Werknemers kozen in 2021 iets vaker de auto om naar het werk te gaan

Hoewel de globale trend onder pendelaars zich doorzet – het openbaar vervoer wint het steeds meer van de auto – is er het afgelopen jaar een kleine kentering te zien. Dat blijkt uit resultaten van de 6e editie mobiliteitsbarometer van Acerta.

In het Brussels Gewest blijft het openbaar vervoer de populairste mobiliteitsoplossing: 45,6 procent van de werknemers neemt de trein, tram, metro en en of de bus om op het werk te geraken. Wel valt op dat er sprake is van een lichte daling ten opzichte van 2020 (47,3 procent).

Daarna volgt de auto als meest popaire vervoersmiddel, met 45,3 procent van de werknemers in het Brussels Gewest die hun woon-werkverplaatsingen grotendeels of helemaal met de auto deed. Dat zijn er net méér dan in 2020 (44,4 procent).

Tot slot volgt de fiets met 15,4 procent van de werknemers die al eens naar het werk fietst. Vergeleken met de rest van het land is dat weinig: nationaal gaat het om 33,3 procent. 10,7 procent van de werknemers in het Brussels Gewest kiest altijd voor de fiets.

Bedrijfswagen troef

Mogelijk hangt de stijging van het aantal werknemers dat met de auto naar het werk gaat samen met de populariteit van de bedrijfswagen. 19,5 procent van de bedienden in het Brussels Gewest beschikt over een bedrijfswagen. Acerta spreekt van een record. Ter vergelijking: in 2020 was dat 18 procent. "Het aantal bedrijfswagens op onze wegen blijft stijgen," zegt Niko Smeets, sales director bij Acerta Brussel. "Het illustreert dat zo’n wagen van het werk voor ondernemingen een sterke troef is en blijft om personeel aan te trekken, zeker in de krappe arbeidsmarkt."

Acerta wijst er wel op dat er nog een vergroening zal plaatsvinden op het bedrijfswagenpark, die nu al heeft ingezet. Het gros van de bedienden met een bedrijfswagen heeft nog een diesel (67,1 procent), maar dat aandeel is met meer dan 7 procentpunten gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dat komt omdat vooral de hybride wagen terrein wint: het gebruik daarvan is van 2,5 procent naar 5,7 procent gegaan op één jaar tijd.

Combinatie van vervoersmodi

Wie de cijfers uit het eerste mobiliteitsonderzoek in 2016 vergelijkt met die van 2022 ziet wel degelijk dat woon-werkverplaatsingen steeds meer met het openbaar vervoer gebeuren. Omdat reizigers soms ook combinaties maken tussen verschillende vervoersmodi, komt het totaal uit boven de 100 procent. Zo kiezen werknemers voor de combinatie auto en fiets, of voor de fiets in combinatie met het openbaar vervoer.

De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op een steekproef met de werkelijke loongegevens van de werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waarvan 14.700 uit het Brussels Gewest. De data werden via de Acerta-Mobiliteitsbarometer verzameld tussen 2020 en 2021 en geven een representatieve weergave van de Belgische werknemerspopulatie.