Gatz: 'Vlaanderen laat Brussel niet los'

Vlaams minister voor Brussel Sven Gatz (Open VLD) kan de kritiek van de Brusselse oppositiepartijen op de begroting voor de VGC maar matig appreciëren. “In tijden van nepnieuws moet men zich op de cijfers beroepen”, countert hij het idee dat Vlaanderen Brussel zou loslaten. Toch erkent hij ook de penibele situatie van Nederlandstalig onderwijs in de hoofdstad en dringt hij mits “meer burgerschap” aan op een snelle realisatie van scholen en plaatsen.

Oppositiepartij Groen zei in de discussie rond de begroting van de VGC dat Vlaanderen Brussel steeds meer loslaat. Vlaanderen betaalt ook dit jaar 58 miljoen euro van het totale budget van de VGC, dat echter licht steeg waardoor de bijdrage van Vlaanderen procentueel zakt.

“Ik begrijp dat de oppositie van hout pijlen moet maken, maar in tijden van nepnieuws zou ik me toch willen beroepen op de cijfers”, reageert Vlaams minister voor Brussel Sven Gatz (Open VLD). “Het klopt dat op het einde van vorige legislatuur het budget voor Brussel wat onder druk stond, maar dat was deel van de algemene besparingsronde.”

Onnodige tweedracht
Maar op dit moment investeert Vlaanderen net meer in Brussel, aldus Gatz. Zo is de dotatie voor de VGC met bijna 800.000 euro gestegen sinds 2014 - “aangezien de middelen vooral bestaan uit loonkosten is de dotatie wel degelijk geïndexeerd” - en zit in het Brusselfonds nu 5,4 miljoen in plaats van 4,6 miljoen.

Volgens de minister wordt er dan ook onnodig tweedracht gezaaid. “De relatie tussen Brussel en Vlaanderen is eigenlijk heel stabiel. De minimumgrens van 5 procent van de middelen die Vlaanderen voor Brussel reserveert - de zogeheten Brusselnorm - komt nooit in het gedrang. Integendeel, we zitten vaak zelfs aan 10 procent.”

Nederlandstalig onderwijs verliest terrein
Toch klopt het argument van Groen dat het marktaandeel van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel gezakt is ten opzichte van vorig jaar. “Ten opzichte van het Franstalig onderwijs heeft het Nederlandstalig onderwijs een beetje terrein verloren, dat klopt. Maar in absolute getallen zitten er vandaag wel meer kinderen in het Nederlandstalig onderwijs.”

Het tekort aan plaatsen wijdt Gatz aan de demografische boom. “Het duurt enkele jaren vooraleer je zo'n bevolkingstoename onder controle krijgt. Ik betreur natuurlijk dat niet iedereen naar de school van zijn keuze kan gaan, maar ik wil in de eerste plaats dat elk kind überhaupt een plaats krijgt.”

'Buurtbelangen niet laten voorgaan'
Gatz dringt dus ook aan op een snelle realisatie van lopende projecten, zoals het bouwen van een nieuwe school op de site van de voormalige HUB in Koekelberg. “Maar om zo'n project snel te kunnen realiseren, moeten de burgers ook zelf meer burgerschap tonen”, aldus Gatz.

De bouw van een secundaire school op de site wordt tegengehouden door de omwonenden, die vooral problemen hebben met het bouwen van appartementen op de site. “Op een bepaald moment moet je als burger kiezen: ofwel wil je dat er snel meer scholen en dus meer plaatsen komen, ofwel laat je buurtbelangen voorgaan.”