Nog steeds kwart meer fietsers en 14 procent minder auto’s

De coronacrisis blijft zijn stempel drukken op de Brusselse mobiliteit. Ook in juli rijden nog steeds beduidend meer fietsers en minder auto’s dan vorig jaar.

Midden maart zorgde de coronacrisis en de drastische lockdownmaatregelen voor een spectaculaire mobiliteitsevolutie in het gewest. Het autoverkeer kromp plots met 60 procent tegenover vorig jaar. Tegelijk kreeg de fiets de wind in de zeilen. In maart en april kende de tweewieler al een bescheiden stijging, maar vooral in mei (+69 procent) en juni (+57 procent) was er een ongeziene groei.

De voorbije maanden groeide het autoverkeer opnieuw gestaag. Maar uit de laatste cijfers die onze redactie opvroeg, blijkt dat het aantal auto’s in juli nog steeds duidelijk onder het niveau van vorig jaar blijft. In juli reden er 14 procent minder auto’s rond dan in 2019.

De autocijfers wijzen erop dat de gevreesde overstap van het openbaar vervoer naar de auto vooralsnog niet of maar beperkt plaatsvond. “Veel mensen zijn eerder gaan fietsen of gewoon van thuis uit blijven werken,” zegt Inge Paemen van Brussel Mobiliteit.

Het aantal fietsers blijft dan weer beduidend hoger dan vorig jaar. De cijfers van juli tonen dat er momenteel 24 procent meer tweewielers rondrijden dan vorig jaar. Brussel Mobiliteit wijst erop dat het fietsgebruik sterk wordt beïnvloed door factoren als het weer, dat in mei en juni erg goed was. Dat kan verklaren dat de stijging tijdens die maanden extra groot was.

“Dit zijn ook enkel de data van de bestaande fietspaden,” weet Paemen nog. “Op de extra fietspaden die we aanlegden in het kader van corona zijn nog geen meetpunten. Als we die wel hadden zou de stijging wellicht nog groter zijn.”

De cijfers tonen ook dat fietsen in het begin van de lockdown vooral populair was in het weekend, waar het fietsgebruik soms verviervoudigde. Vanaf juni zijn ook de weekdagen steeds meer in trek bij fietsers.