer dan een halfuur in dezelfde ruimte doorgebracht, enkel om zakelijk met elkaar om te gaan. Om maar te zeggen dat het wat overtuigingskracht heeft gevergd om iedereen bij elkaar te krijgen in het ouderlijke huis. Tegelijkertijd heeft die spanning er ook zo een geslaagd project van gemaakt. De blikken die je ziet, dat is geen theater. Het is echt een superpersoonlijk project, maar ik stel het natuurlijk wel publiek tentoon. Een herinnering is het niet, maar een reconstructie van een situatie die intussen twintig jaar in het verleden ligt en dus totaal vervreemd is van wat het ooit had kunnen zijn.”

Even gegrond in het persoonlijke verleden is A story that wasn’t, het werk dat ze op dit moment in de bibliotheek van Sint-Lukas tentoonstelt. “Ik vertrek vanuit het toeval, vanuit het idee van contingentie en potentialiteit, de gedachte dat iets net zo goed anders had kunnen verlopen. Dat zit in al mijn werk, en voor A story that wasn’t was dat ook de basis, de visie die onder mijn verkenning van oude foto’s van mijn grootvader zat. Vroeger schreven sommige soldaten een afscheidsbrief wanneer ze het gevoel hadden dat ze in een precaire situatie verkeerden. Mijn grootvader was zo een Franse soldaat die in de onafhankelijkheidsoorlog in Algerije heeft gevochten. Toen hij terugkwam in 1961 zijn hij en mijn grootmoeder gaan samenwonen, en een jaar later is mijn vader geboren. Maar in mijn werk sterft hij. In A story that wasn’t hoor je zo een fictieve brief die ik zelf heb geschreven in naam van mijn grootvader, waarin hij afscheid neemt van zijn lief, zijn visie geeft op de oorlog, en zijn twijfels en angsten uit. Nu, als hij daar echt was gestorven, dan was ik er nooit geweest.”
De verdwijnkunstenaar… Soms lijkt Helena Lemonnier paradoxaal - altijd aanwezig, maar nooit zichzelf - op te lossen in haar werk. “Ik weet nog altijd niet goed waarom ik altijd mezelf in beeld plaats. Ik heb niet het gevoel ijdel te zijn en mezelf verkopen kan ik niet. Ik ben niet zo’n goede zakenvrouw en van vernissages word ik snel ongemakkelijk. Nu, ik sta daar wel, maar tegelijk staat dat personage zo ver van me af. Die dualiteit vind ik interessant. Ik beschouw dat niet als mezelf, het is gewoon gemakkelijk, met mezelf werken: ik ben altijd beschikbaar en multi-inzetbaar.” (Lacht)

Inception komt ons voor de ogen zweven, als we de twee portretten van een piepjonge Leonardo DiCaprio zien staan. “Dat is een beetje onze huismascotte geworden. Op die momenten dat het lastig wordt om de knoop die in de personages en mezelf ligt te ontwarren, kijk ik eens naar Leo en denk ik: ‘Wij begrijpen elkaar.’” (Lacht) Behalve de dubbele Leo staan ook een foto van Julie Scheurweghs - ook al iemand die in de kleren van anderen kruipt - en een kaartje van tentoonstelling/beeldverhaal-in-schilderijen De beproeving van Delphine Somers - haar partner in crime bij het kunstenaarscollectief Mont Saint Eugene - in de heerlijk open ruimte waar Helena Lemonnier werkt.
Die ruimte is belangrijk, als concrete werkplek en als context voor haar personages om te groeien... A story that wasn’t is slechts een klein deel van een project waar ze intussen al jaren aan werkt: The Wrong House, een broeikas van ideeën die haar monding vindt in drie personages. “Een huis bezit een heel krachtige symboliek, vind ik. Het is iets heel intiems, dat organisch groeit. Alles wat er staat, is een deel van je identiteit. Als je dan drie mensen met een totaal verschillende kijk samen in dat huis steekt, in die kleine cocon, wat kan er dan gebeuren? Ze moeten wel met elkaar overeenkomen. Of dat hoop ik dan…” (Lacht)
Die personages zijn drie vrouwen, die ze alle drie zelf vertolkt. “Hélène, Leona en Ginette delen veel – ze hebben zich alle drie teruggetrokken uit de samenleving en wonen samen onder één dak – maar benaderen de wereld elk op een andere manier. Leona wil niet meer meedraaien in de maatschappij en trekt zich terug in herinneringen. Ginette richt zich meer op de toekomst en is bezig met nieuwe technologieën. En de televisieveslaafde Hélène gaat het nu te lijf. Nu ja, ze levert een soort passieve revolte tegen wat mensen vandaag de dag bezighoudt. Ze wil wel iets doen, maar ze slaagt er niet in om echt voor zichzelf op te komen. Die drie personages zijn in mijn hoofd vrij duidelijk aan het worden, maar in het begin durfden ze elkaar wel eens voor de voeten te lopen. Maar om te beginnen maak ik altijd een A4, waarop ik, zoals stripmakers dat doen, mijn personages omschrijf en van een fysiek en een biografie voorzie. Ze hebben alle drie een mapje op mijn computer, en die mapjes groeien voortdurend. Ik lees ook veel en zo sijpelen Camus (Hélène), Proust en Barthes (Leona), Virilio en Huxley (Ginette) binnen. Maar het vergt tijd. Ik kan geen drie personages verzinnen op vier maanden tijd. Sinds ik afgestudeerd ben, ben ik niet meer met nieuw werk naar buiten gekomen. Het is een te complex gegeven, mijn personages moeten groeien.”
Groeien… Helena Lemonniers werk schurkt verschrikkelijk dicht aan tegen het leven. Het lijkt een vreemd soort nostalgie, een verlangen, de aandrang om te zoeken naar iets wat er nog niet is, dat op haar werk weegt. En het soms betoverend lichtvoetig maakt: als een verhaal dat je door een vensterraam bereikt of het vluchtige geluid van een deurbel. “Ik ben extreem gefascineerd door alledaagsheid en banaliteit, door heel eenvoudige gebaren. Er zijn enorm veel manieren om met die alledaagsheid om te gaan, om die te interpreteren. En geen van alle is mij meer waard dan de andere. Ik wil niet kiezen. Twijfel, het veranderen van visie, verscheurdheid… dat maakt allemaal deel uit van het leven. En de ene kan daar al beter mee om dan de andere. Dat is ook de strijd die mijn personages leveren.” Onder het poëtische dak van The Wrong House.

(Foto’s © Ivan Put)

Gemeente: Molenbeek
Tentoonstelling: Vitrine #47: A story that wasn't: > 26/11, ma > do 9 > 19.00, vr 9 > 17.00, Bibliotheek Sint-Lukas, Paleizenstraat 70, Schaarbeek
Info: helenalemonnier.tumblr.com / montsainteugene.tumblr.com

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Events & Festivals

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni