FABLABS OPINIE BDW1518

Vanavond houdt Jeremy Rifkin in het Flageygebouw de Herman Van Rompuy-lezing. De 71-jarige econoom is een specialist in hernieuwbare energie en collaborative commons. Zijn boeken bevatten scherpe analyses en aanbevelingen waar we in Brussel veel van kunnen leren maar ook nu al de vruchten van plukken, schrijft staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V).

In feite komt wat Rifkin schrijft neer op het oude adagium van Francis Bacon: “Kennis is macht.” Het voordeel aan ons tijdperk is dat informatie en data steeds meer verspreid en toegankelijk (kunnen) worden en niet meer in de handen blijven van een selecte elite. Naast die enorm vergrote informatiecirculatie krijg je ook mensen die meer verbonden raken met elkaar, net door die kennisdeling en de nieuwe communicatietechnologieën. Bewoners zijn niet langer alleen con-sumenten maar ook pro-sumenten die zelf informatie, entertainment en 3D-producten kunnen maken en delen, aan een lager wordende marginale kost. Dat klinkt mooi, maar hoe breng je dat in de praktijk?

Online solliciteren
In een bij momenten erg versnipperde stad als Brussel – zeker in deze tijden – kan het een enorm hefboomeffect hebben om kennis en infomogelijkheden breed te spreiden, Brusselaars engagement te laten opnemen en hun eigen originele en creatieve talenten te laten ontluiken voor werk en ontspanning.
Ik geef een aantal voorbeelden. Na jarenlange investeringen hebben we intussen meer dan tachtig publieke plaatsen in Brussel waar mensen gratis wifi kunnen gebruiken.

Sommige kijken daar – mijns inziens onterecht - op neer. Ze gaan er van uit dat “iedereen” wifi heeft, of het toch wel “terugbetaald wordt door je werk”. Beide argumenten kloppen niet voor een heleboel armen in deze stad en het tweede al zeker niet voor alle bezoekers en toeristen in onze wereldstad. Bezoekers kunnen van de wifi gebruik maken om de stad beter en makkelijker te leren kennen; kansengroepen – het is geen toeval dat rond de Actiris-bureaus veel connectie gemaakt wordt – kunnen gebruik maken van de digitale mogelijkheden om oefeningen te doen, online te solliciteren of hun netwerk uit te breiden.

Tegen sluikstorten
Een ander voorbeeld is de open data-ordonnantie. Sinds kort is op mijn voorstel open data de standaard optie geworden in Brussel. Intussen hebben we al miljoenen bits aan datasets online gezet op http://opendatastore.brussels/nl/ . Met open data maken we digitale gegevens toegankelijk voor burgers en ondernemers zodat ze apps kunnen ontwikkelen die de kwaliteit van het leven in de stad verhogen of nuttige info verspreiden. Denk maar aan een app die rolstoeltoegankelijke handelszaken in kaart brengt of vrije parkeerplaatsen aangeeft. Maar het heeft nog veel meer mogelijkheden: in Canada bespaarde men 3,2 miljard euro door fraude met stichtingen te ontmaskeren via een open data set van belastingsaftrekken en een aantal schrandere onderzoekers, waaronder een expert uit het veld van de stichtingen zelf.

Dat is een belangrijke les zowel in het smart city-verhaal als in Rifkin’s The Zero Marginal Cost Society: er zit bijzonder veel kennis en engagement bij mensen zelf. Het is geen toeval dat onze app Fix My Street – die burgers kunnen gebruiken om putten in de wegen te signaleren – dagelijks meer dan dertig meldingen (!) doorgeeft. Mensen willen engagement opnemen, en de overheid helpen en ze doen het veel sneller en beter dan dat we zelf vijf inspecteurs op pad zouden sturen. Als je mensen de middelen geeft, zullen ze die zeker gebruiken. Het belooft voor de app Clean My Street die we samen met college Fadila Laanan plannen om sneller en beter op te treden tegen vuilnis en sluikstorten.

Stimulansen
En dan heb je nog de FabLabs en Makerspaces die overal in Brussel opduiken: jong en oud, ontwerpers en ambachtswerkers, anciens en amateurs werken samen of naast elkaar aan hun eigen project of product. En altijd met gedeelde informatie, tips en begeleiding aan de lopende band. Het zijn de ateliers van de 21ste eeuw, vaak zonder commerciële doelstellingen, waar bijvoorbeeld reparatiestukken voor kapotte machines gemaakt worden of een loopband voor blinden. Jeremy Rifkin zou instemmend knikken bij de gedachte van Stijn De Mil van het Anderlechtse FabLabXL: “De Fablabcommunity beschouwt technologie als water: voor iedereen.” Waar TSO en BSO vaak onterecht een negatieve associatie krijgen, herwaardeert men in de labs technologie en de kracht van STEM-denken (Science, Technology, Engineering & Mathematics).
Als overheid hebben we de plicht om goed afgestemde stimulansen te geven aan de verschillende initiatieven die kennisdeling verbeteren en de Brusselaars dichter bij elkaar brengen. Een juiste mix van informatiedeling, burgerzin en talentontwikkeling kan onze stad, die moeilijke tijden beleeft, geweldig goed vooruit helpen.

Bianca Debaets (CD&V)
Brussels staatssecretaris voor ICT en Digitalisering

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni