Brussel heeft nood aan meer dan een louter ruimtelijk ordeningsplan voor parken en groene ruimtes, vinden Brussels parlementslid Khadija Zamouri (Open VLD) en liberaal stedelijk militant Jan De Ceuster. Ze pleiten voor de aanstelling van een landschapsmeester, die van Brussel een positieve referentie maakt in ruimtelijk beleid.
© Saskia Vanderstichele
Gezocht: landschapsmeester voor Brussel
H et tweede hoofdstuk van de Gewestelijke Beleidsverklaring heeft als titel ‘Een voluntaristisch ruimtelijk ordeningsbeleid’, waarin een aantal veelbelovende beleidsopties over parken en groene ruimtes opgesomd worden. Wij willen een aantal aanzetten geven voor de invulling van dit beleid. Deze aanzetten refereren aan een aantal functies die parken (kunnen) vervullen binnen een stedelijke context: ze zijn ontmoetingsplekken, natuuroases, levende monumenten (soms zelfs kunstwerken!), openluchtklassen en ze hebben zelfs een specifiek economisch ontwikkelingspotentieel.
Al deze functies ontwikkelden zich ‘organisch’ rond de parken die een integraal onderdeel vormden van de negentiende-eeuwse burgerlijke stadsontwikkeling in Brussel. Deze historische erfenis bepaalt nog steeds topografisch de identiteit van Brussel en is een essentieel onderdeel van de onbetwistbare levenskwaliteit die deze stad biedt. Laat dat net de grote verdienste zijn van Leopold II. En dit brengt ons op een belangrijk punt: visie! Want die had de vorst.
Het is onze overtuiging dat Brussel nood heeft aan meer dan een louter ruimtelijk ordeningsplan: het gewest heeft nood aan een ‘landschapsmeester’, die net zoals de bouwmeester, de plannen en projecten aftoetst aan een aantal criteria, die er zorg voor draagt dat alle functies die een park kan vervullen, evenwichtig waargenomen worden en die garandeert dat de verschillende beleidsopties uitmonden in een planologisch, ecologisch en esthetisch verantwoord resultaat.
Maaibeleid
Een korte blik op de verschillende werven waarvoor de Brusselse parken volgens ons staan, leert dat een ‘landschapsmeester’ zijn/haar handen vol zou hebben. Parken moeten nog veel meer dan nu het geval is, plekken zijn waar ‘le vivre ensemble’ realiteit wordt. Denk maar aan wat het Park Antwerpen Spoor Noord aan dynamiek teweeggebracht heeft. Dit veronderstelt de ontwikkeling van aangepaste infrastructuur zoals wandel-, loop-, fiets- en skatepaden, picknickweides, een uniforme en kwalitatieve signalisatie, aangepaste MIVB-stopplaatsen, 21ste-eeuwse kiosken, kwalitatieve horeca en interconnectiviteit. Dit betekent meteen ook dat men rekening houdend met de belangen van alle stakeholders van een park.
Parken zijn ook plekken waar de biodiversiteit van een stad tot uiting komt. Veel meer dan dat nu het geval is, moet hier een actief ontwikkelingsbeleid gevoerd worden, dat van Brussel een echte referentie moet maken in duurzaamheid. We denken bijvoorbeeld aan een selectiever maaibeleid, bloemenweiden, gerichtere boomaanplant, het verder uitbouwen van groene en blauwe corridors, enzovoort.
Parken zijn herkenningspunten waarop zowel bewoners als niet-bewoners hun identiteit kunnen projecteren. Denk maar aan wat Central Park of Hyde Park in het collectieve bewustzijn betekenen. Niet alleen heeft Brussel het potentieel om met zijn bestaande parken een plaats in dit collectieve bewustzijn te verwerven (denk maar aan het Jubelpark, het Elisabethpark of het Woluwepark, …), maar vooral een opportuniteit om met de nieuwe geplande parken een statement te maken. René Pechère heeft dat voor zijn tijd overtuigend gedaan met onder meer de Kunstberg, de Kruidtuin en de tuin van het Rijksadministratief Centrum. Laat ons deze kansen niet laten liggen, en even sterk werk neerzetten. Ook hier heeft België talent te koop! En het is niet dat Brussel niet op zoek is naar spraakmakende bakens in het landschap.
Stadsvlucht tegengaan
We weten dat Brussel een negatief imago heeft in België en minstens een grijs imago in Europa. Natuurlijk weten Brusselaars dat dat onterecht is. Gelukkig komt er langzaam verandering in die perceptie, onder meer door het mooie werk van VisitBrussels. Door consequent in te zetten op een actief parkenbeleid heeft het Brussels Gewest een enorme troef in handen om dit imagodeficit om te buigen, maar ook om de stadsvlucht (die zich verschuilt onder de demografische explosie) tegen te gaan. Het hoeft geen betoog dat voldoende groene ruimte bepalend is voor een aangename stedelijke levensomgeving.
Khadija Zamouri, Fractievoorzitter VGC en Brussels Parlementslid Open VLD en Jan De Ceuster, liberaal stedelijk militant
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.