Het debat over de Elsensesteenweg heeft al jarenlang een foute teneur, schrijft Steven Van Garsse. "Dat is waar het écht om draait: hoe een overstap van auto naar openbaar vervoer mogelijk maken in een stad die steeds denser wordt."
Standpunt BDW: de Elsensesteenweg als middenweg
Het debat over de Elsensesteenweg is in het verleden vaak fout gevoerd. Het ging over tram of bus. Aan die onjuiste discussie deden ook de media mee. Ook de Vlaams-Brusselse.
Vorige week hebben de Brusselse minister Pascal Smet (SP.A) en het schepencollege van de gemeente Elsene een akkoord bereikt om de Elsensesteenweg autovrij te maken, en er de bus vrije baan te geven.
Dat is waar het écht om draait: hoe een overstap van auto naar openbaar vervoer mogelijk maken in een stad die steeds denser wordt. Of er nu een tram of bus door de Elsensesteenweg rijdt, maakt dan niet veel uit. Als die er maar vlot doorgeraakt. De auto bannen is dan een prima oplossing.
Het bewijst ook dat een compromis interessanter is dan een stellingenoorlog. Die zagen we vorige legislaturen. De handelaars die van geen tram wilden weten, een minister, en de MIVB, die er halsstarrig aan vasthielden. Het dossier raakte muurvast.
Het klopt dat een compromis makkelijker is als er met geld over de brug wordt gekomen. Het Brussels Gewest zal de steenweg en het Fernand Cocqplein helemaal heraanleggen en heeft daar flink wat euro’s voor veil. Maar het is ook waar dat minister Smet handelaars en het lokaal bestuur er echt van lijkt te hebben kunnen overtuigen dat een autoluwe straat beter is voor de stad.
Dat heeft voor een mentale omslag gezorgd bij de handelaars. De halsstarrigheid is weg. De handelaars willen nu de concurrentie aangaan met de Nieuwstraat en de centrale lanen, met Dockx en misschien zelfs met Uplace godbetert. Ze beseffen dat dat alleen kan als het er aangenaam winkelen is. Dat er heel wat parkeerplaatsen sneuvelen, nemen ze er dan maar bij.
Het toont ook nog eens aan dat politiek de kunst is van het haalbare. De Elsensesteenweg is een gewestweg. Het openbaar vervoer wordt gewestelijk georganiseerd. In principe heeft de gemeente daar geen uitstaans mee. Als het gewest een tram wil, dan kan het die daar leggen. Maar zo werkt het, helaas, niet in Brussel. Ook niet na de zesde staatshervorming, die nochtans de macht van het gewest inzake mobiliteit versterkt heeft. Dus moet er gepraat worden om resultaat te bereiken.
Men zou van dit akkoord kunnen zeggen dat het, alweer, een knieval is voor een van de negentien baronieën. Maar net zo goed kan men zeggen dat er nu eindelijk een doorbraak is in een dossier dat duizenden openbaar vervoersgebruikers dagelijks gijzelt. Iedereen die af en toe bus 71 neemt weet wat we hier mee bedoelen.
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.