Herge en Leblanc

Raymond Leblanc, de man naast Hergé

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
27/05/2015

In het Hergémuseum in Louvain-la-Neuve loopt een tentoonstelling als hommage aan Raymond Leblanc, de stichter van het weekblad Kuifje en marketeer avant-la-lettre. De expo sluit naadloos aan bij de vaste collectie van het indrukwekkende museum. Raymond Leblanc zou op 22 mei honderd jaar oud geworden zijn.

Midden in de zaal waar de tentoonstelling rond Raymond Leblanc loopt, werd zijn bureau in de gebouwen van de Editions Lombard aan het Zuidstation nagebouwd, met het originele meubelstuk in het midden. De bibliotheekkast is spijtig genoeg op de schroothoop beland, het bureau heeft zijn dochter Natacha kunnen redden. Het interieur - kleuren, tapijt, foto’s - is op de meubels na vandaag nog intact.

Door de expo klinkt de stem van Jacques Brel met nooit op plaat uitgebrachte liedjes. Maar laten we beginnen bij het begin van de expo, met een guitige knipoog: R. Leblanc staat er in witte letters op de witte muur. Van in het begin treedt de bezoeker het universum van Leblanc en Hergé binnen: van een gigantische reproductie van het allereerste nummer van 26 september 1946, over een reusachtige schets van het Kuifjegebouw aan het Zuidstation tot een prachtige tekening van Kuifje die een Brusselse tram sierde in aanloop naar de verschijning van het eerste nummer.

In Franstalig België is de naam van Raymond Leblanc een naam als een klok, zeker in het wereldje van de stripliefhebbers en tekenfilms. In het Vlaamse landsgedeelte is dat veel minder, ten onrechte.

Kuifjesbon
Raymond Leblanc werd geboren op 22 mei, dezelfde dag als Hergé, maar acht jaar later. Als jongeman - hij studeerde als zestienjarige af in de middelbare school - droomde hij ervan om geneesheer te worden, maar daar had zijn familie de middelen niet voor. Hij werd dan maar douanebeambte. Na de Tweede Wereldoorlog gaat hij in zaken, met twee partners begint hij een uitgeverij van liefdesromannetjes en filmbladen. En dan krijgt hij een geniaal idee: Raymond Leblanc is al lang een bewonderaar van Georges Remi, alias Hergé. Sinds de lancering in 1929 zijn Kuifje/Tintin steeds beroemder geworden in eigen land en in het buitenland. Hergé is uitgegroeid tot een van de belangrijkste striptekenaars van zijn tijd. Na Kuifje waren er Jo, Suus en Jokko en Quick & Flupke bij gekomen. Raymond Leblanc wil een weekblad rond de populaire Kuifje – de stripfiguur is zo vaag dat iedereen er zich in herkent – uitgeven.

Maar er rijst een probleem als Hergé en Raymond Leblanc elkaar voor het eerst ontmoeten in Bosvoorde in 1945. Hergé zit diep in de put, er is een foto opgedoken met Hergé als verrader. Hergé had tijdens de oorlog Kuifje getekend voor Le Soir volé, een krant die door de bezetter gecontroleerd werd. Raymond Leblanc werpt al zijn gewicht als verzetsheld in de schaal, Hergé krijgt zijn burgerrechten terug een week na het verschijnen van het eerste nummer van Tintin/Kuifje. Wat zou er van Hergé geworden zijn zonder Raymond Leblanc?

Naast de uitgever van Kuifje, was Raymond Leblanc ook de oprichter van Belvision, de eerste tekenfilmstudio in Europa. Maar hij was ook de vader van Publiart, een reclameagentschap, gesticht in 1954, dat stripfiguren gebruikt om publiciteit te voeren voor allerhande producten.

Een paar jaar eerder, in 1950, had Raymond Leblanc ook de Kuifjesbon gelanceerd, spaarpunten die te vinden zijn in het weekblad Kuifje, maar ook op de verpakking van voedingsproducten en schoonmaakmiddelen. Op de expo liggen chocoladerepen Victoria naast Soleilzeep en potten confituur van Materne. Tegen een vals plafond hangen honderden nummers van het weekblad Kuifje. Een sfeer om van te snoepen.

De jongste dochter
Natacha Leblanc is de jongste dochter van Raymond Leblanc, haar vader was er 62 toen ze geboren werd: “Mijn vader was zich al aan het terugtrekken toen ik geboren werd, in tegenstelling tot mijn twee zussen en mijn broer heb ik mijn vader heel goed gekend, ik heb het geluk gehad om door hem opgevoed te worden. Minstens één keer per week ging ik met hem naar de Paul-Henri Spaaklaan waar ik de tekenfilms van Belvision in avant-première heb gezien in de projectiezaal.” Belvision produceerde de tekenfilms Asterix, Kuifje, Lucky Luke en de Smurfen.

Ook als reclameman en oprichter van Publiart was hij een fenomeen. Natacha Leblanc: “Ik herinner me dat hij altijd zes flessen champagne in de frigo van zijn bureau had staan, als er klanten kwamen opende hij spontaan een fles. Hoeveel werk er ook was, hij kon zich behoorlijk ergeren als zijn medewerkers niet onmiddellijk de telefoon opnamen. Hij nam het devies ‘klant is koning’ bijna letterlijk.” Ook collega Daniel Couvreur van Le Soir heeft de beste herinneringen aan Raymond Leblanc: “Hij dateerde uit een ander tijdperk, een echte gentleman, ik heb hem drie keer mogen interviewen. Nooit kwam er een onvertogen woord over zijn lippen over anderen.”

Raymond Leblanc was een zakenman pur sang, hij heeft ook in vastgoed gehandeld in Spanje. Maar niet alles werd een succes, zoals het attractiepark dat hij in Frankrijk wou inrichten, decennia voor er sprake was van Asterix. Hij nam ook enorme risico’s, zegt zijn dochter Natache: “Voor de creatie van de film Gulliver nam hij een hypotheek op de gezinswoning waar hij met zijn vrouw en drie kinderen verbleef.”

De expo Raymond Leblanc is ook het gedroomde excuus om naar Louvain-la-Neuve trekken en de vaste collectie van het Musée Hergé te bewonderen. Er is een audiogids in keurig Nederlands.
Eveneens voor wie het museum nooit eerder bezocht, is de architectuur zeer de moeite waard.

Het Hergémuseum is gelegen aan de rue du Labrador 26 in Louvain-la-Neuve. Op loopafstand van het station van Louvain-la-Neuve. Open van dinsdag tot vrijdag van 10 uur 30 tot 17 uur 30. Op zaterdag en zondag van 10 uur tot 18 uur. De expo rond Raymond Leblanc loopt tot 31 juli. Meer info: www.museeherge.com

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni