Dirk Braeckman: ‘Mijn werk gaat meer over wegsteken dan over tonen’

Kurt Snoekx
© BRUZZ
31/01/2018

| Dirk Braeckman: 'Hoe langer ik bezig ben, hoe zekerder ik ben dat dat de essentie is: volledig vrij te zijn en niet na te denken over wat er nu gebeurt in de kunstwereld.'

Dag stoel, dag lichaam, dag gordijn. Tot eind vorig jaar mocht Dirk Braeckman de dingen groeten en bezielen op de Biënnale van Venetië. Met een dubbeltentoonstelling in Bozar en het Leuvense Museum M keert de meest poëtische en schilderkunstige onzer fotografen terug naar eigen land. Wij zochten hem op in zijn atelier in Gent.

"Als je kijkt hoe jonge kunstenaars vandaag in twee jaar tijd wereldberoemd kunnen worden en alles wat ze aanraken meteen tienduizenden euro’s waard is… Dat is geen menselijk ritme. Ik zou niets meer durven aan te raken. Mijn werk heeft zich in alle traagheid kunnen opbouwen en dat vind ik goed zo, het is gezonder.”

We zouden meer durven te zeggen. Het is net die traagheid die het werk van Dirk Braeckman tot in de kern typeert. In de rijpende, verdiepende ontwikkeling van zijn beelden – van impulsieve beeldopname over fotonegatief tot intens, met licht en chemicaliën, bewerkte, in broeierige lagen vervatte print – en in de ogen van de kijker, die niet anders kan dan zichzelf verliezen in de tijd.

Omdat hij/zij zich geabsorbeerd weet door een beeld dat zich ontvouwt als een intieme ruimte, die tegelijkertijd alle toenaderingspogingen in ultieme onkenbaarheid ontwijkt. Als een vreemde huid die je vingertoppen doet tintelen, maar je aanraking immer ontsnapt. Als een zoete herinnering aan de smaak van zelfgemaakte limonade.

1601 10-01-04-05

| 10-01-04-05, 2005 / COURTESY ZENO X GALLERY, ANTWERP

“Toen ik een jaar of zes, zeven was, had ik een goede vriend, Michaël, die deel uitmaakte van een gezin van zeventien kinderen,” herinnert Dirk Braeckman zich.

“Ik heb daar veel vertoefd, als enig kind voelde ik me daar geborgen. Op een dag kwam Michaël bij ons thuis en mijn moeder had zelf limonade met grenadine gemaakt. En hij dronk daar zo ontzettend traag van. Ik zeg: ‘Allez, je hebt toch dorst.’ En hij: ‘Ik durf er bijna niet van te drinken, omdat het zo goed is. Als mijn glas leeg is, kan het niet meer.’ Dat is een moment dat ik nooit ben vergeten en waar ik veel uit heb geleerd.”

Het is die druppelende traagheid die vorig jaar de bezoekers van de Biënnale van Venetië – waar Dirk Braeckman, begeleid door curator Eva Wittocx, het Belgische paviljoen mocht inpalmen – opviel. “Tussen al die jonge mensen, goede kunstenaars nochtans, die in de context van dat immense gebeuren met zo’n 700.000 bezoekers in paniek slaan en dan maar spektakel gaan maken, vielen mijn beelden op."

"Niet dat ze stil zijn, verre van – het stormt hierboven als je ernaar kijkt, hoop ik. Maar het gaat toch om een ander soort geweld. De mensen zien het verschil tussen de snelheid waar ze dagelijks mee geconfronteerd worden en de traagheid die in mijn werk zit. Door het feit dat ik daarin volhard, is het contrast nog veel groter dan vroeger, toen er van die beeldstroom nog geen sprake was.”

Diep onder de papieren huid

Luc Sante, de Belgisch-Amerikaanse cultschrijver met een scherp oog voor wat zich onder het opgeschoonde oppervlak van steden en heden afspeelt (zie bijvoorbeeld Low life en The other Paris), verwoordde het ooit treffend. “‘Unexploded bombs’ noemde hij mijn foto’s eens,” vertelt Dirk Braeckman, “dat was er boenk op.”

1601 BJ-DU-12

| Dirk Braeckman is een dwaallicht. Rebels waart hij in zijn eigen beelden rond. Een flits, een persoonlijke toets, een efemeer zelfportret, een signatuur. Licht in sluimertijden.

In mijn ogen hebben je beelden die heel merkwaardige eigenschap alsof ze voortdurend bezig zijn te verschijnen. Was het een revelatie voor jou om te zien wat je kon met fotografie?
Braeckman
: Dat is iets wat groeit, wat je voelt. Door te doen, raak je ergens heel dicht tegen. En dan duw je verder. Ik wil niet zeggen dat ik er nu ben, hoor. Iedere dag die verwondering ervaren, hier en daar die uitdaging en het plezier van de zoektocht is nog altijd essentieel.

Ik heb heel lang mijn werk niet willen tonen. Toen ik 25 was, heb ik met (Magnum-fotograaf, ks) Carl De Keyzer Galerie XYZ opgericht. We hebben dat zeven jaar gedaan en dat was heel plezant. Maar het is pas toen we naar Arles trokken om fotografen te scouten voor de galerie, dat mijn werk een platform kreeg.

Eerst tegen mijn zin, ik wilde het nog trager laten gaan. Maar vrienden hebben mijn map met beelden meegenomen en die hier en daar getoond. Dat was een explosie. Ik kreeg plots publicaties aangeboden en tentoonstellingen over heel Europa. Zo is het allemaal gestart.

1601 Dirk braeckman3

| Dirk Braeckman in zijn atelier in Gent.

Het staat op stormen in de beelden van de Gentse fotograaf, zou je kunnen zeggen. Achter de duisternis, de scheuren en oneffenheden in het beeld woelt er iets, slaat het leven wonden, jaagt het harten op hol, doet het de adem stokken. Onder de dunne, papieren huid gaapt de diepte. Dat is merkwaardig voor beelden die op het eerste gezicht heel alledaagse onderwerpen hebben.

“Een stoel, een gordijn, een deur… dat is banaal, ik weet dat. Maar voor mij is het dat minder. Ik heb wel een zekere relatie met die ruimte, met wat ik fotografeer. Dat weet de kijker niet, maar ik hoop wel dat die voelt dat er meer aan de hand is, iets meer existentieels.”

Het zijn misschien net die minimale middelen die je doen loskomen van de anekdote?
Dirk Braeckman
: Precies. Ze staan je misschien zelfs toe meer te vertellen. Waar die vertelling dan zit? Eigenlijk bij de persoon die ernaar kijkt. Want hoe meer ruimte je krijgt om in te vullen, hoe groter het verhaal wordt. Mijn werk gaat meer over wegsteken dan over tonen. Het voelbaar maken dat er iets niet is, dat er iets gebeurt of net is gebeurd buiten beeld.

De uitdaging voor mensen is, denk ik, om die afwezigheid in te vullen. Dat mag op een anekdotische, narratieve manier. Het is niet zo bedoeld, maar natuurlijk mag dat.

Voel je je soms zelf lezer van je eigen werk?
Braeckman
: Ja, zeker werk dat ik al een tijd niet meer heb gezien. Omdat ik afstand heb genomen van dat moment, van die anekdote. Dan bekijk ik dat nog meer als een beeld. Vaak ga ik met oude negatieven aan het werk. Zodat ik keuzes maak op basis van het beeld en niet op basis van de emotie. Dan kan ik het werk plots zien als dat van iemand anders. Raar soms, maar wel boeiend.

Ik probeer impulsief te blijven, fysiek en niet te beredeneerd bezig te zijn

Dirk Braeckman

We waren wereldberoemd met onze galerie, hoor, in het fotocircuit dan toch. Carl als documentairefotograaf en ik vulden elkaar perfect aan, maar ik wilde met de galerie graag buiten het medium gaan. Daar hebben we gezonde discussies over gehad. Uiteindelijk hebben we beseft dat we niet én galerist én kunstenaar konden zijn.

Intussen heb je zelf navolging gekregen.
Braeckman
: Ik zie dat veel jonge fotografen mijn werk volgen, en dat streelt mijn ego, maar het ergert me soms ook als ik zie dat ze blijven vasthangen aan louter formele parameters. Door een zwart-witfoto te maken van een deur, die te verdonkeren en af te drukken in mat zwart, wit en grijs en niet achter glas op te hangen, denken ze ‘een Braeckman’ te hebben gemaakt. En dat is het letterlijk ook, natuurlijk. Maar wat met de gelaagdheid, het gevoel, de relatie met dat moment zelf? Dat zit er ook in.

Schilderen met licht

1601 Dirk Braeckman4

| Dirk Braeckman zoals het hoort: door de analoge ogen van onze fotograaf Heleen Rodiers.

“Ik ben een beeldenmaker, geen verhalenverteller,” vertelt Dirk Braeckman. Het is een manier om duidelijk te maken dat de verhalen achter zijn beelden niet aan de oppervlakte zullen komen. Het mysterie is een verleider.“

"Ik lees veel, ik informeer me, ik denk na over kunst, over het leven, en ik ben wreed bezig met politiek, maar dat zie je niet. Ik ben niet pamflettair in mijn werk. Al die dingen vormen mij wel, en natuurlijk neem je alle indrukken en prikkels en gevoelens mee, maar wanneer ik in mijn atelier binnenstap, probeer ik alles los te laten en heel impulsief te werken. Ik beland in mijn donkere kamer zonder echt goed te weten wat ik heb geprint, ik grasduin daar in mijn negatieven, en dan vind ik er één waar het mee gebeurt, of niet."

Een stoel, een gordijn, een deur… dat is banaal, ik weet dat. Maar ik hoop wel dat de kijker voelt dat er meer aan de hand is, iets meer existentieels

Dirk Braeckman

"Die impulsiviteit zit ook in mijn opnames. Ik ga nooit heel gericht naar een onderwerp. Ik ga op reis om te reizen, niet om te fotograferen, maar ik heb wel altijd mijn toestel bij. En meestal fotografeer ik wel, maar het is al gebeurd dat ik mijn toestel niet bovenhaal en enkel indrukken meebreng."

"Ik probeer impulsief te blijven, fysiek en niet te beredeneerd bezig te zijn. Dat is belangrijk, want dan gebeuren er dingen die je niet verwacht en kan je het toeval toelaten als het klopt in het beeld. Niet voortdurend, maar af en toe heb ik een gevoel, een beeld dat ik voor mij zie, en dan heb ik dat moment van experiment nodig om dat vorm te geven.”

Het toelaten van het toeval in je werk is ook een manier om vrijheid te scheppen.
Braeckman
: Vrijheid is een heilig huisje voor mij. Hoe langer ik bezig ben, hoe zekerder ik ben dat dat de essentie is: volledig vrij te zijn en niet na te denken over wat er nu gebeurt in de kunstwereld. Ik wil heel zuiver – al vind ik dat een vies woord, zuiverheid bestaat niet –, maar toch heel helder, onbevangen, en met een zeker onbewust engagement bezig zijn.

En experiment en vrijheid lopen heel kruislings door elkaar. Ik wil gewoon mijn goesting doen. Het avontuur koesteren. Dat is ook de reden waarom ik nog altijd analoog werk. Als je analoog opneemt, zit je met een beeld dat je niet ziet. Het is een latent beeld, je moet nog een film ontwikkelen, die film omzetten in positief en dan zie je eindelijk het beeld dat je hebt gemaakt en moet je een keuze maken. Dat is iets magisch, wat ik in alle intimiteit moet kunnen doen.

1601 LV-VL-(3)-2016

| L.V.-V.L.-(3)-2016 / COURTESY ZENO X GALLERY, ANTWERP

Ik heb geprobeerd digitaal te fotograferen. Dat heeft een paar maanden geduurd, maar het ging niet. Ik heb die tijd nodig. Maar ik ben geen extremist. Soms neem ik zelfs digitaal op en maak ik daar een negatief van. Of ik scan analoge opnames en verwerk ze digitaal. Het is een kruisbestuiving.Ik vind heel die omwenteling zeer boeiend. Niet alleen qua techniek, maar ook hoe die de wereld verandert. Kijk naar de actualiteit en de angst van zoveel mensen omdat het allemaal zo snel gaat.

Hoor daar de lokroep van het analoge.
Braeckman
: Ik voel die terugkeer ook, ja. Veel jonge mensen vragen mij of ze dat kunnen leren, analoge fotografie. Wat is een doka en mogen we die eens zien? Voor mij was dat ook heel mysterieus. De eerste keer dat ik daar kwam, op de academie, waar ik schilderkunst studeerde, was ik op slag verliefd. Dat was in de tijd van Gerhard Richter en heel wat andere schilders die op basis van foto’s werkten. Ze hadden me aangeraden om eerst fotografie in de vingers te krijgen. Ik had nog nooit een toestel in handen gehad.

Puur technisch blijft wat ik doe fotografie, maar mentaal sluit het toch aan bij wat ik met de schilderkunst wilde bereiken.

Dirk Braeckman

Wat had het medium fotografie uiteindelijk meer dan de schilderkunst?
Braeckman
: Een goede vraag, en het is lang geleden dat ik me die nog heb gesteld. Ik herinner me dat ik die keuze heb gemaakt door een schilderij. Ik weet niet meer wie de schilder was, maar in mijn ogen ontbrak er iets door het feit dat het een doek was op basis van een foto. Een soort van realiteitswaarde, die ik zelf graag wilde behouden. Daarom ben ik in het medium gebleven en ben ik met mijn foto’s in de richting van de schilderkunst gegaan.

Puur technisch blijft wat ik doe fotografie, maar mentaal sluit het toch aan bij wat ik met de schilderkunst wilde bereiken. Mij is het niet om de realiteit te doen. Mijn beelden zijn geen documenten, ze zijn eerder object geworden, bijna sculpturen, tableaus. En zolang ik voel dat ik nog heel veel kan met dit medium, zou ik niet weten waarom ik zou stoppen. Ik ben nu 35 jaar bezig, maar ik heb nog elke dag het gevoel: nu begint het. Dat wil ik koesteren.

Het eeuwige uitstel

1601 Dirk Braeckman2

Dirk Braeckman wordt dit jaar zestig. Ons gesprek belandt meermaals op het snijvlak waar ervaring en jeugdige nieuwsgierigheid elkaar raken. In het voorgeborchte van zijn atelier – door plastic gordijnen afgescheiden van de rest van zijn studio, waar de foto’s voor zijn expo in Bozar worden klaargemaakt – hangt in de hoogte nog een vergroter.

“Vroeger woonde ik hier, en had ik hier mijn doka. Die heb ik na mijn verhuis naar Waarschoot nog af en toe gebruikt als ik een print wilde maken maar geen zin had om tot thuis te rijden. Maar intussen speelt het zich toch vooral in Waarschoot af.”

Belicht je van zo hoog?
Braeckman
: Ja, ik gebruik altijd een ladder, ook in Waarschoot. Eigenlijk is het wel hard labeur. Vroeger kon ik twaalf tot vijftien uur per dag in de doka doorbrengen. Soms weken aan een stuk. Dat gaat niet meer. Maar ik heb ook minder tijd nodig, door de ervaring weet ik preciezer waar ik naartoe wil. Het één heft het ander op.

En ik heb ook een aantal technische dingen veranderd in mijn doka, zodat het iets makkelijker werken is. Je wordt wel creatiever in het zoeken naar oplossingen. En soms komen daar weer nieuwe dingen uit.

Je trekt voor je foto’s ook meer naar buiten tegenwoordig.
Braeckman
: Dat komt ook door die verandering van omgeving. Van mijn zestiende tot twee jaar geleden leefde ik in steden. Nu woon ik weer vanwaar ik kom. Back to the roots. Het is een deel van mijn omgeving geworden, en dus begin ik daar ook weer te fotograferen.Maar je hebt gelijk: ik kom een beetje uit mijn huis clos. Het klinkt wat melig, zo’n herontdekking van de natuur, tegenover de stad, de bars en clubs waar ik vroeger toefde. Maar soit, het hoeft niet stoer te zijn, het moet gewoon goed zijn.

1601 Dirk Braeckman

Venetië kwam op het goede moment?
Braeckman
: Zeker. Met de maturiteit die ik nu heb, heb ik die drang om op te vallen kunnen weerstaan. En binnen tien jaar had ik het misschien niet meer aangekund. We hebben heel veel aanvragen gekregen voor internationale expo’s en we zullen er zoveel mogelijk invullen, maar ik wil van de studio geen fabriek maken.

Ik wil blijven werken met een kleine equipe van mensen die ik vertrouw en die met mij kunnen omgaan. Want ik ben geen gemakkelijke mens. Ik ben wispelturig en chaotisch, tot op het laatste moment.

Het blijft een zoektocht?
Braeckman
: Precies, maar naar wat, dat kan ik niet formuleren. En ik wil dat graag zo lang mogelijk uitstellen.

Zoals een verlangen, dat alleen maar verlangen kan zijn omdat het onvervuld blijft.

> Dirk Braeckman. 1/2 > 29/4, Bozar, Brussel-Stad & 2/2 > 29/4, Museum M, Leuven

Dirk Braeckman

  • wordt in 1958 geboren in Eeklo
  • start met een opleiding in de schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent maar maakt al snel de overstap naar de fotografie
  • richt in 1982 samen met Carl De Keyzer Galerie XYZ op in Gent
  • krijgt in 1985 de Prijs van de provincie Oost-Vlaanderen en de Preise für junge europäische Fotografen, Frankfurt
  • doceert in Antwerpen en Maastricht
  • fotografeert het koningspaar in 2003
  • stelt solo tentoon in het Gentse S.M.A.K., Museum Dhondt-Dhaenens, Museum M in Leuven, Zeno X, Le Bal in Parijs, De Pont in Tilburg en Rosegallery in Santa Monica
  • krijgt in 2005 de Cultuurprijs voor beeldende kunsten van de Vlaamse Gemeenschap
  • vertegenwoordigt België op de Biënnale van Venetië in 2017

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Expo, Dirk Braeckman, Bozar

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni