Historicus Roel De Groof: 'België staat model voor Europa'

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
20/05/2009
Als politieke wereldhoofdstad is Brussel niet uit het niets ontstaan, maar dat betekent nog niet dat de zetel van de belangrijkste EU-instellingen voor eeuwig en altijd verworven is. Met VUB-historicus Roel De Groof buigen we ons over het tweespan Brussel-Europa: op 7 juni kiezen we niet alleen een Brussels en een Vlaams parlement, maar ook een Europees.

Mensen die geen betaalbaar optrekje vinden, hebben er geen boodschap aan, maar de positieve impact van de internationale aanwezigheid (van EU en Navo) is nauwelijks te overschatten. Direct en indirect zorgen de internationale instellingen in Brussel voor een kleine honderdduizend banen. Dat is twaalf procent van de hoofdstedelijke werkgelegenheid.

Oké, maar één tiende zijn banen voor laagopgeleiden, en de goed betaalde eurocraten doen de vastgoedprijzen niet bepaald dalen. Toch vindt Roel De Groof dat de eurocraten niet eenzijdig als zondebok mogen worden aangewezen: "Zij worden ook geviseerd door lokale eigenaars en vastgoedkantoren."

Het was niet evident voor Brussel om hoofdstad van Europa te worden, en ook in de toekomst, nu de EU oostwaarts is uitgebreid, zal Brussel zich moeten weren om het te blijven.
Roel De Groof
: "In 1952, bij de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de eerste in een hele reeks Europese instellingen, stemde België als enige tegen de keuze voor Brussel. De vijf andere lidstaten, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Luxemburg en Italië, waren wel voor Brussel gewonnen. Een halve eeuw later lijkt die houding onbegrijpelijk, ze kwam van de regering-Van Houtte, homogeen CVP-PSC, met Paul van Zeeland als minister van Buitenlandse Zaken. De gevolgen van die houding zinderen nog na, met de spreiding over Brussel, Straatsburg en Luxemburg."

Toch wel opvallend dat de andere vijf lidstaten unaniem voor Brussel kozen.
De Groof
: "Brussel profileert zich al sinds eind negentiende eeuw als internationaal centrum met de ambitie wereldhoofdstad te worden. Leopold II heeft zich sterk ingespannen om de 'wereldexpansie' van België te promoten en in de jaren 1890 Brussel aan te bieden als zetel van de Vredesconferentie, maar die is uiteindelijk, net als in 1907, in Den Haag georganiseerd. Na de Eerste Wereldoorlog hoopte België met de zetel van de Volkenbond beloond te worden voor zijn moedige verzet tegen de opmars van de Duitse troepen en tegen de schending van het internationaal recht. Tot grote consternatie van de Belgische publieke opinie werd in 1919 in Versailles beslist dat Genève de zetel kreeg, alhoewel Zwitserland buiten de oorlog gebleven was. En na de Tweede Wereldoorlog verhuisde het zwaartepunt van de VN naar New York."

Pas in 1958 viel België in de prijzen.
De Groof
: "In 1954 trad de regering-Van Acker-Lilar aan. Ze bracht in 1958, net voor de opening van Expo 58, een luxueus viertalig Witboek uit waarin alle troeven van Brussel als internationale hoofdstad staan. België trok opnieuw alle registers open om zich internationaal te profileren. Tegelijkertijd ging een commissie van experts aan de slag om de geschiktste locatie te vinden voor een Europees federaal district naar het voorbeeld van Washington DC. De uitkomst waren zes locaties: drie binnen Brussel, waaronder het Oefenplein (waar nu de VUB ligt), en drie buiten de hoofdstad."
"Het Europees district kwam er niet, maar met het Verdrag van Rome in 1957 en de oprichting van Euratom en de Europese Economische Gemeenschap viel België eindelijk in de prijzen. Opnieuw moest er een zetel gezocht worden, en Brussel werd de eerste werkplek, België kreeg ook het eerste voorzitterschap toegewezen. Om al die ambities waar te maken, werd Hertoginnedal - nu vooral bekend van de communautaire onderhandelingen - in de jaren 1950 dankzij minister Paul-Henri Spaak een goed uitgerust internationaal conferentiecentrum."

Mag Brussel zich nu ten volle hoofdstad van Europa noemen?
De Groof
: "Het blijft voor België delicaat om de rol van uniek centrum op te eisen. Symbolisch blijft de EU verdeeld over Brussel, Luxemburg en Straatsburg. Straatsburg blijft ook belangrijk als symbool van de Frans-Duitse verzoening en van vrede. De EU heeft wel een hymne en een volkslied, maar geen Europese Grondwet. En zonder Grondwet heb je geen formeel-juridische hoofdstad. Brussel is wel het belangrijkste politieke beslissingscentrum; de vertegenwoordigers van de regio's en de drieduizend lobbygroepen percipiëren Brussel ook als Europese hoofdstad."

Sommigen, Louis Tobback onder anderen, zijn grote pleitbezorgers van een Brussels District of Europe. Uit een recente enquête van Le Soir blijkt bovendien dat meer dan een Brusselaar op de drie brood ziet in zo'n Europees District. Maar is de EU wel geïnteresseerd?
De Groof
: "'Brussels DC' heeft een lange ontstaansgeschiedenis en is een van de takken van het Brusselse internationalisme. Vandaag is Brussels DC een louter intern-Belgisch aangelegenheid. De EU heeft met de Grondwet, referenda en dergelijke al problemen genoeg. Ze wil zich niet mengen in de interne Belgische of Brusselse keuken. Het enige wat de EU van de Belgen verwacht, is dat ze de werking van de instellingen vergemakkelijken, wat niet altijd evident is."

Mark Eyskens waarschuwde onlangs dat Brussel niet noodzakelijk voor eeuwig Europese hoofdstad is.
De Groof:
"In het Europa van de Zes lag Brussel centraal, geografisch en cultureel; nu is dat niet langer het geval. De tijd dat Europa beperkt was tot Latijns-Romaans aan de ene kant en Germaans-Angelsaksisch aan de andere kant, is definitief voorbij. Met de uitbreiding naar het Oosten lijkt het imperiale Wenen inderdaad over adelbrieven te beschikken. Moet België dan bang zijn? De sterkte van België blijven de thema's die internationaal altijd hoog op de agenda gestaan hebben: de pacifistische traditie en de Belgische compromiscultuur - denk maar aan het sociaal pact, het schoolpact en de vele communautaire compromissen. Wij staan model voor Europa. Het separatistische scenario zou veel, zo niet alles op de helling zetten voor Brussel als politiek-sociologische hoofdstad. Dat zou in het nadeel van Vlamingen, Walen en Brusselaars zijn. Eyskens' waarschuwing voor een verhuizing was mijns inziens aan het adres van de Belgen gericht."

Tegenwoordig wordt het belang van steden afgemeten aan hun plaats in een netwerk. Waar situeert Brussel zich?
De Groof
: "Brussel is een wereldstad als politiek beslissingscentrum, er zit hier een enorme concentratie van gouvernementele en niet-gouvernementele deci­sion makers, van consultants en internationale advocatenkantoren. Er is geen enkel demografisch argument om Brussel een wereldstad te noemen, maar het is wel de hoofdstad van de grootste vrije markt ter wereld, met zeshonderd miljoen inwoners. Brussel staat met Genève en Washington in de top drie van de politieke beslissingscentra. Om zijn positie in andere sectoren te versterken, zal Brussel wel een strategie moeten ontwikkelen om bijvoorbeeld een echte cultuurindus­trie te ontwikkelen. Brussel moet zich een crea­tief imago aanmeten. Ik zie ook niet in waarom de Belgen en de Brusselaars niet de aanzet kunnen geven voor een grote, meertalige cultuurzender; nu is er alleen de Frans-Duitse cultuurzender Arte. Er zou ook nagedacht moeten worden over de bouw van een grote, meertalige bibliotheek waar informatie uit heel Europa samenkomt. En waarom geen meertalig persorgaan dat de Europese gedachte gestalte geeft?"

Intussen blijft de participatie van EU-onderdanen aan de Brusselse gemeentepolitiek ondermaats: kijk naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 en 2006.
De Groof
: "De impact van de 136.000 EU-onderdanen in België zou groot kunnen zijn: in een aantal gemeenten zouden ze zelfs kunnen bepalen welke coalities er gesmeed worden. Maar ze vinden de procedure te omslachtig: ze moeten zich tijdig laten regis­treren en zijn in dat geval verplicht aan de verkiezingen deel te nemen. Ook is er aversie ten aanzien van de aanslepende communautaire perikelen, en kampen de Vlamingen met een imagoprobleem. 'Vlaams' wordt vaak ten onrechte geassocieerd met rechts, zelfs extreem rechts. Misschien ligt hier een taak weggelegd voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De Vlamingen hebben ervaring met niet-traditioneel taalonderricht: het Huis van het Nederlands is een mooi voorbeeld. Ook zou meer Engels in het openbaar leven een teken van een open geest zijn. Dat moet kunnen zonder afbreuk te doen aan de plaats van het Nederlands en het Frans. We moeten niet zo ver gaan om straatnamen in het Engels te vertalen, sommige oude Brusselse straatnamen zijn al slecht vertaald naar het Frans - dat volstaat."

:: Over de verstrengeling Brussel-Europa verscheen onlangs een lijvig tweetalig (F/E) boek onder leiding van Roel De Groof: 'Brussels and Europe/Bruxelles et l'Europe' (uitg. APS, 593 blz.).
Meer info op www.briobrussel.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni