Een synthesizer van 65 jaar, jongste aanwinst MIM

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
13/01/2012
Tot eind februari toont het Muziek-instrumentenmuseum een selectie van zijn ‘Aanwinsten 2010-2011’. Van het gereedschap uit het Brusselse accordeon­atelier De Waele tot een Philips-versterker uit 1965 en een vuvuzela van het WK voetbal 2010: genoeg rariteiten om volgende generaties een juist beeld te geven van klank vroeger en nu.

D e federale musea hebben een beperkt aankoopbudget voor nieuwe stukken, maar toch kan het Muziekinstrumentenmuseum of MIM regelmatig de hiaten in de collecties aanvullen met historisch, wetenschappelijk of maatschappelijk interessant materiaal. Natuurlijk moeten collectieconservatoren van het MIM wel eens met lede ogen toekijken als ze interessante stukken zien passeren op eBay of op de instrumentenveiling van Vichy: geen intern budget voor. Gelukkig komt de instroom (nu al 9.205 items) sinds jaar en dag grotendeels van donaties. Zeker nu de nieuwe EU-landen en andere staten het waardevolle muziekinstrument als diplomatiek cadeau gebruiken, met als makkelijke return een cultureel evenement in het MIM. Zo lokten schenkingen van Servië (er staan een vedel, doedelzak en samika-tamboer tentoon) meteen een gift van Kroatië uit, terwijl ook in Albanië een belletje ging rinkelen: "Wat kunnen wij schenken?"

Het gros van de giften blijft van privé­collectioneurs komen; de reeks volksinstrumenten uit Myanmar, bijvoorbeeld, geschonken door een kunstminnend reiziger. Ook een nieuwe opruimactie elektronica uit het archief van het Ipem in Gent was welkom: de collectie werd aangevuld met een synthesizer uit 1946, een klankgeneratorenbank, een bandrecorder en een echokamer. De selectie 'Aanwinsten 2010-2011' die de kleine Spiegelzaal vult, is een heus rariteitenkabinet.

Deels komen de giften ook van instellingen: uit het Legermuseum kwam bijvoorbeeld een geblutste militaire sousafoon-op-rust over. En regelmatig koopt de stichting Vrienden van het MIM iets aan. Bij de ingang staan enkele koperinstrumenten van de nazaten van de eerste MIM-conservator, Victor-Charles Ma­hillon. Onder de aanwinsten ook een kitscherige, meters­lange vuvuzela - 'Ver moet jy soek om die doel te vind.' Waarom dit museumwaardig is, vragen we aan Wim Bosmans. "Zelfs commercieel-toeristische speelgoedfluitjes kunnen interessant zijn om later een juist beeld te geven van hoe muziek geproduceerd wordt in deze en de vorige eeuw."

Scandalli
Dé grote blikvangers onder de nieuwkomers zijn de stukken uit het accordeonatelier De Waele aan de Zuidlaan 104. Een grot van Ali Baba aan oude accordeons, herstelwerkbanken, uniek gereedschap en instrumentenonderdelen werd uit het kelderatelier gered, dankzij een tip van een Vriend van het museum. De laatste uitbater van de instrumenten- en partiturenwinkel was Leo­pold Schumbacher (gestorven in 2008 en schoonzoon van nazaat Bruno De Waele). Hij had het kelder­atelier al ruim tien jaar onaangeroerd gelaten.

August De Waele richtte de zaak op en liet het bedrijf na aan zijn geadopteerde Italiaanse zoon Bruno De Waele (1880-1952). Die had zich van leerjongen bij het Brusselse accordeonherstelatelier Solari ontpopt tot een vindingrijk hersteller van accordeons. Rond 1900 opende hij zelf een herstelplaats. Hij vond dermate ingenieuze toepassingen uit dat de Italiaanse accordeonfabrikant Scandalli met De Waeles adaptaties nieuwe instrumenten op de markt bracht. De Waele kreeg dan ook het invoerrecht van het merk.

Het MIM toont een nog werkende stemtafel met ijkpunten (rechts op de foto) en bakken vol tongenladers, lamellen, toetsen en merkaccor­deons. Let ook op het publiciteitsbord dat bij de voordeur hing. Gelukkig nam het MIM het mee.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni