Grafische vormgeving scoort in Beursschouwburg

Peter Dhondt
© Brussel Deze Week
16/11/2006
Shapeshifters zit in de lift. De publieksopkomst van de jaarlijks terugkerende lezingenreeks rond grafische vormgeving, een organisatie van Sint-Lukas, schoot vorig jaar als een pijl de hoogte in. De grote zaal van de Beursschouwburg bleek vaak te klein: wie dacht de avond zelf nog aan een toegangskaartje te geraken, eindigde meestal in de bar. Ook dit jaar loopt de voorverkoop als een trein. De lezing van Adrian Shaughnessy vorige woensdag was in geen tijd uitverkocht.

Waar komt deze grote belangstelling vandaan? In de eerste plaats natuurlijk van studenten, zo blijkt. De Brusselse brandweer legde de maximumcapaciteit van de grote zaal van de Beursschouwburg op 156 zitjes, en die zijn snel gevuld. Meer dan de helft van die stoeltjes wordt steevast warm gehouden door studenten grafische vormgeving of aanverwante. Studenten aan Sint-Lukas zelf natuurlijk, maar ook hun Franstalige collega's van La Cambre en andere kunstopleidingen weten de weg naar het evenement wel te vinden. Nochtans is Shapeshifters voor geen enkele student verplichte leerstof, is de keuze van de organisatoren vaak gedurfd en moeten ook de studenten betalen voor een toegangskaartje.

Hoe verklaar je het succes?
Johan Stuyck en Steven Devleminck, docenten aan Sint-Lukas en samen met hun collega's Johan Van Looveren, Vincent Knecht, Inge Gobert, Annelies Vaneycken en Anka Cogen de drijvende krachten achter Shapeshifters, kunnen er uiteraard alleen maar blij om zijn. Hun school is dankzij de lezingenreeks zichtbaar aanwezig buiten de schoolmuren en er is duidelijk interesse voor het medium. Het aantal studenten binnen de afdelingen Grafisch Ontwerp en Transmedia (de multimedia­le postgraduaatsopleiding waaraan Steven Devleminck leiding geeft) neemt dan ook toe. Graphic design doet het goed tegenwoordig en misschien profiteren de grafici ook wel een beetje mee van de vernieuwde interesse voor industrieel design en initiatieven als de Designweek en Modo Bruxellae. Maar er is meer aan de hand: een aantal hypothesen op een rij.

1. De wereld is veranderd
Algemeen wordt 1985, met de introductie van Apple, beschouwd als het moment waarop de computer het kleine zelfstandig ontwerpbureau verovert. Johan Valcke, toen directeur van de dienst Vormgeving van het Vizo en nu van Design Vlaanderen, beschreef naar aanleiding van de grote overzichtstententoonstelling In koeien van letters in het Gentse Museum voor Sierkunsten en Vormgeving in 1998 nog "de opmerkelijke en bijzonder snelle evolutie op technologisch vlak van het vroegere knip- en plakwerk naar het hedendaagse elektronisch ontwerpen en uitvoeren van ontwerpen. Zelfs in die mate dat de invloeden van deze technische evolutie op de vormgeving duidelijk sporen nalaten, soms ten goede, dikwijls ten kwade. Velen voelen zich geroepen en schaffen zich een computer aan met grafische programma's. Weinigen zijn echter uitverkoren en de meesten merken na verloop van tijd dat een computer de creativiteit van de ontwerper niet kan vervangen en dat waarschijnlijk ook nooit zal doen."

De grafisch vormgever moest zichzelf een beetje opnieuw uitvinden in het digitale tijdperk en heeft daar tijd voor nodig gehad. Het (leren) werken met steeds veranderende software (en hardware) kostte veel energie. Zoveel zelfs dat er geen energie meer overbleef om te doen wat eigenlijk de essentie is van grafisch ontwerpen: de inhoud.

Dat lijkt ondertussen verleden tijd te zijn: wie nu grafische vormgeving studeert, groeide op in de nineties en staat niet stil bij computers, mobiele telefoons en webcams: die zijn vanzelfsprekend. De technische kant van het grafisch vormgeven is minder bepalend voor het uiteindelijke resultaat, en dat zorgt voor grafisch spektakel, dat ook afstraalt op de vormgevers zelf. Daarmee komen we bij de tweede hypothese:

2. Grafische vormgeving is sexy
Adrian Shaughnessy verbaast zich er een beetje over: "Toen ik halverwege de jaren 1970 grafisch vormgever werd, werd beroemdheid gewoon niet relevant gevonden. Er waren natuurlijk wel beroemde vormgevers, maar wie ze waren, bleef een goed bewaard geheim. Je kende hun werk, maar verder wist je niets over hen. Vandaag weet elke vormgever dat hij of zij een beetje beroemd kan worden."

Paris Hilton-allures zijn gelukkig nog veraf, maar ook in de grafische vormgeving hunkert men soms naar idolen.

3. De opleidingen zijn veranderd
"Vrijwel iedereen in onze westerse maatschappij beschikt over de materiële middelen tot communicatie," schrijven Steven Devleminck en Johan Stuyck in een boekje dat hun vorige lichting studenten uitwuifde. "Iedereen kan bijgevolg designer zijn, maar de professionele vormgever moet op een andere manier het verschil maken. Niet met trendy, voorverwarmde oplossingen, maar door probleemoplossend te denken." De inhoud staat dus voorop, en dat vertaalt zich ook in het studieprogramma Grafisch Ontwerp. De opleiding is stilaan in niets meer te vergelijken met vroeger: de theorie en het onderzoek zijn veel belangrijker geworden.

Johan Stuyck en Steven Devleminck hebben een verschillende achtergrond: de eerste is een grafisch ontwerper met een commerciële feel, de tweede is een ingenieur met een voorliefde voor onderzoek en multimedia. Maar lesgeven doen ze samen, in een en hetzelfde lokaal. De deurtjes tussen de verschillende vakgebieden zijn verdwenen, en dat verklaart wellicht ook het succes van de opleiding zoals ze nu aangeboden wordt. En ook een beetje het succes van Shapeshifters.

4. Een sterk programma
Waar vroeger een lezing van een grafisch ontwerper gelijk stond met een publieksopkomst van een handvol diehards die weleens een boompje durfden op te zetten over de geboortedatum van een obscure zeventiende-eeuwse lettersnijder, lijkt cross-over nu de bepalende term te zijn.

Jon Wozencroft bijvoorbeeld, een Brit die op 5 december in het kader van Shapeshifters in de Beursschouwburg te zien zal zijn, is een vormgever, maar richtte ook samen met Neville Brody in 1990 Fuse op, een kritisch forum waar de impact van digitale media op typografie en visuele communicatie centraal staat. Hij was uitgever én ontwerper van Joy Divisions 'Heart and soul box set' en zijn installaties waren te zien op mediafestivals als Sonar, Trans­mediale en Avanti. In 1982 richtte hij Touch op, een platform om de krachtige chemie tussen geluid en beeld te exploreren. En Adrian Shaughnessy leidt een volledig virtueel grafisch bureau op www.this­isrealart.com en schreef een boek met als titel How to be a graphic designer without losing your soul.

Maar écht gek kan ook: op 15 maart komt Toffe (alias de Fransman Chris­tophe Jacquet) samen met de Deen Daniel Gjøde naar Brussel. In de Stupid Studio van Daniel Gjøde mogen ontwerpers, dj's of plastische kunstenaars hun passie voor muziek, clubbing en grafisch ontwerp uitleven.

Christophe Jacquet versmelt negentiende-eeuwse lettertypes met hybride digitale exemplaren, verfraait letters naar eigen goeddunken en decoreert lelijke default computersettings.

Grafische vormgeving is duidelijk niet meer wat het geweest is, maar gelukkig betekent dat niet dat er geen aandacht meer zou zijn voor het metier. Irma Boom uit Amsterdam bijvoorbeeld is op 25 januari te gast, samen met de Parijse illus­tratrice Geneviève Gauckler. Boom specialiseerde zich in de opmaak van boeken. Vijf jaar werkte ze aan het Think book 1996-1896 van het SHV-conglomeraat, een boek van 2.136 pagina's zonder index of paginanummers. Ze won de laatste Gutenbergprijs en doceert aan de universiteit van Yale.

Geneviève Gauckler kent u misschien wel van de cd's die ze ontwierp voor Laurent Garnier, maar ze ontwerpt ook generieken voor Arte, huisstijlen, lettertypes (Pictoplasma) en maakte experimentele video's voor het Pleix-collectief, illus­traties voor Flaunt, Form en Beaux-Arts Magazine, zette expo's op en tekende strips.
Gauckler en Boom hebben niets met elkaar te maken: beide dames brengen elk een eigen lezing. U betaalt die avond iets meer, maar u krijgt een extra lange Shapeshifters-sessie en ongetwijfeld waar voor uw geld.

Op 6 februari is het de beurt aan Erik Vervroegen, een grote naam in de reclamewereld, en daardoor misschien een beetje de vreemde eend in de bijt. Hij begon zijn carrière in België. Hij maakte spraakmakende campagnes voor onder meer PlayStation en Amnesty International. Sinds 2002 werkt hij als creatief directeur bij TBWA in Parijs. Drie jaar op rij werd Erik Vervroegen verkozen tot Best Creative Director van Frankrijk.
Vervroegen is een man van ideeën. En waren de ideeën nu niet net waar het allemaal om draait?

De Shapeshifters-editie 2006-2007 heeft een erg gevarieerd programma samengesteld: een fris en gedurfd aftasten van de mogelijkheden van de grafische vormgeving in onze complexe, multimediale wereld.

Als u snel bent én geluk heeft, dan kunt u misschien nog een plaatsje vinden voor een van de lezingen. In het andere geval is er misschien een troostprijs: bij Shapeshifters werken ze in stilte aan www.shapeshifters.be, een website die (wellicht ergens in 2007) online zal gaan en waarop beeld- en geluidsfragmenten van Shapeshifters te zien en te horen zullen zijn. Er komt ook zeker een Shapeshifters-boek én een dvd met daarop de gesprekken die de organisatoren voor elke lezing hadden met de verschillende gasten. Ideaal voor wie een kort geheugen heeft of nog wat wil nagenieten.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni