Op vlak van mobiliteitsbeleid loopt Brussel achter in vergelijking met veel andere Europese steden, zegt architecte Elise Candry. Het burgerinitiatief ‘Brussels parking myth’ wil een handje helpen. Door te tellen hoeveel lege parkeerplaatsen er in de hoofdstad zijn, tonen ze aan dat er geen parkeerprobleem maar een mobiliteitsprobleem heerst in Brussel.

O ver Brussel en zijn publieke ruimte is reeds veel gezegd en geschreven. Niet zelden vergezeld van een bedenkelijke blik. Onnodig om alles hier opnieuw aan te halen. Maar wat zeker ook gezegd mag worden, is dat de Brusselaar in ieder geval van zich laat horen. Niet alleen in Brussel trouwens, maar in steden over de hele wereld wijzen burgerinitiatieven op een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de stad waarin men leeft. Gebrek aan tijd en middelen wordt gecompenseerd door energie en inventiviteit. Enerzijds reflecteren ze enthousiasme, anderzijds een scherpe kritiek op de hedendaags stad.

Een van die kritieken, en hot topic, is de Brusselse mobiliteitsproblematiek. Kort geschetst: in Brussel is de auto de baas. Een erfenis van de bijzonder agressieve planningspolitiek uit de jaren 1940 en 1950, ook bekend als ‘brusselisatie’. De auto stond destijds symbool voor vrijheid en vooruitgang, in die mate zelfs dat de stad ontwikkeld werd op maat ervan. Iconisch voorbeeld hiervan is Parking 58. Dit tien verdiepingen hoge parkeergebouw werd neergepoot in ruil voor een antieke markthal uit de late negentiende eeuw. Dit voorbeeld treft echter het geluk dat het ondertussen geliefd wordt voor zijn publieke (ja, gratis) dakterras, met 360 graden zicht op het Brusselse gebouwenlandschap. Het was de eerste parkeertoren die werd gebouwd in Brussel, om tegemoet te komen aan de extra parkeerbehoefte gegenereerd door Expo ‘58.

Cynisch onderschrift
Maar goed, dat was toen. Zouden we niet verwachten dat we ondertussen al een stapje verder staan? Dat we aan het uitrekenen zouden zijn hoeveel parkeerplaatsen inmiddels geschrapt kunnen worden? Op vlak van mobiliteitsbeleid loopt Brussel achter in vergelijking met veel andere Europese steden. Beslissingen nemen duurt lang, heel lang. De complexe administratieve structuur maakt hiervan natuurlijk geen gemakkelijke taak. Maar toch lijkt ook de boodschap van de verschillende ‘Picnic the Streets’ acties niet volledig te zijn begrepen. In december 2014 werd door de Brusselse gemeenteraad het voorstel goedgekeurd om vier nieuwe ondergrondse parkings te bouwen in de Brusselse vijfhoek: op de Nieuwe Graanmarkt, het Vossenplein, het IJzerplein en het Rouppeplein. Deze beslissing werd gevolgd door luid protest van heel wat Brusselaars. Een bijzonder protest kwam er onder de vorm van ‘Brussels parking myth’. Deze groep, bestaande uit een twintigtal Brusselaars, werd opgericht naar aanleiding van het ongemakkelijke gevoel dat een tweet van Brussels schepen voor Mobiliteit Els Ampe (Open VLD) opriep. Op 7 december 2014 deelde Ampe op Twitter twee foto’s van volle parkings in het centrum van Brussel, met een cynisch onderschrift over de “mythe van de lege parkings”. De oprichters van ‘Brussels parking myth’ wilden haar maar al te graag het tegendeel bewijzen.

Een eerste keer gingen zij op een zaterdag in december, in de drukke kerstperiode, op zoek naar lege parkeerplaatsen binnen de Brusselse vijfhoek. Deze werden geteld, gefotografeerd en vervolgens op sociale media gedocumenteerd. Op slechts anderhalf uur werden 1.700 vrije parkeerplaatsen geteld. Hoewel de tellers slechts met een twintigtal waren, werd de actie veelvuldig gedeeld op de sociale media. De actie kreeg ook de nodige media-aandacht, maar werd vaak ook als ‘onwetenschappelijk’ opzij geschoven. Midden januari werd dus een tweede telling georganiseerd. Opnieuw een zaterdag, deze keer tijdens de eindejaarssolden. Nadien kwamen de tellers samen – waar anders – op het dak van Parking 58 om de optelsom te maken. Het resultaat: maar liefst 3.204 lege parkeerplaatsen. Beide op zijn minst vermeldenswaardige getallen. Hierna werden de acties opgepikt, onder andere door Els Ampe zelf. De organisatoren van ‘Brussels parking myth’ werden uitgenodigd voor een gesprek op het kabinet van Ampe, alsook op dat van Brussels minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Pascal Smet (SP.A).

Blinde muur
Hoewel de acties van ‘Brussels parking myth’ geen wetenschappelijke studie vormen, willen ze aantonen dat er geen parkeerprobleem heerst in Brussel, maar wel degelijk een mobiliteitsprobleem. Uiteraard gaat het om een zeer complexe, vaak ook politieke kwestie. ‘Brussels parking myth’ biedt hierop geen antwoord of oplossing. Maar met hun bijna ludieke acties zijn ze er wel in geslaagd de aandacht te vestigen op het probleem. Ze tonen aan dat bij de Brusselaars een draagvlak bestaat, een betrokkenheid voor wat met hun stad gebeurt. Bovendien werden de acties opgepikt door de bevoegde instanties, en waren ze bereid de dialoog aan te gaan. Die zogenaamde ‘blinde muur’ blijkt dus toch meer toegankelijk dan vaak verwacht. Protestacties zoals die van ‘Brussels parking myth’ roepen een kritische houding op. Niet alleen tegenover de bevoegde instanties, maar ook tegenover de stad en haar publieke ruimte, en de manier waarop we die gebruiken. Dat inwoners het op dergelijke spontane manier opnemen voor hun publieke ruimte, vormt op zijn minst al goed nieuws.

Elise Candry
Elise Candry,
architecte, maakte een masterthesis over stadsactivisme in Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni