Grooten oorlog 14 18

Emballage Kado brengt muzikaal project over WO I

Georges Tonla Briquet
© Brussel Deze Week
09/07/2014

Over de gruwel aan het IJzerfront en de achtergrond van WO I krijg je momenteel een overvloed aan informatie. Maar hoe beleefden de Brusselaars die tijd? Vorig jaar verscheen ‘De Grooten Oorlog in Brusselse straatliedjes’ van Guy Janssens. Op vraag van Brosella werkte folkgroep Emballage Kado hieromtrent een muzikaal project uit in het Brussels onder de titel ‘Zeet Ee Den Ourlog’.

H et is niet de eerste keer dat Brosella en de Brusselse folkgroep Emballage Kado de handen in elkaar slaan. In 2011 was er reeds een eerste samenwerking onder de titel Ik Zaain Getrouwd Mê ’n Kwôie Greet (waarbij de folkies zelfs gekoppeld werden aan de Brusselse rockers van De Fanfaar). Beide partijen wagen zich nu gezamenlijk aan een nieuw avontuur.

We vroegen aan Willy Dessers (gitaar, zang) en Mars Moriau (diatonische accordeon, zang) naar de achtergrond van dit toch wel bijzonder project.

Plaats van afspraak is bij deze laatste thuis in de Begijnhofwijk. Meteen gaat het richting catacomben, oftewel de kelder-repetitieruimte met originele gewelven. Een aangepast decor voor een interview over Brussel in tijden van oorlog. De soundtrack bij ons gesprek is de gloednieuwe cd Zeet Ee Den Ourlog. Nog voor we een eerste vraag kunnen stellen, steekt Moriau enthousiast van wal. Dat hij een paar uur voordien de eerste exemplaren in handen kreeg van de heruitgave van het boek, nu met cd erbij, is daar niet vreemd aan, natuurlijk. “De Grooten Oorlog in Brusselse straatliedjes is geen traditioneel boek. Auteur Guy Janssens baseerde zich op een schriftje van zijn grootmoeder. Zij was naaister ‘apprentie’ bij een kledingfabrikant in de Marollen. Tijdens hun werk zongen de vrouwen liederen waarvan zij er tweeënvijftig noteerde in het Nederlands, het Frans en het Brussels (Zuidwest-Brabants). Om het in het Brussels te zeggen: Brusselse stroetleekes opgeschrijve dui e schuun Brussels mokke dee vui de kost moest zörge serwaail ui poepa ont front teige den Duisj ging battere. Jan Vanderauwermeulen, verantwoordelijk voor de Brusselcollectie bij Muntpunt, ging bij Henri Vandenberghe (directeur van Brosella) aankloppen met de vraag of hij hier iets origineels mee kon aanvangen in het jaar van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Vandenberghe liet hierover een ballonnetje op bij ons. Na beraadslaging met alle groepsleden en vooral een inschatting van het werk dat dit alles met zich zou meebrengen, stemden we toe.” De dialectspecialisten van be.brusseleir werden erbij gehaald, evenals twee extra muzikanten om de groep meer klankkleur te verlenen terwijl acteur Marc Bober bereid werd gevonden om de tussenteksten aan elkaar te praten. Het eindresultaat: een verhaal uit het leven van de gewone Brusselaar tijdens WO I, samengevat in twaalf liedjes.

Er ging duidelijk heel wat voorbereiding aan vooraf, zowel inhoudelijk als muzikaal. Moriau hierover: “We lieten de geselecteerde liedjesteksten naar het hedendaags Brussels vertalen door de mensen van be.brusseleir, want anders zou niemand er iets van begrijpen door het archaïsch taalgebruik van toen. Daarna gingen we op zoek naar de partituren van de muziek die er bij paste. De tweeënvijftig liedjes in kwestie werden in het werkatelier weliswaar a capella gezongen, maar die Brusselse teksten waren meestal geplakt op bestaande populaire deuntjes. De melodie van Et Deut Al Vuil Te Lang is bijvoorbeeld gebaseerd op Sous Les Ponts De Paris terwijl de muziek van Et Soldoêtekind deze is van La Valse Brune. Daarnaast schreven wij zelf ook een aantal originele deuntjes. Dat alles was een heel hecht samenwerkingsproces. Eerlijk gezegd zijn we daardoor als groep sterk geëvolueerd.”

“Alles moest kloppen tot in de puntjes want er werd ook een cd opgenomen waar we trouwens heel tevreden over zijn,” vertelt Dessers. “Vooral de manier waarop het akoestische aspect geaccentueerd bleef, is een sterke troef. We zijn straatzangers en onze eigen warme klank is perfect weergegeven. Je hoort echt Emballage Kado en geen coverband uit die tijd. Dat was niet evident want het origineel materiaal is niet allemaal even interessant. Et Saldoêtekind bijvoorbeeld is oorspronkelijk op het randje af van te ouderwets maar we hebben er toch iets levendigs van gemaakt door de arrangementen. Belangrijk bij dit alles was de inbreng van de twee gastmuzikanten, bassist Otto Kint en zangeres Veerle Slootmans. Ze integreerden zich niet alleen perfect in onze groep, wat op zich al geen sinecure was (lacht), maar droegen tevens hun steentje bij tijdens de eindafwerking van de nummers. We hebben ook veel te danken aan de hele ploeg van de Zennestudio-Zinnema.”
Brusselaars blijven Brusselaars, ook tijdens een oorlog en daarom vinden we naast onderwerpen als miserie en angst ook die typische zwans, vertelt Moriau: “Er werd met ‘den dosch’ gelachen maar op zo een manier dat deze het niet verstond, bijna op het surrealistische af. Luister maar eens goed naar de tekst van De Weireld Op Za Leste. Daarnaast werd er tevens afgerekend met de vrouwen die wat te vriendelijk omgingen met de vijand. Dat vind je terug in een lied als De Slechte Waaive, gebaseerd op Sur Les Bords De La Riviera.”

Nooit meer oorlog
Welke lessen ze persoonlijk trokken uit dit hele project? Moriau heeft zijn antwoord meteen klaar. “Voor we hieraan begonnen, documenteerden we ons heel uitgebreid door het lezen van boeken, gedichten, oorlogskranten, … Als je zo intens met een dergelijk onderwerp bezig bent, ga je automatisch vragen stellen en trek je een aantal conclusies zoals het feit dat oorlog geen oplossingen biedt en dat de verhouding slachtoffers en eindresultaat totaal zoek is. Ook opvallend is dat de mens tot veel in staat is of tot veel in staat gebracht kan worden door bepaalde belevingen te koppelen aan macht. Als je extreme vormen van nationalisme linkt aan macht, dan kunnen er vieze dingen gebeuren. Hoe is de mens in staat om tot dergelijke patriottische ideeën te komen en dan ook nog eens bereid om bijna blindelings ten strijde te trekken? Dankzij een Europees overlegplatform hebben we nu toch al wat meer alternatieven voor de gewelddadige oplossingen. Kijk naar de situatie in de Krim. Mocht dat toen gebeurd zijn, stond de wereld weer in brand, denk ik. In die zin is het belangrijk om WO I te herdenken en er aandacht aan te schenken. Nooit meer oorlog dus.”

Het boek van Guy Janssens ‘De Grooten Oorlog in Brusselse straatliedjes uit 1914-1918’ (acco) mét de cd ‘Zeet Ee Den Ourlog-De gruuten ourlog in Brusselse stroêtleekes’ van Emballage Kado is verkrijgbaar bij Muntpunt, Acoo en Brosella en tijdens de concerten. Live tijdens Brosella op zaterdag 12 juli om 16u45.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Laken, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni