Brussel kiest thema's: handel

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
28/05/2009
De Brusselse regering heeft geen globale visie op de handel in de stad, zegt de geograaf en ULB-onderzoeker Benjamin Wayens. "Nu is er de wens om een groot shoppingcenter op de Heizel neer te zetten. Voor mij is dat in de eerste plaats een vastgoedproject, de commerciële logica zie ik niet."

De handel is voor Brussel een uiterst belangrijke sector, niet alleen omdat hij bepalend is voor de uitstraling van de stad, maar ook omdat hij werk verschaft aan de Brusselaars zelf en aan laaggeschoolden. Maar het is tegelijk ook een heel kwetsbare branche, die moeilijke tijden doormaakt.

In het begin van de jaren 1990 verdienden een kleine honderdduizend Brusselaars hun brood in de handel en de horeca, nu nog 76.000. Ook het aantal winkels blijft dalen. Het zijn er nog 24.000, de helft minder dan vijftig jaar geleden. Vooral bakkers en slagers sloten hun deuren. Het Gewest telt weliswaar 104 handelsbuurten, maar daarvan is maar elf procent 'zeer vitaal' en doet 27 procent het ronduit slecht. In Kuregem en op bepaalde stukken van de Ninoofsesteenweg staat een vijfde van de handelspanden leeg.

Ook blijkt dat steeds minder mensen van buiten Brussel naar de hoofdstad komen om te winkelen. Slechts iets meer dan een derde van de inwoners uit de Rand shopt nog af en toe in Brussel.

De Brusselse regering heeft de afgelopen legislatuur allerlei pogingen ondernomen om het tij te keren. "Il faut redynamiser le commerce," is een van de slagzinnen van minister van Economie en Werk Benoît Cerexhe (CDH). Hij organiseerde ontmoetingsdagen waarop de handelaren hun problemen konden voorleggen; er kwam een heus Schema voor handelsontwikkeling met voor elke commerciële buurt een toekomstvisie; er werden opleidingsprogramma's voor winkeliers opgezet, eerst de Parels voor kwaliteit, bedoeld om de dienstverlening te verbeteren, en later het programma Handel 2020, voor een beter beheer. De minister verhoogde de investeringssteun, subsi­dieerde cursussen Nederlands voor handelaren, betaalde mee aan feestverlichting en deelde shoppingcheques uit aan pendelaars in de hoop ze over de middag in de Brusselse winkels te krijgen.

Hoge hakken
In 2005 vormde de regering het vroegere Town Center Management, dat vooral met 'animatie' bezig was, om tot Atrium, Agentschap voor Stadsontwikkeling. De vzw, die inmiddels zeventien ankerpunten in de stad heeft, werkt samen met de gemeenten om oude uithangborden weg te halen en winkelpuien op te knappen. Ook maakt ze per wijk marktstudies van het sociaal-economische profiel en de verwachtingen van de consumenten en het aantal passanten. De studies zijn bedoeld om grote merken en andere investeerders te lokken.

Binnenkort zal Atrium, met Europees geld, zelf panden kunnen kopen om er handelszaken te vestigen die in de buurt ontbreken.

Voor de Louizawijk deed Cerexhe nog iets extra's. Hij gaf een voormalige kabinetsmedewerkster de financiële middelen om Brussels Louise op te richten, een vzw die de wijk met allerlei acties (het tijdelijke kunstwerk Cityscape, oldtimer-
en hogehakken-races, de verbroedering met de poepchique rue Montaigne in Parijs) haar luister van weleer terug wil geven.

Intussen zaten ook de vastgoedinvesteerders niet stil. Nu de kantorenmarkt met een overschot kampt, hebben projectontwikkelaars zich op het commerciële vastgoed gestort, zo lijkt het. In de bovenstad worden de Guldenvliesgalerij en de Galerij van Elsene gerenoveerd. Ook heeft de Nederlandse groep ProWinko nog altijd de intentie om een winkel- en woningencomplex te bouwen op de plaats waar Cityscape stond. In de benedenstad gaat in september de volledig vernieuwde Anspachgalerij open, met een twintigtal winkels. Aan het kanaal wil de Waalse investeerder Mestdagh een complex met typische baanwinkels uit de grond stampen. Voorts komt er op de site van Thurn & Taxis 80.000 vierkante meter beschikbaar voor horeca, fitness en handel.

Heizelplannen
En dan zijn er de plannen met de Heizel. De Brusselse burgemeester Freddy Thielemans (PS) wil er dolgraag een congrescentrum en een concertzaal zien verrijzen. Om het geheel te financieren wil hij vastgoedinvesteerders een shoppingmall van 100.000 vierkante meter en even­tueel ook kantoren laten bouwen op de Heizelvlakte. Wie kritiek heeft, verwijst hij fijntjes door naar het Plan voor Internationale Ontwikkeling (PIO), dat de Brusselse regering eind 2007 goedgekeurd heeft. Het moet Brussel internationaal op de kaart zetten en stuurt aan op de bouw van een groot winkelcentrum in het noorden van het gewest.

Thielemans en Cerexhe wilden ook heel graag Vlaanderen te snel af zijn. Want ook in Vilvoorde-Machelen, een paar kilometer verderop dus, maakten vastgoedontwikkelaars grootse plannen voor shoppingmalls. Brussel heeft de race al verloren, want zopas keurde Vlaams minister van Economie Patricia Ceysens (Open VLD) het project Uplace Machelen goed: 55.000 vierkante meter 'concept stores' en 'ervaringswinkels'. Volgens vastgoedspecialisten is er geen plaats voor twee grote winkelcentra in het noorden van Brussel, maar overleg tussen Brussel en Vlaanderen is er nooit geweest, althans niet op politiek niveau.

De handelaren uit het centrum staan op hun achterste poten. "Congresgangers zullen niet meer tot in het centrum van Brussel komen als er op de Heizel een shoppingcenter komt dat bijna drie keer zo groot is als City2. En dan komen er vlakbij ook nog winkels op Thurn & Taxis," zegt Alain Berlinblau, de voorzitter van de handelaarsvereniging van Brussel-centrum. "Als compensatie worden de centrale lanen heraangelegd. Maar wat doen ze? Ze halen twee rijstroken weg. Zo jagen ze nog meer mensen weg. Zestig procent van onze klanten komt met de wagen. Het centrum zal doodbloeden."

Ook ULB-onderzoeker Benjamin Wayens heeft nog geen enkel overtuigend argument gehoord voor een winkelcentrum op de Heizel. "De Brusselse regering zwaait met een studie, maar niemand heeft die gezien. Er is totaal geen transparantie. Bovendien is het vreemd: in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan werd gepleit voor een versterking van de bestaande handelskernen. Dan komt de regering plots met PIO, een plan waarover geen echt debat is gevoerd en dat een verzameling is van oude plannen en wensen van vastgoedontwikkelaars."

De regering heeft volgens Wayens geen globale visie op de commerciële ontwikkeling van het Gewest. "Commerciële, vastgoed- en politieke belangen worden allemaal vermengd. Brussel zou een volwaardig handelsagentschap moeten hebben dat een gewestelijke strategie uitzet. Atrium zou kunnen uitgroeien tot zo'n agentschap."

Voor Wayens ligt de rijkdom van Brussel in de vele gespecialiseerde handelswijken zoals Dansaert of Zavel. "Zoiets krijg je nooit met een shoppingcenter." Voorts zullen de Brusselse overheden en de Brusselaars moeten accepteren dat de hoofdstad verarmt, en dat dat gevolgen heeft voor de handel. "De handel past zich heel snel aan aan de omstandigheden. In de Maria-Christinastraat is de bevolking gewijzigd en daar zitten nu voornamelijk volkse, etnische winkels. De overheid heeft natuurlijk liever overal mooie, welvarende en keurige handelswijken. Maar dat stemt niet altijd overeen met de buurt."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni